e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
met een drijftol spelen bet de dop spelen: bɛ dən doͅp spɛ:lə (Sint-Truiden), de knool drijven: de knool drieve (Holz, ... ), de knool slaan: de knool sjloa (Kerkrade), de kokkeral opzetten: de kokkeral opzètte (Merkelbeek), de konkernel smikken: sjmiekke=zwepen  de kônkernel sjmiekke (Beegden), dobbelen: dobbele (Eygelshoven, ... ), dŏbələ (Waubach), dop houwen: dophôwwe (Bocholtz), dop jagen: dop jagen (Henis), dopjögen (Vlijtingen), dop opzetten: de zweep heet sjmik  enne dop opzette (Schinnen), dop slaan: dop.slaon (Pey), dopje schieten: /  dupke scheete (Eisden), doppen: do.pə (Gutshoven), dobbe (Amstenrade, ... ), dobben (Baarlo, ... ), dobbə (Putbroek), doppe (Blerick, ... ), doppen (Blerick, ... ), doppə (Hout-Blerick, ... ), dopə (Sint-Truiden), doͅbə (Dorne, ... ), doͅpə (Borgloon, ... ), doͅpən (Overpelt), dupə (Diepenbeek, ... ), /  dobbe (Tegelen), doppe (Elsloo), Doppe (WW) (Montfort), doppen (Eksel), Jongensspel.  dobbe (Baarlo), met de dop spelen  doppen (Bocholt), Sub Simpelvelds knole.  doppe (Bocholtz), drijveren: drieveren (Velden), /  drieveren (Velden), geselen: gijselen (Kessel), ijsdoppen: ɛsdoͅbə (Meeuwen), ijspoeperen: ieespoepere (Weert), jaagsdop spelen: /  jôsdop spele (Tongeren), kernellen: kernellen (Keent), kernèllen (Hushoven, ... ), kurnellen (Ospel), kərnellə (Leuken, ... ), Sub kernêl`.  kernelle (Weert), knolen: knole (Simpelveld), knouwələ (Bocholtz), knowələ (Vaals), knoren: knōrə (Eys), kokkeral drijven: koekkeral drieve (Nuth/Aalbeek), kokkeral slaan: koekkeral slaon (Nuth/Aalbeek), kokkerallen: koekeralle (Nuth/Aalbeek, ... ), koekerallen (Puth), kokerallen (Nuth/Aalbeek), kokkeralle (Geleen, ... ), kokkerallen (Geleen), kokkeràlle (Limbricht), kokkəralle (Holtum), kòkkeralle (Guttecoven), kókkeralle (Geleen, ... ), kökeralle (Einighausen), /  koekeralle (Sittard), kókkeralle (Sittard), vgl. pag. 189: Tollen.  kókkeralle (Sittard), kokkerel opzetten: koekərel opzètte (Sibbe/IJzeren), kokkərel opsettə (Voerendaal), kokkerellen: koekerelle (Bemelen, ... ), koekerelle (mèt ɛne koekeràèl) / rèepe (mèt de rèep) (Kanne), koekerellen (Helden/Everlo, ... ), koekerèlle (Maasniel), koekerèllen (Roermond), koekĕrèllĕ (Roermond), koekkerelle (Klimmen, ... ), koekkerellen (Mopertingen), koekərēllə (Amby), kokerellen (Gulpen, ... ), kokkerel (Heer), Kokkerelle (Eijsden), kokkerelle (Grevenbicht/Papenhoven, ... ), kokkerellen (Geleen, ... ), kokkerèlle (Maastricht, ... ), kokkərellə (Heythuysen), kokərelə (Stokrooie), kokərɛ:lə (Gellik), kokərɛlə (Dilsen), kōkkerelle (Gronsveld), kukkərɛllə (Bilzen), kukkərɛllən (Vucht), kukərɛlə (Kanne, ... ), kókerélle (Berg-en-Terblijt), kôkkerélle (Gronsveld), (weet niet meer zeker - moet ik nog eens opzoeken)  koekkerêlle (Bilzen), (ww.)  koekerelle (Kanne), /  koekerelle (Eigenbilzen), Koekerelle (Eijsden), koekerelle (Roermond), koekerellen (Grevenbicht/Papenhoven, ... ), kokerelle (Bunde), kokkerelle (Grevenbicht/Papenhoven, ... ), kókkerelle (Maastricht), kókkerelle/ (Maastricht), kôkkerèlle (Mechelen-aan-de-Maas), Afl. van koekeré.l sub drijftol.  koekerelle (Hasselt), een andere meer bekende vorm is een tol waarover een koord werd gedraaid van onder naar boven, de tol werd op de grond gegooid terwijl de koord werd afgetrokken.  koakerellen (Leut), een dop was omgekeerd conisch en van een stalen punt voorzien, een koekerel helemaal in hout.  koekerelle (Bilzen), Ook pòpperelle [vgl. pag. 95].  kòkkerelle (Echt/Gebroek), Sub koekerel.  koekerelle (Roermond), Sub kókkerel.  kókkerelle (Maastricht), Z. dóppe.  kòkerélle (Zolder), kokkerelletje opzetten: koekkerelkes opzette (Nuth/Aalbeek), kokkernel kappen: koekkernel kappen (Eksel), kokkernellen: koekernellen (Eksel), (ww.)  koekkernellen (Eksel), Afl. sub *kokkernel.  kòkkernélle (Zonhoven), Koekkernellen"was eerder moeilijk. Om te beginnen moest je de onderzijde van de paddenstoeltol tussen duim, wijsvinger en middenvinger nemen en dan na een snelle vinger-draaibeweging de draaiende paddenstoeltol op de grond werpen en onmiddellijk deze draaibeweging aanwakkeren en draaiende houden door een dopkoord of een smak (zweep).  koekkernellen (Eksel), werkwoord: kokkernellen  kokkernellen (Zonhoven), kokkernollen: koekernolle (Overrepen), koekernollen (Berg, ... ), koekkernollen (Neerrepen), Afbeelding pag. 160.  kokkërnolle (Hoeselt), Doormiddel [sic] van een fijn koordje wordt de kokkernol, lijk een tol, in beweging gebracht. Als hij eenmaal in beweging is, wordt hij, doormiddel van een fijn koordje dat vastgemaakt is aan een stokje, aangezwengeld. t Is de bedoeling dat de kokkernol zo lang mogelijk blijft rondtollen.  kokkërnollë (Hoeselt), konkerellen: koengkrellen (Nieuwerkerken), koenkerelle (Zepperen), koenkerellen (Ulbeek), konkerellen (Donk (bij Herk-de-Stad), ... ), konkrellen (Schulen), koŋkərɛlə (Diepenbeek), koͅŋkərɛlə (Genk), ku:ŋkərɛlən (Diepenbeek), kuŋkərɛlə (Sint-Truiden), Cfr. afbeelding sub koenkerel, konkerel.  koenkerell`n (Diepenbeek), ken het AN niet  koenkerellen (Diepenbeek), konkernellen: konkernellen (Paal), konkərnellə (Putbroek), kōnkernelle (Heel), /  konkernelle (Genk), konkernol spelen: konkernol spelen (Berlingen), konkernollen: koonkernolle (Heerlen), koͅŋkərnulə (Wellen), wordt niet meer gespeeld  koenkernollen (Wellen), krokkerellen: kroekərellə (Helden/Everlo), kronkerellen: kronkerellen (Wijer), met de dop spelen: met den dob speele (Valkenburg), met den dop spelen (Leopoldsburg), met de gromdop spelen: met de gromdop spelen (Bree), met de ijsloper spelen: spele met d’r iesleuper (Vijlen), met de jaagsdop spelen: [sic]  mitə joͅ:zdup spe:lə (Tongeren), met een jaagsdop spelen: [sic]  met een joͅ:zdup spelen (Tongeren), pompernellen: pompernellen (Kessenich), poompernellen (Maasbracht), poəmpernellə (Wessem), Met een schoenveter aan een stuk hout ging dit het beste.  pómpernelle (Thorn), popkernellen: poepkernellen (Weert), popperel opleiden: popperel opleie (Echt/Gebroek), popperellen: poeperellen (Elen), poepperellen (Linne), poperelle (Echt/Gebroek), popperelle (Echt/Gebroek), popperellen (Maasbracht, ... ), popperèlle (Maasbracht), poêperellen (Dilsen), pŏĕpərĕlə (Pey), pupərɛlə (Maaseik), /  pópperelle (Maaseik), [sic]: idem [als 2b]  pupərɛlə (Maaseik, ... ), [Vgl. pag. 69: kòkkerelle.]  pòpperelle (Echt/Gebroek), hier de klemton op "po"terwijl "rel"ook nog klemtoon houdt  pōperellə (Roosteren), poppernellen: pipərnɛlə (Peer), poepernelle (Gruitrode, ... ), poepernellen (Kinrooi, ... ), poppernelle (Neerglabbeek), poppernellen (Grote-Brogel, ... ), pupərnɛlə (Opglabbeek), póppernelle (tol) (Kinrooi), /  popernelle (Geistingen), póppernelle (Kinrooi), porperellen: porperelle (Montfort), sien: [sic]  sieën (Engelmanshoven), smikdobbelen: sjmikdobbelen (Waubach), smikken: [Dit] was het draaiende houden van deze drijftol door middel van zweepslagen met "t sjmikske".  sjmikke (Herten (bij Roermond)), tol spelen: /  tol spöle (Maaseik), tollen: tolle (Baexem), tollen (Arcen, ... ), tolə (America), /  tolle (Ottersum, ... ), Tolle (Venlo), tólle (Gennep), tolleren: /  tolleren (Neerpelt) / [SND (2006)] || 3. In de betekenis van de "koekërel"slaan. || [Met de drijftol spelen]. || [Met de] zweeptol [spelen]. || [Tollen]. || draaitol [SND (2006)] || draaitollen [SND (2006)] || een tol op de hand laten draaien [scheppen, deinderen] [N 88 (1982)] || Hoe noemt men een dergelijk stuk speelgoed dat in bezeging wordt gebracht met behulp van een touwtje dat er omheen wordt gedraaid? [priktol] [Lk 03 (1953)] || Hoe noemt men het spelen met dit speelgoed [kinderspeelgoed dat paddestoel- of kegelvormig is en dat met een zweep wordt voortgedreven]? [DC 24 (1953)] || Hoe noemt men het spelen met dit speelgoed? [Lk 03 (1953)], [Lk 03 (1953)] || Kinderspel met tol en zweepje. || kokkerellen [SND (2006)] || Lievelingsspel 1. [SND (2006)] || Lievelingsspel 2. [SND (2006)] || Lievelingsspel 3. [SND (2006)] || Lievelingsspel 5. [SND (2006)] || Met de drijftol spelen. || met de tol spelen [SND (2006)] || Met de tol spelen, draaien. || met de tol spelen/ [SND (2006)] || Spel om de tol al kappend in de paddestoeltol te doen belanden, of te verplaatsen in een vooraf bepaalde richting, wat niet altijd lukte. || Spelen met de draaitol (zweeptol). || tol [SND (2006)] || tol doen draaien met zwweepje [SND (2006)] || tol spel [SND (2006)] || tol spelen [SND (2006)] || tollen [SND (2006)] || Tollen (met drijftol). || Tollen met een paddestoeltol. || Tollen, met de drijftol spelen. || Tollen. III-3-2