e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kleppers claquettes (fr.): klakètte (Bilzen), Via t Fr.  klaket (Gingelom), klakkers: klakker (As), klakkertjes: klakkerkes (Genk), klappers: klapper (Kerkhoven, ... ), kleppen: klep (Alken, ... ), klepperhoutjes: klepperhäöltje (Venray), kleppers: klepper (As, ... ), kleppere (Blerick, ... ), kleppers (Guttecoven, ... ), kleppër (Hoeselt), kleͅpər (Eys, ... ), klipper (Montfort), klêpper (Bilzen, ... ), klɛpər (Eksel), ne klêpper (Bilzen), (Uitgestorven).  klepper (Herten (bij Roermond)), Bijna steeds mv. kleppers.  klepper[s} (Meerlo, ... ), Elders: klip. Geh. Beeringen. (t Daghet in den Oosten X, 99)  klipper (Beringen), Misdienaars gingen op Witte Donderdag met ratels langs de deuren: de höltjere dins.  kleppers(j) (Posterholt), Mv.  kleppers (Posterholt), Ook de kleppers waren van eigen fabrikaat. In het klepperen waren sommige kinderen echte meesters.  kleppers (Herten (bij Roermond)), Op poszùttërëg gon dë kleppërs van deur tot deur vùr pos-eer: Op paaszaterdag gaan de misdienaars van deur tot deur om paaseieren op te halen.  kleppër (Hoeselt), vgl. pag. 182: Klaphoutjes.  kleppere (Sittard), Z. ook ratel.  klepper (Maastricht), Zie: kénjersjpeelkes.  klepper (Sittard), kleppertjes: klepperkes (Genk), oude speelkaarten die met een wasknijper aan het wiel van de fiets bevestigd worden en bij het rijden lawaai maken  klepperkes (Stal), kletsen: [sic]  klètse (Vorsen), klipklappen: klipklap (Sittard), klippeklappen: klippeklap (Uikhoven), Onomatopée.  klippeklap (Valkenburg), klipperklappen: De Nederlandse benaming is waarschijnlijk: klapspanen, of klappers. De klipperklappe bestonden uit twee smalle plankjes +-9 15 cm lang, 3 1/2 à 4 m breed en 6-8 mm dik, en werden gewoonlijk van hardhout (eiken- of beukenhout) gemaakt. Men nam de klipperklappe tussen wijs- en ringvinger, en wel zodanig, dat de middenvinger er tussen geklemd werd, en hield ze als Spaanse castagnetten vast. Men liet ze vervolgens snel op elkaar slaan, en maakte er aldus klepperende en naar verkiezing ook roffelende geluiden mee. Evenals de plankjes zelf noemde men ook dit klipperklappe.  klipperklappe (Tegelen), Door deze tussen wijs- en ringvinger te nemen, zodat de middenvinger er tussen geklemd zat, maakte men er klepperende en roffelende geluiden mee.  klipperklappe (Tegelen), kwakkers: kwakker (Schaesberg), plankjes: plenkskes (Jeuk), ratel: raat`l (Bocholt), ratel (Merkelbeek, ... ), roatel (Heusden) 1. Klepper. || [De jongensspelen: 2. Kleppers]. || [Klaphoutjes]. || Claquette. || elk van de twee houtjes die de kinderen tussen de vingers snel tegen elkaar slaan om een klepperend geluid te maken [klepper, klapper, kap, klakker] [N 112 (2006)] || Elk van de twee houtjes die de kinderen tussen de vingers snel tegen elkaar slaan om een klepperend geluid te maken [klepper, klapper, kap, klakker]. [N 88 (1982)] || Houten klepstel. || Houtenklep ter vervanging van kerkschel en klok in de Goede Week. || Klaphoutjes. || Klapper. || Klapspanen, of klappers. || Klep: 2, a) voorwerp waarmee men klept. || Klephoutjes (kinderspeelgoed). || Klepper (houtje). || Klepper: Iem. die klept; inz. het jongensspeelgoed; een der plankjes waarmee men klep. || Kleppers. || Ratel, bekend kinderspeeltuig. || Ratel. || Speeltuig voor jongens, die twee plankjes tussen hun vingers doen klepperen. || Zelfgemaakt kinderspeelgoed. || zn. 1. Twee smalle plankjes +- 15 cm lang, 3 1/2-4 cm dik, van hard hout, gewoonlijk beukenhout. III-3-2