id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
22692 | kinderfluitje uit vlierhout | flierefluiter: flierefluiter (Weert), van vlierhout gemaakt fleerefluitje (Neer), flotstoet: uit toetelerrehoot flotstoet (Hoeselt), fluithout: (= fluitje vervaardigd uit het hout v.d.vlierstruik) fleethoot (Bilzen), heulderenteulderenhout: van vlierbessenboom yldərətyldərehōt (Schaesberg), klots: klots (Zonhoven), klotstoet: Uit vlierstruik (= hollenteer). klotstoet (Wellen), luit: van vlierenwilg luit (Vlodrop), vlier: vlier (Oirlo), vlierfluit: vlierfluit (Venray) | allerlei namen voor kinderfluitjes; geef ook aan waarvan ze gemaakt zijn en hoe ze heten [nachtegaal, blaasje, feep, moemel, noen] [N 112 (2006)] || Allerlei namen voor kinderfluitjes; geef ook aan waarvan ze gemaakt zijn en hoe ze heten [nachtegaal, blaasje, feep, moemel, noen]. [N 90 (1982)] || een fluitje gemaakt uit de holle stengel van een paardebloem [fiepertje] [N 112 (2006)] || Uit flierenhout gesneden fluitje. III-3-2 |