21340 |
kramer |
<omschr.> een kerel die met get langs de deur gaat:
ene kêl dê mit get langs gen duur geet (Q116p Simpelveld),
barakkenman:
rondreizend
brakkeman (P051p Lummen),
barakkier:
ene barrakiejr (P211p Waasmont),
barakman:
mensen die in woonwagens leven
barakman (K361p Zolder),
charlatan (fr.):
foorkramer
nə scharlətḁŋ (P176p Sint-Truiden),
foorkramer:
foorkramer (Q071p Diepenbeek),
fuərkrōͅmər (K318p Beverlo),
foorman:
staat op kermissen met een winkel of eender wat
foorman (P214p Montenaken),
karretjesvolk:
karkensvolk (K314p Kwaadmechelen),
kiekenkramer:
man die huizen afgaat om kiekens te kopen
kiekenkremer (K358p Beringen),
koopman:
koupmaan (Q207p Epen),
meestal in onbeNULLige zaken
koopman (K357p Paal),
kraam:
kriem (Q088p Lanaken),
kraamman:
Kramer niet gekend.
kroommān (Q093p Rosmeer),
kramer:
inne krieëmer (Q119p Eygelshoven),
kraimer (L431p Dieteren),
kramer (Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
kre:mər (K358p Beringen, ...
K353p Tessenderlo),
kreamer (L320p Hunsel),
kreeemer (Q032p Schinnen),
kreemer (L333p Asenray/Maalbroek, ...
Q029p Bingelrade,
L429p Guttecoven,
Q033p Oirsbeek,
Q020p Sittard),
kreiemer (Q111p Klimmen),
kreimmer (L216p Oirlo),
kremer (L380p Genooi/Ohé, ...
L379p Laak,
L382p Montfort,
L385p Sint-Odiliënberg,
K353p Tessenderlo),
kremmer (L165p Heijen, ...
L211p Leunen,
L217p Meerlo,
L210p Venray),
kreêmer (L325p Horn),
kreêîmer (L381p Echt/Gebroek),
kreëmer (P164p Neerhespen),
kri.ə.mər (Q284p Eupen, ...
Q253p Montzen),
kri:mer (Q095p Maastricht),
krie-e-mer (Q208p Vijlen),
krie-ëmer (Q121c Bleijerheide),
krieemer (Q027p Doenrade, ...
L328p Heel,
L248p Lottum,
Q016p Lutterade,
Q030p Schinveld),
kriejemer (L267p Maasbree),
kriejmer (Q204a Mechelen),
kriemer (L297p Belfeld, ...
Q096a Borgharen,
Q035p Brunssum,
L419p Elen,
Q110p Heek,
Q105p Heer,
Q113p Heerlen,
Q121p Kerkrade,
L298p Kessel,
Q104a Limmel,
L372p Maaseik,
Q118p Schaesberg,
L271p Venlo),
krieumer (L245p Meterik),
krieèmer (L425p Grevenbicht/Papenhoven, ...
L288p Nederweert,
Q098p Schimmert),
krieêmer (Q103p Berg-en-Terblijt),
krieëmer (Q203p Gulpen, ...
L291p Helden/Everlo,
L268p Velden),
krieëmër (L422p Lanklaar),
krieəmer (L250p Arcen, ...
L246p Horst),
kriĕmer (Q021p Geleen),
kriieëmer (Q083p Bilzen),
krijjmər (P188p Hoepertingen),
krimer (Q021p Geleen),
krimmer (L246a Swolgen),
krièmer (L377p Maasbracht, ...
Q022p Munstergeleen,
Q117b Rimburg),
kriêmer (L427p Obbicht, ...
L387p Posterholt),
kriëmer (L300p Beesel, ...
L249p Grubbenvorst),
kriəmər (P047p Loksbergen, ...
Q012p Rekem),
krīējemer (Q202p Eys),
krīēmer (L295p Baarlo, ...
L290p Panningen,
L296p Steyl),
krīəmər (Q009p Mechelen-aan-de-Maas, ...
Q010p Opgrimbie,
Q012p Rekem),
kro:mer (P176p Sint-Truiden, ...
P176p Sint-Truiden),
krämer (L434a Broeksittard),
kräämer (Q196p Mheer),
krèimer (L269p Blerick),
krèmer (Q102p Amby, ...
L209p Merselo,
K357p Paal,
Q032a Puth),
krèmmer (L215p Blitterswijck, ...
L164p Gennep,
L213p Well,
L215a Wellerlooi),
krèəmər (Q001p Zonhoven),
kré-mer (Q078p Wellen),
krémer (L417p As),
krêemer (L368p Neeroeteren),
krêmer (L327p Beegden, ...
L426p Buchten,
P211p Waasmont),
krêêmer (L323p Buggenum),
krêêîmer (Q099p Meerssen),
kríimir (L360p Bree),
krîêmer (L321p Neeritter),
krø.əmər (P179p Aalst-bij-St.-Truiden),
nə kri(jə)mər (P195p Gutshoven),
nə kriēͅəmər (L414p Houthalen),
⁄n kruimer (L316p Kaulille),
⁄n krəmer (P164p Neerhespen),
#NAME?
⁄n kreimer (K278p Lommel),
(e; moeilijk weer te geven).
kremer (L299p Reuver),
ander woord dan in de lijst:
krèmmer (L191p Afferden),
B.v. hennekriemer.
kriemer (Q102p Amby),
bevolken kermis met tenten en kramen
kremer (P219p Jeuk),
bohemer of marktman
kremer (K353p Tessenderlo),
die de deuren afgaat
kraomer (L316p Kaulille),
die op de kermis komen met wagens en mensen die vodden opkopen
kramer (L352p Hechtel),
die veel koopt en verkoopt
kriēmer (L413p Helchteren),
die winkeltje houdt
kremer (P056p Stokrooie),
een persoon die met allerlei waren langs de huizen gaat
kremer (L358p Reppel),
foorkramer die gewoonlijk met n kraam op de markt staan
kremer (K353p Tessenderlo),
gaan afzonderlijk met een klein gespan de dorpen af
kramer (Q003p Genk),
gaat met garen, stopnaalden e.d. van deur tot deur
kriemer (L366p Gruitrode),
geringschattend koopman, venter
krīəmər (Q010p Opgrimbie),
hij die van alles opkoopt
kramer (L314p Overpelt),
iemand die elke week met winkelwaar langs de deur komt, soort leurder met specerijen
kremer (L364p Meeuwen),
iemand die met een kar rond rijdt waar hij in woont
kramer (K353p Tessenderlo),
iemand die met een kraam op de markten staat
kramer (P120p Alken),
iemand die met een wagen de kermissen afgaat en zo snoep of iets dergelijks verkoopt
kramer (P169p Attenhoven),
iemand die met een winkelwagen rond rijdt
kraomer (P052p Schulen),
iemand die op de kermis suikergoed verkoopt
kremer (P046p Linkhout),
iemand die oude vodden, konijnenvellen, oud ijzer enz. opkoopt
kramer (L422p Lanklaar),
iemand die van deur tot deur de vodden bijeenhaalt is een voddenkriemer
kriemer (L317p Bocholt),
iemand die vodden en konijnenvellen opkoopt
ne kremmer (L286p Hamont),
kermis afreizen
kramer (P188p Hoepertingen),
kraam met lekkernijen op kermis
kroamer (P172p Wilderen),
leurder
kreimer (Q071p Diepenbeek),
kremer (P184p Groot-Gelmen),
krēmər (P050p Herk-de-Stad),
kriemer (L415p Opoeteren),
krèimer (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
leurder die aan de deuren verkoopt
kramer (Q158p Riksingen),
leurder met schoennestels, blink, zeep, enz.
kremer (K318p Beverlo),
leurder op de markt
kriemer (Q002p Hasselt),
leurder, bv. voddenkriemer
kriemer (L317p Bocholt),
man die de kermissen afgaat met paardjesmolens enz.
kremer (K353p Tessenderlo),
man die met een winkeltje op de markt staat
kramer (Q162p Tongeren),
man die met speelgoed op kermis staat
kramer (P176p Sint-Truiden),
mens die kermissen afreist om geld te verdienen
inne kremer (P117p Nieuwerkerken),
mens die langs de deuren gaat
ene kriemer (L363p Ellikom),
mensen die in woonwagens rondtrekken doch niet op markten gaan staan, maar aan de deuren leuren of vodden opkopen
kre:mər (K353p Tessenderlo),
met geld spelen, schieten met geld op een lijn en dan op hoog rammelen kruis of munt
kramer (P193p Mettekoven),
o van Fr. alors
kromer (K358p Beringen),
opkoper
kriemer (L319p Molenbeersel),
Opm. bijv. hoenderekré´mer, foddelekré´mer.
kréĕmer (L378p Stevensweert),
Opm. uitspraak als in Echt.
krèimer (L330p Herten (bij Roermond)),
persoon die met een tent op kermissen en markten suikergoed verkoopt
kremer (P171p Landen),
pijn in de rug
kriemer (L317p Bocholt),
krieəmer (L362p Opitter),
ps. de e staat subscript geschreven en is omgespeld in: ë.
krieëmer (L266p Sevenum),
staat met een kraam op de foor
kreimer (L364p Meeuwen),
staat met kraam op kermis
ənə krēmər (P171p Landen),
staat met speelgoed of andere waar op de kermis
kromer (P171p Landen),
staat op kermis of foor met waren om te verkopen
kremer (P219p Jeuk),
staat op kermissen met een kraam snoep of...
⁄n kroahner (L316p Kaulille),
stelt met winkeltje op de markten of kermissen zijn waren ten toon om te verkopen
eene kriejemer (P188p Hoepertingen),
vent die kermissen aftrekt
kramer (L423p Stokkem),
verkoopt iets langs huizen
krīmər (Q088p Lanaken),
verkoopt op volksmarkt zijn waren
krieëmer (Q002p Hasselt),
Voddekramer.
kroͅmər (L313p Sint-Huibrechts-Lille),
vodden en benen opkoopt
kremmer (L286p Hamont),
voor vodden man, voddenkremer
kremer (L317p Bocholt),
zichte om te lachen
krimer (Q008p Vucht),
lommelkramer:
opkoper van vodden
lommelkremer (L415p Opoeteren),
mannen van de kiekens?:
mannen van de kiekes (K314p Kwaadmechelen),
marktkramer:
merkkramer (Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
mertkramer (K278p Lommel),
marktleurder:
marktleurder (K278p Lommel),
marktman:
⁄n mertman (Q083p Bilzen),
marktwijf:
mertwijf (Q083p Bilzen),
roeselaars:
Mensen die met een houten mars aan den rug dekens, schilderijen, enz. te koop aanbieden heten hier roezelêsj naar Rousselare in België.
roezelêsj (L430p Einighausen),
Roezelaer m. roezelaesj: Belgische kooplieden, afkomstig van het plaatsje Roeselare, dit tot de oorlog 1914/18 jaarlijks gedurende de zomermaanden in Sittard kwamen en verbleven. Van hier uit verkochten zij tot ver in de omgeving hun rieten stoelen, tafeltjes enz. Ze vervoerden hun spullen op lange paardewagentjes zonder huif. De vrouwen droegen "lustere sjölk"en wollen omslagdoeken, aan hun voeten mooie bont beschilderde klompjes.
roezelêsj (Q020p Sittard),
spinselenman:
Van Dale: spinsel, wat gesponnen wordt of is.
sjpenzeleman (Q101p Valkenburg),
varkenskramer:
een biggenhandelaar
eine verkeskriemer (L420p Rotem),
voddenkramer:
nə vodəkriemər (Q001p Zonhoven),
voddeukromer (K358p Beringen),
voddəkremər (K318p Beverlo),
hij die lompen opkoopt
voddekrèmer (K278p Lommel),
iemand die vodden rondhaalt
voddekrumer (L372p Maaseik),
leurder
voddekriemer (Q001p Zonhoven),
opkoper van vodden
voddenkriemer (L368p Neeroeteren),
verzamelaar van vodden
voddekrèmer (L355p Peer),
voddenman:
voddeman (Q243p Herstappe)
|
koopman die met zijn waren langs de deuren gaat? [N 21 (1963)] || kramer [SGV (1914)], [ZND 01 (1922)], [ZND m], [ZND m], [ZND m], [ZND m] || Kramer. [ZND 36 (1941)] || z. toel.
III-3-1
|