e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
handvat aan de ploegstaart dobbel handvat: dǫbǝl hã.nt˲vat (Cadier), greep: gref (Nieuwenhagen), grīǝp (Hushoven), grę̄ ̝p (Sevenum), hand: ãnt (Gingelom), ha.nt (Mechelen), hant (Tessenderlo), hantj (Posterholt), hãnt (Oostham, ... ), hā.nt (Oost-Maarland, ... ), hānt (Buvingen, ... ), handgreep: haŋkjref (Bleijerheide), handhaaf: a.ntof (Meeswijk), ha.ntǝf (As, ... ), ha.ntǫf (Houthalen), hantjǝf (Brunssum, ... ), hantǝf (Bree, ... ), hãntǝf (Cadier, ... ), há.ntǝf (Martenslinde), há̄.nthōf, hantōf (Zonhoven), handsel: hantsǝl (Maasniel), handvat: (h)antj˲vat (Kinrooi), a.nt˲vat (Meeswijk), ant˲vãt (Hasselt), ān(t)˲vǭt (Sint-Truiden), ānt˲vat (Gingelom), ha.mp˲vǝt (Heesveld-Eik), ha.ntj˲vat (Boukoul, ... ), ha.nt˲vat (Bocholt, ... ), ha.nt˲vǭ.t (Berg, ... ), ha.ŋk˲vat (Simpelveld), ha.ŋt˲vat (Sevenum), ham(p)˲vat (Zelem), hanjt˲vat (Sittard), hantj˲vat (Baexem, ... ), hantj˲vāt (Holtum, ... ), hant˲vat (Achel, ... ), hant˲vǫǝt (Brustem), hant˲vǭ ̞t (Bokrijk), haŋk(t)˲vat (Helden, ... ), haŋk˲vat (Baarlo, ... ), hã.n(t)˲vǭǝ.t (Heers, ... ), hã.nt˲vat (Cadier), hã.nt˲vǭ.t (Henis), hãn(t)˲vat (Lommel), hãnt˲vat (Aijen, ... ), hãnt˲vāt (Sint Pieter), hãnt˲vǭ.t (Opheers), hā.m(p)˲vǝt (Riemst, ... ), hā.nt˲vǝt (Val-Meer), hā.nt˲vǭǝ.t (Berlingen, ... ), hānt˲vat (Gronsveld, ... ), hānt˲vǫǝt (Rummen, ... ), hānt˲vǭt (Tongeren), hánt˲vát (Paal), hɛntj˲vat (Urmond), hɛntj˲vāt (Born), hɛnt˲vat (Guttecoven), handvatje: hɛm(p)˲vɛtšǝ (Val-Meer), heugel: hȳgǝl (Gronsveld), hoorn: hø ̝ǝn (Margraten, ... ), hǫarǝ (Bocholtz), kop: kǫp (Margraten  [(bovenstuk van de ploegstaart)]  , ... ), kruk: krø̜k (Thorn), ploeghandvat: plōxhantj˲vat (Heythuysen), sleeppin: slę̄i̯ppen (Gennep, ... ), sleper: slę̄i̯pǝr (Milsbeek, ... ), staartje: štɛrtjǝ (Haelen), staartstuk: štartštø̜k (Buchten) De staart van een voetploeg, een radploeg en de zgn. losse karploeg is voorzien van of eindigt in een handvat, dat de ploeger stevig vasthoudt om te bereiken dat de ploeg de voor goed afsnijdt en niet uit de voor schiet. Aan dat handvat trekt hij de ploeg aan het einde van iedere voor om en houdt hij de (achter)ploeg vast wanneer deze in de sleepstand over de wendakker getrokken wordt. De latere vaste karploegen hebben van achteren ook een handvat. Maar omdat dergelijke ploegen niet echt bestuurd hoeven te worden, is dit handvat vooral dienstig bij het keren en het op nieuw inzetten van de ploeg. [N 11, 31.I.k; N 11A, 84i; JG 1a + 1b; monogr.] I-1