32510 |
mandijzer |
blokijzer:
blǫk˱ɛ̄zdǝr (P176p Sint-Truiden),
gewicht:
gǝwex (L423p Stokkem),
ijzer:
īzǝr (Q095p Maastricht),
klopijzer:
klǫp˱ɛ̄zdǝr (P176p Sint-Truiden),
lood:
lōǝt (L423p Stokkem),
oud hoefijzer:
oud hoefijzer (Q071p Diepenbeek),
schijf:
šīf (L265p Meijel),
wissenblok:
wesǝblǫk (L318p Stramproy)
|
De ijzeren of loden schijf die bij het vlechten in de mandbodem ligt, zodat de mand niet schuift of omvalt. Zie ook afb. 276. In Weert (L 289) werd de mand met pennen (pęnǝ) vastgezet. [N 40, 65]
II-12
|