e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mand banst: baǝs (Borgloon, ... ), bãs (Heers, ... ), bās (Aalst, ... ), bāst (Gorsem, ... ), bāǝs (Borgloon  [(meervoud: bāsǝ)]  , ... ), bāǝst (Niel-Bij-Sint-Truiden), bǭs (Gelinden, ... ), bǭst (Sint-Truiden), banstje: bęǝskǝ (Sint-Truiden), ben: bɛn (Altweert, ... ), kerb: karǝp (Martenslinde, ... ), kē̜rǝp (Val-Meer, ... ), kęrǝp (Ketsingen), kɛrǝp (Bilzen, ... ), korf: kø̜̄rǝf (Blitterswijck, ... ), kø̜rǝf (Amby, ... ), kęrǝf (Eigenbilzen), mand: man (As, ... ), manj (Asenray / Maalbroek, ... ), mant (Arcen, ... ), mantj (Reuver, ... ), maŋ (Baarlo, ... ), maŋt (Sevenum), maǝn (Kermt, ... ), maǝnt (Leopoldsburg), mãn (Hamont, ... ), mãnt (Castenray, ... ), menj (Einighausen), mønt (Rosmeer), mān (Achel, ... ), mānt (Afferden, ... ), māǝn (Diepenbeek, ... ), mē̜n (Kaulille), męn (Kaulille), męnj (Limbricht, ... ), męntj (Guttecoven), mǭn (Koersel, ... ), mǭnt (Lontzen, ... ), mǭǝn (Hamont), mandel: mandǝl (Amby, ... ), manjǝl (Brunssum, ... ), maŋǝl (Amstenrade, ... ), maǝndǝl (Eupen), māndǝl (Berg, ... ), māŋǝl (Heerlen), męŋǝl (Urmond), mɛnjǝl (Grevenbicht / Papenhoven, ... ), mandeltje: męŋǝlkǝ (Klimmen), mandje: męnjtjǝ (Rotem), męntšǝ (Sint Pieter) De algemene benaming voor een uit wissen gevlochten mand. Zie ook afb. 284. Uit het materiaal blijkt dat er niet altijd een onderscheid wordt gemaakt tussen de woorden mand en korf. Als dat wel wordt gedaan, duidt men met het eerste woord eerder een mand met oren aan, terwijl men het tweede gebruikt voor een mand met een hengsel (vgl. Janssens, pag. 24 e.v.). Zie ook het lemma ɛkorfɛ.' [N 20, 48; N 40, 37; L 1 a-m; S 23; monogr.] || Mand waarin turf gedragen wordt. [I, 73a] II-12, II-4