e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hoogkar dobbelkar: dǫbǝlkār (Veldwezelt  [(langkar bij grotere boeren met twee of drie paarden bespannen)]  , ... ), enkelkar: ɛŋkǝlkār (Veldwezelt, ... ), hoogkar: hoogkar (Helchteren, ... ), hȳxkar (Neerglabbeek), hōǝxkar (Limbricht), hūǝxkɛr (Neer), hooikar: (hōi̯)kar (Sevenum), huǝi̯kɛr (Nederweert), hø̜̄i̯kār (Schaesberg), hø̜i̯kar (Arcen, ... ), hø̜i̯kɛr (Montfort), hōi̯kār (Peer), h˙ø̜ikār (Sint-Martens-Voeren, ... ), hooiwagel: hoi̯wǭgǝl (Romershoven), hø̄i̯wāgǝl (Maastricht), hø̜i̯wāgǝl (Meerssen, ... ), hōi̯wāgǝl (Kozen), hōi̯ǝwǭgǝl (Mechelen-Bovelingen), ø̜i̯wāgǝl (Stokkem), hooiwagen: høi̯wāgǝ (Baarlo, ... ), hø̄i̯wāgǝ (Ulestraten), hø̄i̯wān (Eys, ... ), hø̄wāgǝ (Grathem), korenkar: konkęǝr (Diepenbeek), korenkar (Valkenburg), kȳrǝkar (Bree, ... ), kø̜̄ǝrǝkē̜r (Spalbeek), kērǝkē̜r (Kermt), kōrǝkār (Berverlo, ... ), kōrǝkē̜r (Lummen), kōrǝkęr (Haler, ... ), kōrǝkɛr (Ell), kūrǝkar (Bocholt), kūrǝkār (Gelieren Bret), kǭrǝkar (Munstergeleen, ... ), lange kar: laŋǝ kar (Stein, ... ), langkar: laŋkar (Doenrade, ... ), laŋkār (Broekhuizen, ... ), laŋkęr (Heythuysen), laŋkɛr (Montfort, ... ), ledderkar: lędǝrkār (Maastricht), oogstkar: au̯xskar (Limbricht), ou̯xstkɛr (Nederweert), uskęr (Mechelen-Bovelingen), ōxskar (Amstenrade, ... ), ōxstkɛr (Linne), ǫu̯stkar (Merkelbeek), ǫu̯xskar (Margraten, ... ), ǫu̯xstkęr (Kozen, ... ), ǭskār (Schaesberg), ǭskęr (Beesel), oogstwagel: au̯xswāgǝl (Meerssen), oswāgǝl (Vaals), uswǭgǝl (Mechelen-Bovelingen), ōxswāgǝl (Mheer), oogstwagen: au̯swāgǝ (Berg / Terblijt, ... ), au̯swāgǝn (Ulestraten), ōxstwāgǝn (Venlo), ōxstwān (Eys), ōxswāgǝn (Gulpen  [(twee of vier wielen)]  ), ǫu̯xswāgǝ (Meerssen), ǭswāgǝ (Heerlen), ǭswān (Schaesberg) In dit lemma wordt het lemma hooikar in WLD I.3 herhaald en aangevuld. Daar zijn ook de verschillende types behandeld met foto''s en is er een kaart met de verspreiding van de meest courante woordtypes. Behalve voor de hooioogst werd deze kar echter ook voor de graanoogst gebruikt. Aanvullende semantische informatie geeft de zegsman uit Q 15: "Met een lange kar werd bedoeld een kar waaraan de zg. voorboom en de zg. brak uit √©√©n stuk bestonden. Bij het inkorten van omgehakte boomstammen werd reeds rekening gehouden met het eventueel maken van een lange kar. Die lengte moest minimaal 5,20 m zijn. De breedte der burries van lange karren verschilde niet veel. De maat tussen de voorbomen was ¬± 90 cm. Hier kon men niet veel van afwijken in verband met de breedte van het paard. Soms werd om iets bredere laadruimte te verkrijgen tegen de zijkanten van het achterste gedeelte der burries aan de buitenzijde een houten balk geschroefd. De bak van de lange kar was afneembaar en in plaats daarvan werd voor het binnenhalen van de oogst het z.g. oogstgetuig geplaatst. Zodoende werd de laadruimte vergroot." [N 17, 15; N G, 51, 54a; A 42, 6a-b] I-13