e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koeienstand aarde: ē̜ ̞rt (Schinnen), ē̜ ̞ǝt (Waubach), bed: be ̞t (Ingber, ... ), bø̜t (Bree, ... ), bęt (Achel, ... ), b˙ęt (s-Gravenvoeren, ... ), (mv)  będǝ (Egchel), bedding: będeŋ (Berverlo, ... ), beestenstand: bestǝstānt (Tongeren), dobbelbed: dǫbǝlbęt (Paal), grond: gronjt (Stein), grontj (Grathem), koebed: koi̯bęt (Paal), kubęt (Grathem, ... ), kui̯bęt (Leopoldsburg, ... ), kø̜̄bęt (Kiewit), kōbęt (Ulestraten), kūbęt (Grote-Spouwen, ... ), kǫu̯bęt (Egchel, ... ), kǭu̯bęt (Diepenbeek), (mv)  kø̜̄będǝ (Kiewit), koestand: kustant (Velden), kustãnt (Wanssum), kribbed: krø̜p˱bęt (Maasmechelen), leger: lē ̞ǝgǝr (Hoensbroek), ligbed: lex˱bęt (Beverst, ... ), lix˱bęt (Beringen, ... ), lęx˱bęt (Eigenbilzen, ... ), līx˱bęt (Opheers), (mv)  lix˱będǝ (Kiewit), plateau: platō (Tegelen), platte bed: platǝ bęt (Sint-Truiden), slaapbed: slōp˱bęt (Kermt), staanbed: stuánbęt (Spalbeek), staander: štǭndǝr (Munstergeleen), staanplak: stø̜nplak (Riksingen), stalbed: sta.lbęt (Maasmechelen), stalbęt (Maaseik, ... ), stalbodem: štalbō ̞ǝm (Welten), stalling: štaleŋ (Gronsveld), stalvloer: sta.lfǝlōr (Boorsem), stand: stanjt (Neeritter), stant (Blitterswijck, ... ), stantj (Grathem, ... ), stã.nt (Heugem), stãnt (Middelaar, ... ), stānt (Oud-Caberg), štanjt (Buchten), štant (Baarlo, ... ), štantj (Montfort, ... ), štaŋk (Swalmen), štānt (Eijsden, ... ), štɛnjtj (Guttecoven), stand van de koeien: stãnt ˲van dǝ ku (Afferden), standbed: sta.nt˱bęt (Opglabbeek), standplaats: stantplāts (Hushoven), standplak: stāntplák (Neerpelt), stelling: stę.leŋ (Bocholt), stɛleŋ (Hout-Blerick, ... ), štęleŋ (Eisden, ... ), štɛleŋ (Beegden, ... ), stoep: stop (Heugem), verhoog: vǝrūx (Stokkem), vloer: vlōr (Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler), vlūr (Amby, ... ), vlǫu̯r (Sint-Truiden), zul: zø̜l (Borlo) Dat deel van de stal waar de koeien staan en dat gelegen is tussen de stalpalen en de mestgoot of het mestbed. De koeienstand in moderne stallen is iets hoger dan de mestgoot en mestgang er achter, waardoor voorkomen wordt dat de koeien in de mest en gier staan staan of liggen. Sommige woordtypen betreffen de vloer of het soort vloer waar de koeien op staan. De meervoudsvormen hebben doorgaans betrekking op de dubbele stal waar het telkens om twee koeienstanden gaat, die tegenover elkaar geplaatst zijn. Zie afbeelding 10. [N 5A, 40b; N 4, 79; A 10, 9a en 14; Gwn 4, 7; monogr.] I-6