31589 |
nagelijzer |
klinknagelijzer:
kleŋknāgǝlīzǝr (L210p Venray),
mof:
muf (P219p Jeuk),
nagelblok:
nāgǝlblǫk (Q113p Heerlen),
nagelenijzer:
nē̜gǝlīzǝr (L299p Reuver),
nɛ̄gǝlīzǝr (L165p Heijen, ...
L217p Meerlo,
L192a Siebengewald,
L213p Well),
nɛ̄ǝlīzǝr (Q116p Simpelveld),
nagelenmal:
nē̜gǝlmal (Q018p Geulle, ...
L382p Montfort),
nagelijzer:
nōgǝlīzǝr (Q088p Lanaken),
nāgǝlīzǝr (L330p Herten, ...
Q111p Klimmen,
Q095p Maastricht,
L159a Middelaar,
L321p Neeritter,
Q099q Rothem,
L271p Venlo),
nǭgǝlē̜zǝr (K353p Tessenderlo),
nagelvorm:
nāgǝlvǫrǝm (L291p Helden, ...
Q111p Klimmen,
L290p Panningen),
rivetijzer:
rǝvɛt˱izǝr (L423p Stokkem),
schijf:
šājf (Q083p Bilzen),
smeednagelijzer:
smiǝnǭgǝlęjzǝr (Q083p Bilzen),
vorm:
vǫrǝm (Q121b Spekholzerheide),
vormijzer:
vørǝmē̜jǝzǝr (P047p Loksbergen),
zetijzer:
zęt˱īzǝr (L321p Neeritter)
|
Stuk ijzer met ronde en vierkante gaten van verschillende afmetingen, waarin men de pinnen van de nagels plaatst om er een kop aan te slaan. Het nagelijzer wordt ook gebruikt voor het vormen van de koppen aan klinknagels. Zie ook afb. 217. Koperen klinknagels werden vroeger volgens de zegsman uit L 210 gedraaid uit koperen plaat en vervolgens door het ɛklinknagelijzerɛ geslagen, waardoor er een kop op kwam. In L 329 werd het van verschillende ronde, vierkante en platte gaten van verschillende afmetingen voorziene nagelijzer boven het schroodgat van het aambeeld gelegd. De klinknagel werd vervolgens in één van deze gaten geplaatst. Door met een hamer op de voorgestuikte kop van de klinknagel te slaan nam deze de vorm aan van het betreffende gat. De kop werd afgewerkt met een ɛdopperɛ Zie ook de toelichting bij het lemma ɛdopperɛ.' [N 33, 292; N 33, 332; N 66, 19]
II-11
|