e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hooi binden tot een bussel beteenbinden: bǝdīnbęŋǝ (Sint-Truiden), binden: bendǝ (Smeermaas, ... ), benǝ (Koersel), benǝn (Achel), beŋdǝn (Oost-Maarland), beŋǝ (Heerlerheide, ... ), bi.ŋǝ (Panningen), binjǝ (Grathem, ... ), bēndǝ (Gronsveld, ... ), bęi̯ŋǝ (Borgloon), bęmjǝ (Oirsbeek), bęnjǝ (Berg  [(vroeger)]  , ... ), bęnǝ (Beverst, ... ), bęŋǝ (Halen, ... ), bɛi̯nǝ (Berg), busselen: bø̜sǝlǝ (Mechelen, ... ), opbinden: ǫbē̜i̯nǝn (Diepenbeek), ǫbęnǝ (Hasselt, ... ), ǫp˱binjǝ (Herten), opperen: ǫpǝrǝ (Gingelom), persen: parsǝ (Milsbeek, ... ), pērsǝ (Berg  [(thans)]  ), pēršǝ (Ulestraten), pęrsǝ (Geistingen, ... ), pɛrsǝ (America), pressen: pręsǝ (Beringen, ... ) Met name in centraal en zuidelijk Nederlands Limburg werd het hooi vaak, vóór het op de wagen werd geladen, met de hand tot bussels samengebonden, die dan gemakkelijker dan los hooi konden worden opgestoken en getast. In Belgisch Limburg is dit gebruik zo goed als onbekend; in K 314, 316, L 270 en 314 werd uitdrukkelijk aangegeven dat er vóór het laden niet gebonden werd. Het woordtype persen duidt wel op de moderne techniek van het gebruik van de hooipersmachine, maar dit gebruik kan ook door het algemene binden worden aangeduid. Het voorwerp van de overgankelijke werkwoorden is altijd: hooi. [N 14, 115a] I-3