e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
het vlees in stukken snijden afsnijden: āfsnęjǝn (Neerpelt), afsteken: āfstēkǝn (Leunen), doordoen: dǫwrdø̄n (Herk-de-Stad), in kwartjes snijden: en kartjes snajǝ (Tongeren), in porties snijden: en porsjǝs snejǝ (Meijel), in stukken snijden: en štø̜kǝ šnīǝ (Sittard), ęn stǝkǝ snē̜ (Nieuwerkerken), in vierels snijden: en vīrǝls [snijden] (Berverlo), kapotdoen: kapotdoen (Beringen), kapotsnijden: kapǫt snajǝ (Borgloon), kapǫt snī-jǝ (Opglabbeek), kǝpot snɛ (Vliermaal), kǝpot snɛjǝ (Lommel), kǝpot snɛǝ (Grazen), kǝpǫt snęjǝ (Beverst), kwartieren: kwartīrǝn (Diepenbeek), kørtirǝ (Sint-Truiden, ... ), kǝtīrǝ (Kuringen), kǝtīrǝn (Alken), kɛtīrǝ (Grazen), onder de pens snijden: ondǝr dǝ pɛnsnējǝ (Wellen), ontleggen: ǫntlęgǝn (Sint-Truiden), stukken: støkǝ (Terwinselen), stø̜kǝ (Noorbeek, ... ), štøkǝ (Heerlen, ... ), stukkeren: sty-jkǝrǝn (Maastricht), støkērǝ (Rekem), støkǝrǝ (Blerick, ... ), støkǝrǝn (Hoensbroek, ... ), stø̜kǝrǝ (Buchten, ... ), stɛkǝrǝ (Veldwezelt), štøkǝrǝ (Eijsden, ... ), štøkǝrǝn (Kerkrade), štø̄kǝrǝ (Schinveld), štø̜kǝrǝ (Beek, ... ), uitbenen: utbiǝn (Neerpelt), ūtbęjnǝ (Rothem, ... ), ǫtbīnǝ (Helchteren), ǭtbinǝ (Lummen), uiteendoen: atęjn dun (Sint-Truiden), uiteendoen (Beringen), uiteensnijden: ȳtejnsnī-jǝ (Opitter), uitereendoen: uitereendoen (Diepenbeek), utrēn dōn (Weert), utręjndōn (Rotem), utrīndǭn (Kaulille), utǝręjn dōn (Maasbracht), øtjǝręndū (Meijel), ū.tręjn dōn (Tegelen), ūtręjndōn (Boekend, ... ), ūtǝręjn dōn (Helden, ... ), ǭtǝrīn dūwǝn (Helchteren), uitereenhalen: ūtǝrīn hālǝ (Horst), uitereensnijden: atǝręjn snajǝ (Mal), utǝrɛ̄snɛ̄jǝ (Riemst), ytǝrēn snɛjǝn (Leunen), ūtręjn šnī-jǝ (Tegelen), uitknoken: oǝtknø̜̄kǝ (Berg / Terblijt), uitsnijden: ūtsnī-jǝ (Hoensbroek, ... ), uitstukken: ūtštø̜kǝ (Buchten), vaneensnijden: vanēǝn snēǝn (Waasmont), verdelen: vǝrdēlǝ (Ottersum), vǝrdęjlǝ (Gruitrode, ... ), vǝrdęlǝ (Neerpelt), versnijden: vǝrsnajdǝ (Mal), vǝrsnājǝ (Bilzen), vierelen: veǝrǝlǝ (Heythuysen), vērǝlǝ (Panningen, ... ), villen: velǝ (Helchteren), voor soep snijden: vor sop snęjǝ (Wellen) Als één der helften van het gekloofde dier verwerkt wordt, snijdt men deze eerst in enkele grote, wat handzamer stukken. [N 28, 98; monogr.] II-1