32931 |
hooi binden tot een bussel |
beteenbinden:
bǝdīnbęŋǝ (P176p Sint-Truiden),
binden:
bendǝ (Q096d Smeermaas, ...
Q094b Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler),
benǝ (K359p Koersel),
benǝn (L282p Achel),
beŋdǝn (Q198b Oost-Maarland),
beŋǝ (Q112a Heerlerheide, ...
Q100p Houthem,
Q111p Klimmen,
Q099q Rothem,
Q098p Schimmert,
Q112z Ten Esschen,
Q112b Ubachsberg,
Q101p Valkenburg),
bi.ŋǝ (L290p Panningen),
binjǝ (L326p Grathem, ...
L425p Grevenbicht / Papenhoven,
L294p Neer,
L321p Neeritter,
L331p Swalmen,
L374p Thorn,
L318b Tungelroy,
L289p Weert),
bēndǝ (Q193p Gronsveld, ...
Q198b Oost-Maarland),
bęi̯ŋǝ (Q156p Borgloon),
bęmjǝ (Q033p Oirsbeek),
bęnjǝ (L429a Berg
[(vroeger)]
, ...
L426z Holtum,
L422p Lanklaar,
Q009p Maasmechelen,
Q022p Munstergeleen,
Q032a Puth,
L420p Rotem,
Q020p Sittard,
Q014p Urmond),
bęnǝ (Q072p Beverst, ...
Q002b Kiewit),
bęŋǝ (P048p Halen, ...
Q009p Maasmechelen,
P107a Rummen,
L423p Stokkem),
bɛi̯nǝ (L429a Berg),
busselen:
bø̜sǝlǝ (Q204a Mechelen, ...
Q014p Urmond),
opbinden:
ǫbē̜i̯nǝn (Q071p Diepenbeek),
ǫbęnǝ (Q002p Hasselt, ...
Q178p Val-Meer),
ǫp˱binjǝ (L330p Herten),
opperen:
ǫpǝrǝ (P175p Gingelom),
persen:
parsǝ (L163a Milsbeek, ...
L163p Ottersum),
pērsǝ (L429a Berg
[(thans)]
),
pēršǝ (Q097p Ulestraten),
pęrsǝ (L371a Geistingen, ...
K278p Lommel),
pɛrsǝ (L244c America),
pressen:
pręsǝ (K358p Beringen, ...
P176a Melveren)
|
Met name in centraal en zuidelijk Nederlands Limburg werd het hooi vaak, vóór het op de wagen werd geladen, met de hand tot bussels samengebonden, die dan gemakkelijker dan los hooi konden worden opgestoken en getast. In Belgisch Limburg is dit gebruik zo goed als onbekend; in K 314, 316, L 270 en 314 werd uitdrukkelijk aangegeven dat er vóór het laden niet gebonden werd. Het woordtype persen duidt wel op de moderne techniek van het gebruik van de hooipersmachine, maar dit gebruik kan ook door het algemene binden worden aangeduid. Het voorwerp van de overgankelijke werkwoorden is altijd: hooi. [N 14, 115a]
I-3
|