e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
meerscharige ploegen dobbele: dǫbǝl plōx (America  [(hiermee ploegt men twee voren tegelijk)]  ), dobbelschaar: dubǝlšār (Simpelveld), drieschaar: drei̯sxǭǝr (Achel), drei̯šār (Nieuwenhagen), drisxār (Blitterswijck, ... ), drišār (Beek, ... ), dręi̯sxǭr (Neerpelt), drieschaard: drei̯sxārt (Kronenberg  [(niet wentelbaar)]  , ... ), (mv)  drei̯sxē̜rt (Velden), drisxē̜rt (Horst, ... ), drieschaarder: dri(i̯) šē̜rdǝr (Margraten), drii̯šērdǝr (Klimmen), drišē̜rdǝr (Neerbeek, ... ), dręi̯šē̜rdǝr (Nuth), drīšē̜rdǝr (Einighausen), drieschaardige ploeg: drisxē̜rdǝgǝ [ploeg] (Lottum), drieschaardploeg: drēšārt[ploeg] (Meijel), drieschaars: drei̯šārs (Maaseik), drišārs (Baexem), drieschaarsploeg: drei̯šārs[ploeg] (Heerlen), drišārs[ploeg] (Oirsbeek), drieschaarsstoppelploeg: drišārs[stoppelploeg] (Heythuysen), drieschalm: drei̯šalǝm (Maaseik, ... ), drieschalmenploeg: dręi̯sxɛlǝm[ploeg] (Hamont), driescharig stroopmachine: drēi̯šārǝx [stroopmachine] (Simpelveld), driescharige omganger: drisxārǝgǝn [omganger] (Aijen), driescharige ploeg: drisxarǝgǝ [ploeg] (Siebengewald), drisxø̜rǝgǝ [ploeg] (Mook, ... ), driescharige stoppelploeg: drisxārǝgǝ [stoppelploeg] (Merselo), driescharige stroopploeg: drei̯šē̜ ̝rǝgǝ [stroopploeg] (Cadier), drieschulp: drāi̯šø̜lǝp (Tongeren), driestroper: dręi̯štrø̜̄ ̝pǝr (Rijckholt), drievoorder: drei̯vø̄rdǝr (Reijmerstok), dri(i̯)vø̄rdǝr (Margraten), drivø̄rdǝr (Rothem  [(driescharige raamploeg met één voor- en twee achterwielen)]  ), dręi̯vø̄rdǝr (Heugem, ... ), meerschaarploeg: miǝšār[ploeg] (Neeritter  [(achter tractor)]  ), omganger: twiǝšē̜regǝ [omganger] (Panningen  [(voor grote akkers)]  ), twęsxārǝgǝn [omganger] (Aijen), ploeg met drie scharen: [ploeg] męt˱ dri šārǝ (Simpelveld), raamploeg: rām[ploeg] (Margraten), schalm: šalǝm (Stein  [(ploeg met 2 of 3 scharen)]  ), stroopmachine: tswɛ ̝i̯šārǝx [stroopmachine] (Simpelveld), tweeschaar: tweǝšār (Berg  [(om ondiep te ploegen)]  , ... ), twišār (Nieuwenhagen), twiǝšār (Baarlo, ... ), twē ̝sxār (Oirlo), twēšār (Limbricht, ... ), tweeschaard: twiǝsxārt (Kronenberg), twiǝšārt (Haelen, ... ), (mv)  twiǝsxē̜rt (Horst, ... ), tweeschaarder: tweǝšē̜rdǝr (Valkenburg), twiǝšē̜rdǝr (Doenrade, ... ), twęi̯šē̜rdǝr (Nuth  [(stoppels loswerken - dus zeer ondiep)]  ), twęšē̜rdǝr (Neerbeek  [(hiermee ploegt men alleen de bovenlaag)]  ), tweeschaardige ploeg: twiǝsxē̜rdǝgǝ [ploeg] (Lottum), tweeschaardige stoppelploeg: twiǝsxē̜rdǝgǝ [stoppelploeg] (Lottum), tweeschaarploeg: twiǝšār[ploeg] (Montfort  [(voor oppervlakkige grondbewerking)]  ), tweeschaars: twiǝšārs (Baexem), twēšārs (Maasniel  [(om ondiep te ploegen en om stoppelland te bewerken)]  ), tweeschaarsploeg: twiǝšārs[ploeg] (Oirsbeek), tweeschaarsstoppelploeg: twiǝšārs[stoppelploeg] (Heythuysen), tweeschalm: tweǝšalǝm (Kessenich), twišalǝm (Bree, ... ), twiǝša.lǝm (Elen), twiǝšalǝm (Neeroeteren), twēšalǝm (Uikhoven), twīǝšalǝm (Meeswijk), tweescharige engelse ploeg: twēšārǝgǝ [engelse ploeg] (Maasniel  [(houten karploeg met omsteekriesters - rond 1915 nog in gebruik)]  ), tweescharige ploeg: tweescharige ploeg (Blitterswijck), twēsxarǝgǝ [ploeg] (Siebengewald), twēsxorǝgǝ [ploeg] (Mook, ... ), twēšāregǝ [ploeg] (Maasniel  [(om ondiep te ploegen en om stoppelland te bewerken)]  ), twīǝšē̜regǝ [ploeg] (Linne), tweescharige stoppelploeg: twīǝsxārǝgǝ [stoppelploeg] (Merselo), tweescharige stroopploeg: twišē̜ ̞rǝgǝ [stroopploeg] (Cadier), tweevoorder: twivø̜̄rdǝr (Heugem, ... ), twiǝvø̜̄rdǝr (Margraten, ... ), twēǝvø̄rdǝr (Munstergeleen), tweevorige-ploeg: twivø̄rǝgǝ [ploeg] (Bommershoven), vierschaar: virsxār (Blitterswijck, ... ), vēršār (Berg / Terblijt, ... ), vīrsxār (Aijen, ... ), vīrsxǭǝr (Achel), vierschaard: vērsxārt (Kronenberg), (mv)  vērsxē̜rt (Velden), vierschaarder: vēršē̜rdǝr (Baarlo, ... ), vierschaardige ploeg: vērsxē̜rdǝgǝ [ploeg] (Lottum), vierschaarsploeg: vēršārs[ploeg] (Heerlen, ... ), vierschaarsstoppelploeg: vēršārs[stoppelploeg] (Heythuysen), vierschalm: vēršālǝm (Meeswijk), vierscharig stroopmachine: vēršārǝx [stroopmachine] (Simpelveld), vierscharige ploeg: vēršēęrǝgǝ [ploeg] (Heerlen), vīrsxarǝgǝ [ploeg] (Siebengewald), vīrsxø̜rǝgǝ [ploeg] (Mook, ... ), vierscharige stoppelploeg: vīrsxārǝgǝ [stoppelploeg] (Merselo), viervoorder: vērvø̜̄rdǝr (Rijckholt), zesscharige ploeg: zɛsšēęrǝgǝ [ploeg] (Heerlen), zevenschaar: zø̄vǝsxār (Oirlo), zēvǝšār (Doenrade), zevenschaard: zē̜ ̝vǝsxārt (Kronenberg), zevenschaarder: zīǝvǝšē̜rdǝr (Rijckholt), zevenscharig stroopmachine: zīǝvǝšārǝx [stroopmachine] (Simpelveld), zevenscharige omganger: zø̄vǝsxārǝgǝn [omganger] (Aijen), zevenscharige ploeg: zø̄vǝsxø̜rǝgǝ [ploeg] (Ottersum), zø̄vǝsxārǝgǝ [ploeg] (Merselo) Met een meerscharige ploeg wordt een ploeg bedoeld die uitgerust is met twee, drie of meer scharen en waarmee evenzovele voren tegelijk omgeploegd worden. Over het algemeen - en uit een aantal benamingen blijkt dat ook - gebruikt men deze ploeg voor het oppervlakkig ploegwerk met name voor het omploegen van een stoppelveld. Van de onderstaande woordtypen die met drie- beginnen, vertegenwoordigt het eerste lid tevens dialectvarianten van het type drij. [N 11, 30; N 11A , 75 a-c ; N J, 10; JG 2b-4, 1; monogr.] I-1