e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
een zwerm opvangen afdoen: afdoen (Grote-Spouwen), af˱down (Jeuk), af˱dun (Aalst, ... ), af˱dũn (Buvingen), ã.f˱dō.n (Beek, ... ), ã.f˱dū.n (Leut, ... ), ā.f˱dø.n (Godschei), ā.f˱dō.n (As, ... ), ā.f˱dū.n (Lanklaar, ... ), āf˱dō.n (Boorsem, ... ), āf˱dōn (Beek), ō.f˱dūǝ (Hees), ǫf˱dø̝n (Sluizen), ǭ.f˱do.n (Bommershoven, ... ), ǭ.f˱du.n (Voort), ǭ.f˱dun̄ (Val-Meer), ǭ.f˱dy.n̄ (Membruggen), ǭ.f˱dyn (Berg), ǭ.f˱døn (Koninksem), ǭ.f˱dū.n (Beverst, ... ), ǭf˱do.n (Sint-Huibrechts-Hern, ... ), ǭf˱don (Jesseren), ǭf˱du (Riemst), ǭf˱dun (Nieuwerkerken), ǭf˱duǝ (Vlijtingen), ǭf˱dyn (Millen, ... ), ǭf˱dū. (Martenslinde), ǭf˱dū.n (Gors-Opleeuw, ... ), ǭf˱dūn (Herderen), afschudden: ǭfsxø̜dǝ (Berlingen), indoen: ę.ndū.n (Zutendaal), inkaren: e.ŋkǭrǝ (Linkhout), inkorven: ę.kørǝvǝ (Stokrooie), karen: kã.rǝ (Bocholt, ... ), kuǝrǝn (Tessenderlo), kā.rǝ (Beringen, ... ), kārǝ (Meijel, ... ), kōǝrǝ (Tessenderlo), kōǝrǝn (Kwaadmechelen), kǭ.rǝ (Godschei, ... ), kǭ.rǝn (Heusden, ... ), kǭrǝ (Berverlo, ... ), kǭrǝn (Heppen, ... ), kǭǝrǝ (Bilzen, ... ), kǭǝrǝn (Romershoven), kaven: kāvǝn (Houthalen), korven: kø̜rǝvǝ (Lommel), pakken: pakǝ (Heers, ... ), pákǝ (Halen, ... ), scheppen: scheppen (Kerkhoven, ... ), sxøpǝ (Diepenbeek, ... ), sxø̜pǝ (Horst, ... ), šøpǝ (Asenray / Maalbroek, ... ), šø̜pǝ (Asenray / Maalbroek, ... ), vangen: vangen (Kerkhoven, ... ), vaŋǝ (Montzen), vaŋǝn (Dilsen, ... ), vá.ŋǝ (Gellik), váŋǝ (Berbroek, ... ), vaten: vaten (Achel, ... ), vã.tǝ (Hasselt, ... ), vã.tǝn (Peer), vātǝ (Geistingen, ... ), vātǝn (Houthalen, ... ), vāǝ.tǝ (Wijchmaal), vāǝ.tǝn (Hechtel), vāǝtǝ (Alken), vę̄tǝn (Zepperen), vōǝ.tǝ (Achel, ... ), vōǝ.tǝn (Hamont), vǭ.tǝ (Houthalen, ... ), vǭ.tǝn (Kleine-Brogel), vǭtǝ (Houthalen), vǭtǝn (Genk), vǭǝ.tǝ (Alken, ... ), vǭǝ.tǝn (Neerpelt), vǭ̞.tǝn (Helchteren) Het opvangen van een zwerm in een schepkorf. Wanneer een zwerm zich vastgezet heeft aan een tak of iets dergelijks, dan brengt de imker een kleine schepkorf onder de tros. Met een flinke ruk aan de tak valt de zwerm in de korf. Wanneer de bijen in de korf zitten, wordt deze langzaam omgedraaid, omdat de bijen zich aan de strowand of aan elkaar moeten kunnen vastklemmen. Soms moet men een tweede of derde ruk aan de tak geven. Hoe langer een zwerm hangt, hoe vaster hij zit. Een imker moet dus met scheppen niet al te lang wachten. De objecten zwerm, bij e.a. zijn in dit lemma niet gedocumenteerd. [N 63, 84a; JG 1a+1b; JG 2b-5, 4; Ge 37, 105; monogr.] II-6