e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
oever aan de kant: an der kant (Ingber), a͂n de kânt (Oirlo), aan die kant: #NAME?  aan deè kant (Neerharen), aan get water: Opm. v.d. invuller: dit wordt gezegd; het woord oever is onbekend!  agge watter (Gulpen), afgaande kant: afgaande kānt (Griendtsveen), afkant: af-kant (Blitterswijck), afloop: aafluujp (Venray), afzak: afzak (Blitterswijck), bach (du.): ps. niet duidelijk geschreven!  baach (Vijlen), bekenboord: beekəboort (Hunsel), de beekeboôrd (Tungelroy), berm: berm (Ospel, ... ), boord: bad (Sittard), baord (Herten (bij Roermond), ... ), baort (Heythuysen), bat (Bunde), bath (Vlodrop), boad (Kerkrade), boart (Buggenum), boaw (Schimmert), boeird (Gronsveld), boord (Hunsel, ... ), boort (Stramproy, ... ), boïrd (Eckelrade), bōērt (Eijsden), bâôət (Wijlre), de bad (Itteren), (beurd). Vb. hè sjeet zich t boôrd van t gaat aaf! (lett. hij scheet de rand (het boord) van zn gat af, m.a.w. hij liep leeg!).  boôrd (Tungelroy), (boord).  boa͂t (Heerlen), (endepols. pagina 21: bat= kribwerk, kaai).  bat (Borgharen), ps. boven de Ø staat nog een ` en onder de Ø nog een streepje; deze combinatieletter is niet te maken.  bōart (Merkelbeek), dijk: dieek (Weert), dīēk (Stein), droge, het -: dreuge (Venlo), graaf: graaf (Doenrade, ... ), hangen van het klif: ⁄t hange van et klieef (Schinveld), inzich: ieezieïg (Swolgen), kade: kaai (Venlo), kant: de kandj (Lutterade), de kanjt (Geleen), de kant (Geulle, ... ), de kante (Maastricht), de kāent (Venray), de kânt (Bree, ... ), der kant (Gulpen), d⁄r kant (Klimmen), ka-ant (Lottum), kaant (Amby, ... ), kaatj (Neeritter), kangt (Helden/Everlo, ... ), kanjt (Beesel, ... ), kanjtj (Brunssum), kank (Grubbenvorst, ... ), kankt (Maasbree, ... ), kant (Amby, ... ), kantj (Asenray/Maalbroek, ... ), kāānt (Afferden, ... ), kānt (Griendtsveen, ... ), ka͂nt (Maastricht, ... ), kenjt (Obbicht, ... ), kentj (Berg-aan-de-Maas, ... ), kĕntj (Einighausen), kànjt (Susteren), kànk (Nieuwenhagen, ... ), kànkt (Grubbenvorst), kànt (As, ... ), kàntj (Amstenrade, ... ), kàànt (Gennep, ... ), kààntj (Haelen, ... ), kàənt (Weert), kánjt (Schinnen), kánt (Amby, ... ), kántj (Beesel, ... ), (Einer plaats heel hier, op t oover, d.i. de vroegere oever der oude maas).  kantj (Stevensweert), m.  kant (Eys, ... ), Opm. v.d. invuller: aan dè kaant = deze oever; aan den andere kaant = overoever.  kaant (Borgharen), Opm. v.d. invuller: bij de Maas zegt men: aan den oever v.d. Maas.  kantj (Buggenum), Opm. v.d. invuller: de a is dof en lang.  kant (Amby), Opm. v.d. invuller: de è van met.  kèntj (Urmond, ... ), Opm. v.d. invuller: dit woord wordt meer gebruikt.  kant (Venlo), Opm. v.d. invuller: het woord oever bestaat niet bij ons.  kant (Melick), Opm. v.d. invuller: neusklank Fr. Jean.  kaant (Merselo, ... ), Opm. v.d. invuller: oever bestaat hier niet.  kaant (Mheer), Opm. v.d. invuller: oever is niet gebruikelijk.  kantj (Roermond), Opm. v.d. invuller: oever wordt hier niet gebrukt.  kaant (Ottersum), Opm. v.d. invuller: oever wordt niet gebruikt.  kant (Swolgen, ... ), ps. boven de a staat nog een ? en een `; deze combinatieletter is niet te maken.  kangk (Bocholtz), kank (Spekholzerheide, ... ), kant (Berg-en-Terblijt, ... ), kantj (Haelen, ... ), ps. boven de a staat nog een ? en een `; deze combinatieletter is niet te maken. Opm.: in feite staat er: kankt (van d\\ bék met boven de a een ? en een `.  kankt (Sevenum), ps. boven de a staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken (of toch omspellen volgens Frings: [kank]?  kank (Tegelen), ps. boven de a staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken.  kank (Chèvremont, ... ), kant (Maastricht), kantj (Koningsbosch), ps. boven de a staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken. (of toch omspellen volgens Frings: [ka\\nk]?  kaənk (Velden), ps. boven de n en de t staat nog een ?; deze combinatieletters zijn niet te maken.  kant (Reuver), ps. boven de Å staat nog een `; deze combinatieletter is niet te maken.  kānk (Hout-Blerick), kānt (Arcen), ps. boven de Å staat nog een ´; deze combinatieletter is niet te maken.  kāndž (Kessel), kānt (Heijen, ... ), ps. boven de à staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken.  kàntj (Roosteren), ps. boven de à staat nog een dakje (^ deze combinatieletter is niet te maken. Opm. v.d. invuller: oever is onbekend.  kànt (Oostrum), ps. boven de â staat nog een `; deze combinatieletter is niet te maken.  kânt (Maastricht), kanthelling: kant helling (Horn), kantschoor: kantj schoor (Horn), klif: kleef (Belfeld, ... ), klef (Grubbenvorst), klēēf (Beesel, ... ), klieef (Schinveld), (ie van bies). "ook gezegd e, weghelling".  klieɛ͂f (Brunssum), klip: klep (Lottum), maaswal: (maas)wal (Venlo), oever: den oever (Geulle, ... ), den oover (Boekend, ... ), den overe (Maastricht), dovere (Maastricht), euver (Hunsel), ēūver (Venlo), hovere (Maastricht), oaver (Belfeld, ... ), oefer (Kerkrade, ... ), oever (Beek, ... ), oevĕr (Amby), oevər (Beesel, ... ), oo-ver (Vijlen), oover (Amby, ... ), oovere (Maastricht), oovər (Berg-aan-de-Maas, ... ), ouver (Guttecoven, ... ), over (Baarlo, ... ), overe (Geulle, ... ), ovər (Munstergeleen), oöver (Nuth/Aalbeek), oùver (Schinnen), oəvər (Puth), ōēver (Afferden, ... ), ōōver (Kessel), ōōvər (Maastricht), ōver (Eys, ... ), ōvər (Hoensbroek, ... ), ŏĕvər (Epen), ufer (Vaals), uvər (Panningen), óvər (Maastricht), ôôvər (Maastricht), ⁄t oovere (Maastricht), ⁄t oovərə (Caberg), (kant).  oever (Blerick), (o.).  o.ver (Montfort), Opm. dit wordt ook gezegd.  over (Vlodrop), Opm. v.d. invuller: dit zegt men ook.  ovərə (Hoensbroek), ps. boven de Ø staat nog een ´; deze combinatieletter is niet te maken.  ōvər (Berg-en-Terblijt), ps. boven de ó staat nog een lengteteken; deze combinatieletter is niet te maken.  óvərə (Born), ps. boven de ø staat nog een ´; deze combinatieletter is niet te maken.  ŏvər (Heerlen), ps. niet omgespeld!  ōver (Geleen), ps. omgespeld volgens Frings (of niet omspellen?). Opm. v.d. invuller: vroeger ook: [o?v\\r].  ōvər (Echt/Gebroek), oeverberg: ooverberg (Kessel), oeverenwal: overewál (Maastricht), (in de stad).  overewal (Maastricht), oeverhang: euverhangen (Sint-Odiliënberg), oeverhelling: oaverhelling (Echt/Gebroek), ooverhĭlling (Gulpen), oeverkant: overkant (Mheer), oeverloop: uiverluip (Geleen), rand: rand (Lottum, ... ), randj (Reuver), rank (Bleijerheide), rānk (Rimburg), ps. boven de a staat nog een ? en een `; deze combinatieletter is niet te maken.  rangk (Bleijerheide), rank (Spekholzerheide), schoor: sjaar (Grevenbicht/Papenhoven), sjaor (Echt/Gebroek, ... ), sjo?r (Thorn), sjoar (Buchten, ... ), sjoear (Heel), sjoor (Berg-en-Terblijt, ... ), sjäör (Pey), sjôôr (Beegden), ps. niet omgespeld!  sjāōr (Stevensweert), slak: (= greppel vol water, als afscheiding der weilanden, ook genoemd: "t sjeit").  sjlak (Sittard), talud: talluu (Schimmert), talu (Valkenburg), talūū (Susteren), teluu(m) (Obbicht), fr. talud.  teluuj (Ell), klemtoon op u helling van een dijk  talu (Gennep), wal: de wal (Blerick), wal (Blerick, ... ), walle (Posterholt), wāl (Lottum, ... ), wál (Haelen, ... ), wáll (Pey), (lange a-).  wál (Steyl), walkant: (wàl)kànt (Venlo), walkantj (Roermond, ... ), wálkànt (Venlo), waterkant: de water kant (Blerick), waatərkānk (Nieuwenhagen), water-kant (Hoensbroek), waterkant (Merselo), waterkantj (Susteren), watərkántj (Sweikhuizen), wāātərkànt (Maastricht), wáátərkānt (Heerlen), wáátərkànjt (Roermond), wierd: wiërd (Venlo), zij: zīj (Koningsbosch) beekoever || boord (van beek), rand, zoom || oever [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || oever, zoom van het land aan elk van de beide zijden van het water van een rivier, meer enz [kant, wal] [N 81 (1980)] || oeverhelling [SGV (1914)] III-4-4