e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lust hebben om te luieren goesting: gin goesting (Eksel), goesing om mich nèr te lèggen (Kaulille), goesting om niks te dŏĕn (Paal), goesting om te luieriken (Neerpelt), goesting om te luirike (Muizen), goesting om te luisteren (Sint-Truiden), goesting om wa te luierikken (Kuringen), goesting um te luieriken (Achel), goesting veur te leujərikkə (Heers), goesting vér te lijesteren (Bilzen), goeting veur niks (Voort), gosteŋ ø͂ͅm tə lø̄əjərə (Lanaken), gosting om te luieren (Neeroeteren), gousting om te luieriken (Borlo), gusteng ver te lèrieke (Hasselt), gusteŋ om te luijərəkən (Hamont), gusteŋ vør tə lø̄rekə (Zonhoven), góstīng (As), is er niet scheutig op: əs tər ni skēiətəx op (Walsbets), laf: laf (Rijkhoven), lui: lei (Grote-Brogel, ... ), leij (Opoeteren), lui (Geleen, ... ), (Herk-de-Stad), lø̄ (Zonhoven), niet verlekkerd op: nit vərlekərt op (Overpelt), scheutig: scheutig (Helchteren), sjietig (Bree), zin: zē.n ‧øͅm tə vū.l‧uərə (Eys) daar is hij niet scheutig op (niet verlangend om iets te doen) [ZND 42 (1943)] || lust om te luieren [ZND 35 (1941)] || zin om te luieren [flegme] [N 85 (1981)] III-1-4