e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
met de poten roeren afbroeien: āfbrø̄jǝ (Heerlen), afstropen: āfštrø̄pǝ (Kerkrade), bij de poten schudden: bǝ dǝ puǝtǝ sxødǝ (Sint-Truiden), broeien: brø̄jǝ (Maasmechelen, ... ), door ketel trekken: dōr kētǝl trɛkǝn (Maastricht), goed soppen: gōt sǫpǝ (Heythuysen), onderstoken: ondǝr stōkǝ (Heugem), osweken: lǫswē̜kǝ (Helchteren), lǫswęjkǝ (Rotem), poten broeien: pyǝt brȳjǝ (Meijel), pȳǝt brø̄ǝ (Gulpen, ... ), pø̄t brøjǝn (Ottersum), poten schroeien: pyǝt šrø̜jǝ (Meijel), roeren: ryrǝ (Nieuwerkerken), ryǝrǝ (Zepperen), rø̄rǝ (Waubach), rø̄rǝn (Berg / Terblijt), schoepelen: (het varken wordt) gǝsxøpǝlt (Horst), sxupǝlǝ (Blerick), schokkelen: sxǫkǝlǝ (Leunen), šokølǝ (Eys), šø̜kǝlǝ (Buchten), schouwen: sxān (Lummen), schroeien: sxryjǝ (Boekend), soppen: sopǝ (Horn), sǫpǝ (Tongeren), spoelen: spø̄lǝ (Rekem), stuiken: štukǝn (Nuth), wellen: wɛlǝn (Hoensbroek), weteren: wējtǝrǝ (Mechelen) Met de poten in het water bewegen om zo de haren beter te kunnen weken. [N 28, 22; monogr.] II-1