20736 |
ooftvlaai |
appelenvla:
Eigen phonetische
appələvlaa (Q101p Valkenburg),
Eigen syst.
appĕlĕvla (Q113p Heerlen),
appelenvlaai:
appele vlaai (L425p Grevenbicht/Papenhoven),
appeleflaaj (L297p Belfeld),
appellevlaoj (Q198b Oost-Maarland),
Nieuwe [spelling]
appeleflaaj (L299p Reuver),
Syst. Eykman
ápələvlāi̯ (L244c America),
Syst. Frings
apləvlāi̯ (L355p Peer),
apələvlāi̯ (L317p Bocholt),
Syst. Veldeke Van gedruegde appele
appeleflaai (L270p Tegelen),
Syst. WBD
appele-flaaj (L271p Venlo),
appele-vlaaj (L216p Oirlo),
appeleflaa (L290p Panningen),
appeleflaai (L268p Velden),
appeleflaaj (L268p Velden),
appelevlaai (L269b Boekend, ...
L271p Venlo),
appelevlaaj (L270p Tegelen),
appelkitsenvlaai:
Syst. Frings
apəlkɛtšəvlai̯ (Q002p Hasselt),
appelmoesvlaai:
Syst. WBD
appelmoosvlaaj (L269p Blerick),
appelschijfjesvlaai:
appelschijfkesvlāōj (L353p Eksel),
appelschijfjevlaai:
Syst. Frings
ápəlsxøͅi̯fkəvlōͅə (P176a Melveren),
appelsnitselenvlaai:
appelsjnitseleflaaj (L322p Haelen),
appelstukjesvlaai:
appelestökskesvlaaj (L318b Tungelroy),
appeltaart:
apəltōͅt (Q178p Val-Meer),
Syst. Frings
apəlta͂ət (P175p Gingelom),
appeltjesvlaai:
Syst. Frings
ɛpəlkəsvlāii̯ (L355a Linde),
Syst. WBD
eppelkesflaaj (L289b Leuken),
appelvla:
appelvlaa (Q117a Waubach),
appelvlaai:
appelvlaoj (Q198b Oost-Maarland),
apəlvloͅə (Q156p Borgloon),
Eigen spellingssyst. Zie vragenlijst p.6
appelvlaaj (L429a Berg-aan-de-Maas),
Syst. Frings
apəlvlaəi̯ (P175p Gingelom),
apəlvlāi̯ (K358p Beringen),
apəlvla͂i̯ (Q002p Hasselt),
apəlvlōͅi̯ (L286p Hamont),
apəlvloͅi̯ (K318p Beverlo),
ápəlvloͅi̯ (K316p Heppen),
Syst. Frings (?)
apəlvlāi̯ (L369p Kinrooi),
Syst. WBD
appelflaaj (L265p Meijel),
bakkemuizenvlaai:
Als ze destijds in de houtoven brood gebakken hadden, droogden ze de peren op de nog warme ovenvloer. Daarvan bakten ze met kermis "vlaai"; een delicatesse met ietwat wilde smaak die refereerde aan het ooft van weleer
bakkemûzevlaai (L417p As, ...
L317p Bocholt,
L360p Bree,
L363p Ellikom,
L366p Gruitrode,
L364p Meeuwen,
L367p Neerglabbeek,
L368p Neeroeteren,
L416p Opglabbeek,
L415p Opoeteren,
L358p Reppel),
bakkemouzevlóój; zie ook vlaai
bakkəmouzəvlóój (Q003a Oud-Waterschei),
van gedroogde peren (= typisch Neeroeters).
bakke moezevlaai (L368p Neeroeteren),
gedroogde appeltjes:
Syst. WBD
gedruugde appelkes (L265p Meijel),
gedroogde-appelvlaai:
Syst. Grootaers
gədrøͅx˂də apəlvloͅu̯i̯ (K278p Lommel),
katsen:
Syst. Frings
katšə (L372p Maaseik),
katsenvlaai:
kadžəvlāj (L420p Rotem),
katšə vlāj (L372p Maaseik),
Syst. Frings
katšəvlāi̯ (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
Van gedroogde appelen
katsjevlaaj (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
katsjesvlaai:
koͅi̯tšəsfloͅj (Q176a Ketsingen),
ketsenvlaai:
ketsje-vlaoj (Q198b Oost-Maarland),
ketšə vlāj (L422p Lanklaar),
kɛtsənvla͂j (L413p Helchteren),
kɛtsəvla͂.j (Q002p Hasselt),
Syst. Frings
kɛtsəvla͂i̯ (Q002p Hasselt),
kɛtšəvlai̯ (Q002p Hasselt),
ketsvlaai:
kɛtsfla͂j (L414p Houthalen),
Syst. Frings
kets˃vlōͅi̯ (Q004p Gelieren/Bret),
kitsenvlaai:
kitsjevlaaj (Q014p Urmond),
ooften:
Syst. WBD
èùf (Q014p Urmond),
ooftenkuizens:
aoftekuizes (L386p Vlodrop),
ooftenvla:
eufte vla (Q192p Margraten),
euftevla (Q020p Sittard),
euftevlaa (L429p Guttecoven),
euftvla (Q204a Mechelen),
eùftevla (Q022p Munstergeleen),
oöfflaa (Q020p Sittard),
èùfvlaa (Q032a Puth),
ööft(e)vla (Q033p Oirsbeek),
ööftevla (Q020p Sittard),
ööfvla (Q020p Sittard),
Syst. WBD
aofteflaa (L294p Neer),
euftevla (L426z Holtum),
èùftevla (L434p Limbricht),
èùfvlaa (Q019a Neerbeek),
ooftenvlaai:
aofteflaai (L377p Maasbracht),
aofteflaaj (L331p Swalmen),
aoftevlaai (L329p Roermond, ...
L374p Thorn),
aoftevlaaj (L329p Roermond),
aufteflaaj (L329p Roermond),
euftevlaaj (Q097p Ulestraten),
eͅftvla͂.j (Q002p Hasselt),
oafteflaaj (L326p Grathem),
oaftenflaaj (L329p Roermond),
oofteflaai (L320a Ell, ...
L321a Ittervoort),
oofteflaaj (L326p Grathem, ...
L322a Nunhem,
L373p Roosteren),
ooftevlaai (L321p Neeritter),
ooftevlaaij (L295p Baarlo),
ooftevlaaj (L318b Tungelroy),
oôftevlaaj (L318d Altweert, ...
L318e Altweerterheide,
L287p Boeket/Heisterstraat,
L288c Eind,
L289a Hushoven,
L318a Keent,
L288b Laar,
L289b Leuken,
L288p Nederweert,
L288a Ospel,
L288a Ospel),
ōͅftə vlāj (L416p Opglabbeek),
òòfteflaaj (L322p Haelen),
övvevlaoj (Q193p Gronsveld),
ø͂ͅftəvlā.j (L423p Stokkem),
#NAME?
aofteflaaj (L432p Susteren),
Een typisch Nederweerts baksel, door de provincie bekend in vroegere jaren; inmiddels nagenoeg in onbruik geraakt of vervangen door bakpruimen
oôftevlaaj (L288p Nederweert),
Syst. Frings
ōftəflāi̯ (L370p Kessenich),
ōͅftɛvlāi̯ (L372p Maaseik),
Syst. Frings (?) ooftevlaai: van peren
ōftəvlāi̯ (L369p Kinrooi),
Syst. Frings Gedroogde peren
ø̄f˃vlāi̯ (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
Syst. Frings vrl.
o͂ͅftəvlāi̯ (L360p Bree),
Syst. Veldeke Van peren.
ooftevlaaj (L369p Kinrooi),
Syst. WBD
ao:fteflaa.j (L332p Maasniel),
aofteflaai (L332p Maasniel),
aofteflaaj (L324p Baexem, ...
L330p Herten (bij Roermond)),
aoftevlaai (L383p Melick),
euftevlaaj (L426p Buchten),
euvevlaai (Q021p Geleen),
oafteflaaj (L331b Boukoul),
oofteflaaj (L289b Leuken),
ooftevlaaj (L288p Nederweert),
òòfteflaaj (L294p Neer),
Syst. WBD Vooral van gedroogde peren.
ooftevlaaj (L318b Tungelroy),
U vult daarbij euftevlaai dit is bedoeld ooftevlaai. Oofte zijn hele peren die gedroogd werden in de oven direct nadat bvb t brood gebakken was. Dan was de oven nog warm. De peren werden dan donkerbruin gedroogd of half gebakken want ze waren dan heel in elkaar geschrompeld en keihard. (men kon ze een eeuw bewaren). Moest er vlaai gebakken worden dan moesten de ooften eerst geweekt worden en dan werden ze gekookt. Daarna werden ze door den doorslaag (=vergiet) gedaan en de ooftespies was klaar. Deze spies werd wel gemengd met wortelen. Dit was voor n gladdere vulling te krijgen.
ooftevlaai (L318b Tungelroy),
Van gedroogde peren
eùfvlaaj (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
Van peren
eufvlaaij (Q015p Stein),
Verklw. oeëftevlaetje
oeëftevlaaj (L318d Altweert, ...
L318e Altweerterheide,
L287p Boeket/Heisterstraat,
L288c Eind,
L289a Hushoven,
L318a Keent,
L288b Laar,
L289b Leuken,
L288p Nederweert,
L288a Ospel,
L289p Weert),
ooftenvladem:
eufvlaam (Q119p Eygelshoven, ...
Q117p Nieuwenhagen),
euèfvlaam (Q121p Kerkrade),
Syst. WBD
öfvlaam (Q204a Mechelen),
oofterenvladem:
Syst. Veldeke
öfterevladem (Q211p Bocholtz),
ooftervlaai:
aofterflaaj (L381p Echt/Gebroek),
ooftvlaai:
Syst. Frings
ūft˃vlōͅi̯ (K359p Koersel),
pruimenvlaai:
Syst. Frings Zwarte vlaai
prøməvlai̯ (Q002p Hasselt),
snitselenvla:
schnitzele vla (Q113p Heerlen),
schnitzelevla (Q113p Heerlen),
sjnitseleflaa (L387p Posterholt),
snitselenvlaai:
Syst. WBD
sjnitseleflaaj (L329p Roermond),
snitsenvladem:
sjnitse vlaam (Q119p Eygelshoven),
taartenpom:
tartepom (Q096d Smeermaas),
taartenpomvlaai:
Verkl. èè terptepimke
tertepòmvlaai (L417p As, ...
L317p Bocholt,
L360p Bree,
L363p Ellikom,
L366p Gruitrode,
L364p Meeuwen,
L367p Neerglabbeek,
L368p Neeroeteren,
L416p Opglabbeek,
L415p Opoeteren,
L358p Reppel),
vla met ooften:
vla mit euëf (Q112b Ubachsberg),
vla met zwarte spijs:
vla mit schwatte sjpies (Q112b Ubachsberg),
vlaai mee appelstukjes:
Syst. Frings
vlōͅi̯ meͅ apəlstøkskəs (L286p Hamont),
zwarte appelvladem:
sjwazze appelvlaam (Q121c Bleijerheide),
zwarte vla:
zjwarte vla (Q204a Mechelen),
zwarte vla (Q101p Valkenburg),
zwarte vlaai:
zwatə vlōͅi̯ (Q162p Tongeren),
Syst. Frings
zwatə vloͅi̯ (P176p Sint-Truiden),
zwarte vladem:
schwatte vlaam (Q204a Mechelen),
sjwatse vlaam (Q119p Eygelshoven),
Syst. WBD appel-rénge: aan een draad geregen, gedroogde appelschijfjes.
sjwatse-vlaam (Q121p Kerkrade)
|
appelschijfjesvlaai || fijn gebak dat de huismoeders vooral ter gelegenheid van de kermis klaarmaken [ZND 48 (1954)] || gedroogde peren voor het bakken van een vlaai || met spijs van in oven gedroogde peren || ooftvlaai || taart met gedoogde appelschijfjes || taart van geconfijte appelschijfjes || Vla met moes van gedroogde appelen (euftevlaoj, zwarte vla?) [N 16 (1962)] || vlaai met spijs van gedroogde peren
III-2-3
|