28631 |
opdoeken |
doeken:
do.kǝn (L421p Dilsen),
dōkǝ (Q197p Noorbeek, ...
Q197a Terlinden),
een doek om de korf doen:
ǝnǝ dōk om de kø̜rf dōn (L374p Thorn),
opdoeken:
opdoeken (Q003p Genk, ...
K278p Lommel,
Q009p Maasmechelen,
L294p Neer,
P177p Zepperen),
opdokǝ (Q003p Genk),
opdukǝ (P107a Rummen, ...
P176p Sint-Truiden,
L210p Venray),
opdø̄kǝ (L333p Asenray / Maalbroek, ...
L371a Geistingen,
L330p Herten,
L329p Roermond),
opdōkǝ (Q019p Beek, ...
L428p Born,
Q113p Heerlen,
L246p Horst,
L416p Opglabbeek,
L381b Peij,
L271p Venlo,
L289p Weert),
opdōkǝn (L361p Tongerlo),
opdūkǝ (L265p Meijel),
updukǝn (K353p Tessenderlo),
opkleden:
opkleden (K317a Kerkhoven),
opklę.ǝn (Q071p Diepenbeek),
opklęjǝ (P120p Alken),
opklęjǝn (L361p Tongerlo),
opsteken:
opstęjkǝ (Q015p Stein),
opstę̄kǝ (L244d Ysselsteyn),
opzakken:
opzakǝ (L384p Herkenbosch),
toebinden:
toebinden (L215a Wellerlooi)
|
Een doek onder de korf steken. De uiteinden van de doek worden met pinnetjes of oognagels vastgezet aan de korfwand. Hierdoor verhindert men het wegvliegen van de bijen tijdens het reizen. [N 63, 104a; JG 2b-5, add.; monogr.]
II-6
|