e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kalkkuil blusput: bløšpøt (Rumpen), kalkkelder: kalkkaldǝr (Bilzen), kalkkot: kalǝkkot (Lommel, ... ), kalǝkkōt (Berverlo), kalǝkkǫt (Lummen, ... ), kalkkuil: kal(ǝ)kkāl (Sint-Truiden), kalkkuil (Houthalen, ... ), kalkkǫwǝl (Bilzen), kalǝkkojl (Rijckholt), kalǝkkoǝl (Alken), kalǝkkul (Achel, ... ), kalǝkkyl (Middelaar, ... ), kalǝkkøjl (Bree), kalǝkkøl (Meijel), kalǝkkāl (Bevingen), kalǝkkū.l (Jabeek), kalǝkkūl (Beek, ... ), kalǝkkūǝl (Belfeld), kalǝkkǫwl (Beverst, ... ), kalǝkkǭl (Kuringen, ... ), kālkkul (Mesch), kālǝkkǫwl (Heugem), kalklok: kalǝklǫak (Brunssum), kalkput: kalǝkpøt (Boorsem, ... ), kalǝkpø̜t (Munstergeleen, ... ), kālkpøt (Eijsden), kalkskuil: kalǝkskul (Kerkrade, ... ), kalǝkskȳl (Meeuwen, ... ), kalǝkskǫjl (Gronsveld), kuil: kūl (Tungelroy), leskuil: lø̜skul (Castenray, ... ), lęskȳl (Meeuwen), lęskǫwǝl (Genk), put: pęt (Bilzen) De kuil of put waarin men het in de kalkbak aangemaakte kalk-watermengsel laat lopen om te bezinken. In L 318b werd de term 'kalkkuil' ook in een iets andere betekenis gebruikt. Daar werd vroeger voor het bereiden van metselkalk op het erf een kuil gegraven waarin ongebluste kalk werd gestort. Vervolgens werd water toegevoegd, waarna door goed roeren met de roerhaak een stevige brij ontstond. Het geheel werd afgedekt met geel zand. Alvorens de kalk te gebruiken, werd het zand met de brij vermengd. Het uit de kalkbak laten wegvloeien van het mengsel werd in Q 121 'aflaten' ('āflǫsǝ') genoemd. [N 30, 32e; monogr.] II-9