30017 |
mortelbak |
bot:
bǫt (P176p Sint-Truiden, ...
P177p Zepperen),
cementbak:
sǝmābak (P176b Bevingen),
chamottebak:
šamǫt˱bak (Q099q Rothem
[(met tweede handvat)]
),
draagbak:
drāx˱bak (L282p Achel, ...
L320a Ell,
L316p Kaulille,
L315p Kleine-Brogel,
L364p Meeuwen),
kalkbak:
kal(ǝ)k˱bak (P176p Sint-Truiden),
kalǝk˱bak (L297p Belfeld, ...
P176b Bevingen,
Q121c Bleijerheide,
Q113p Heerlen
[(voor stucadoor)]
,
L330p Herten,
L289b Leuken,
Q104a Limmel,
Q095p Maastricht,
L265p Meijel,
L427p Obbicht,
L290p Panningen,
Q012p Rekem,
Q099q Rothem,
L270p Tegelen,
Q222p Vaals,
L289p Weert),
kālk˱bak (Q198a Mesch),
kalkbot:
kalǝk˱bǫt (P176p Sint-Truiden),
kalkmouw:
kalǝkmuw (Q015p Stein),
kalksbak:
kalǝk˱s˱bak (Q202p Eys, ...
Q121p Kerkrade
[(voor specie en kalk)]
),
mortelbak:
[mortel]bak (L282p Achel, ...
K318p Berverlo,
Q011p Boorsem,
L360p Bree,
Q004p Gelieren Bret,
Q003p Genk,
L414p Houthalen,
L316p Kaulille,
K359p Koersel,
P057p Kuringen,
K278p Lommel,
P051p Lummen,
L372p Maaseik,
L364p Meeuwen,
L416p Opglabbeek,
K357p Paal,
Q194p Rijckholt,
P176p Sint-Truiden,
P056p Stokrooie,
K353p Tessenderlo,
Q013p Uikhoven,
Q001p Zonhoven),
mortiebak:
[mortie]bak (P120p Alken, ...
Q072p Beverst,
Q083p Bilzen,
Q071p Diepenbeek,
Q198p Eijsden,
Q077p Hoeselt,
Q180p Mal,
Q198a Mesch,
P176p Sint-Truiden,
Q078p Wellen),
murerstrog:
mȳrǝrstrǭx (Q121p Kerkrade
[(meervoud: mȳrǝrstrø̜̄x)]
),
murertrog:
mȳrǝrtrǭx (Q121p Kerkrade),
pleisterbak:
plī.stǝrbak (Q111p Klimmen),
sijsje:
ziǝsjǝ (Q121p Kerkrade),
speciebak:
[specie]bak (Q095p Maastricht, ...
L209p Merselo,
L159a Middelaar,
Q020p Sittard,
L318b Tungelroy,
L210p Venray,
L289p Weert),
spijsbak:
[spijs]˱bak (Q019p Beek, ...
Q121c Bleijerheide,
L269p Blerick,
Q035p Brunssum,
Q121a Chevremont,
L431p Dieteren,
Q202p Eys,
Q018p Geulle,
Q193p Gronsveld,
Q203p Gulpen,
Q121d Haanrade,
L320c Haler,
Q113p Heerlen
[(voor metselaar)]
,
L291p Helden,
Q187a Heugem,
L292p Heythuysen,
Q028p Jabeek,
Q121e Kaalheide,
Q121p Kerkrade,
Q111p Klimmen,
L289b Leuken,
L267p Maasbree,
L382p Montfort,
Q022p Munstergeleen,
L321p Neeritter,
Q197p Noorbeek,
L163p Ottersum,
L373p Roosteren,
Q035a Rumpen,
Q098p Schimmert,
Q030p Schinveld,
Q020p Sittard,
Q121b Spekholzerheide,
L432p Susteren,
L270p Tegelen,
Q197a Terlinden,
L318b Tungelroy,
Q112b Ubachsberg,
Q097p Ulestraten,
Q117a Waubach,
L289p Weert),
spijsvogel:
špīs˲vuǝjǝl (Q121c Bleijerheide, ...
Q121a Chevremont,
Q121d Haanrade,
Q121e Kaalheide,
Q121p Kerkrade,
Q121b Spekholzerheide),
trog:
trǭx (Q121p Kerkrade),
vogel:
vuǝgǝl (Q198p Eijsden),
vuǝjǝl (Q121p Kerkrade),
vōgǝl (Q180p Mal)
|
Van een handvat voorziene houten bak, soms aan de binnenzijde met blik of zink versterkt, waarmee de handlanger de aangemaakte mortel op de schouder naar de metselaar brengt. Aan de onderzijde van de bak kan een houten stok bevestigd zijn. Er bestaan ook geheel uit metaal vervaardigde mortelbakken. Zie ook afb. 22. In Q 198 kende men een uitvoering die van twee armen was voorzien en op beide schouders rustte. Zie voor de woordtypen 'vogel' en 'spijsvogel' ook het lemma 'Modderbak' in wld ii.8, pag. 40. De woorddelen '(mortel)-' ,'(spijs)-' etc. zijn fonetisch gedocumenteerd in het lemma 'Mortel'. [N 30, 45b; monogr.; div.]
II-9
|