e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
leemspecie bezetsel: bǝzętsǝl (Overpelt), gepleister: gǝplęjstǝr (Schimmert), kleenleem: klęnlęjm (Geulle), leem: lejǝm (Diepenbeek), lijǝm (Velm), lim (Herk-de-Stad, ... ), liǝm (Halen), løm (Houthalen), lējǝm (Lommel), lēm (Genk, ... ), lē̜jm (Bocholt, ... ), lē̜m (Mopertingen), lęjm (Bemelen, ... ), lęm (Vliermaal), lījǝm (Tessenderlo), līǝm (Beringen, ... ), lɛj ̝m (Opheers), lɛjm (Opglabbeek, ... ), leemmortel: lemmǫdǝl (Kermt), limmo.rtǝl (Neerpelt), lēmmortǝl (Genk), lęjmmōrtǝl (Eisden), lęjmmǫrtǝl (Eisden), leemplaaster: līǝmplǭstǝr (Neerpelt), leemspecie: lēmspēsi (Gennep), lęjmspēsi (Ospel, ... ), lęjmšpēsi (Herten), lęmspēšǝ (Meijel), lemen mortel: lęjmǝ mǫrtǝl (Guttecoven), mortel: mǫdǝl (Herk-de-Stad), mǫrtǝl (Lummen, ... ), mǫtǝl (Linkhout, ... ), mortie: mǫrti (Noorbeek  [(leem en stro)]  , ... ), pap: pap (Rotem), plaaster: pløstǝr (Leopoldsburg), plø̜stǝr (Zelem), plǭstǝr (Rothem), plaksel: plaksǝl (Borlo, ... ), pleister: plęstǝr (Nunhem), plīǝstǝr (Hoensbroek), pleisterprat: plīǝstǝrprat (Ulestraten), plekleem: plɛklēm (Romershoven), plɛklīm (Hasselt), pleksel: plɛksǝl (Boekt Heikant), prats: pratš (Maaseik), specie: spēsi (Gennep), spijs: spīs (Boekend, ... ), špījs (Tegelen), vulsel: vø̜lsǝl (Stokkem) Het mengsel van leem, koemest, strohaksel en in een aantal plaatsen ook varkens-, paarde-, of mensenhaar, waarmee het vlechtwerk wordt dichtgepleisterd. Zie voor het woorddeel 'kleen-' in het woordtype 'kleenleem' (Q 18) ook het lemma 'Bepleisteren'. [N 4A, 53c; N 31, 45c; div.] II-9