e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pantoffel bedslof: [verschillende soort]  bɛdslof (Neerpelt), flats: waarvan men alleen teen in steekt vgl. Van Dale: flat (Eng.), 3. (dames)schoen met platte hak  flats (Groot-Gelmen), lits: e poar litsen (Heusden), Ook litsesloeffe genaamd. Zie ook afb. p.284.  litse (mv.) (Hasselt), litsje: litskes (dim. mv.) (Zonhoven), matslof: n poar} matsloffe (Houthalen), moffel: moeffel (Kortessem), pantoffel: p`ntoffele (Maastricht), paantoefele (Vijlen), pantoefel (Amstenrade, ... ), pantoefele (Amstenrade, ... ), pantoefels (Arcen, ... ), pantoeffel (Baarlo, ... ), pantoeffele (Baexem, ... ), pantoeffelen (Nuth/Aalbeek), pantoeffels (Baarlo, ... ), pantoefle (Schaesberg), pantoefvels (Velden), pantoffel (Bree, ... ), pantoffele (Born, ... ), pantoffelen (Rimburg, ... ), pantoffels (Baarlo, ... ), pantofle (Nieuwstadt), pantofəl (Born, ... ), pantoofele (Maastricht), pantoofelen (Berg-aan-de-Maas), pantōēfəl (Lanaken), pantōffele (Heel), pantōfələ (Sint-Geertruid), pantŏffele (Einighausen, ... ), pantufel (Montzen), pantuffel (Diepenbeek), pantūfəls (Tegelen), pantūfələ (Merkelbeek), pantŭffel (Mechelen-aan-de-Maas), pantòffele (Roosteren, ... ), pantòffels (Echt/Gebroek), pantófele (Berg-en-Terblijt), pantóffel (Maastricht), pe(n)toefel (Venlo), pentoffele (Dieteren, ... ), pentoffels (Meijel), pentouffele (Puth), pentôffel (Gronsveld), petoefel (America, ... ), petoefels (Hout-Blerick), petoeffele (Grubbenvorst), petoeffels (Beesel, ... ), petoffel (Eisden, ... ), petoffele (Borgharen, ... ), puntoefels (Horst), puntoeffels (Sevenum), puntoffels (Melderslo), pàntŏĕffəl (Milsbeek), pètoeffels (Sevenum), pəntoffəl (Maastricht), pəntofələ (Berg-en-Terblijt), pətofəl (Meijel), pətūfələ (Sibbe/IJzeren), doffe o  pantôffele (Meerssen), eerste e is klankloos  pentoeffel (Tegelen), gemaakt van leer  pantoefel (Helden/Everlo), korte oe  pantoefele (Pey), moderner  pentoffele (Ulestraten), o tussen o en oe  pantoffel (Geleen), o van hok  pantoffele (Meerssen), van leer  pantòffele (Hulsberg), Zie ook sjlób.  pantóffel (Sittard), pantoffeltje: pantuffelkes (Sittard), schoen: schuin (Middelaar), slavets: Redupliceringsvorm van slets.  slavats, slaváitsj (Zonhoven), slets: slöts (Montzen), šløͅ.tš (Montzen), ’n slets (Kaulille, ... ), slijper: slijpers (Ellikom), slip: sjlaepe (Vijlen), slipper: slippər (Milsbeek), slob: schloebe (Valkenburg, ... ), sjlobə (Berg-en-Terblijt), sjloeb (Kerkrade), sjloebbe (Bleijerheide, ... ), sjloebe (Eygelshoven, ... ), sjlòbbe (Sittard, ... ), sjlóbe (Berg-en-Terblijt), slup (Montzen), šloebə (Heerlen), šlub (Montzen), šlup (Eupen), žloebe (Bocholtz), Mv. sjloebbe.  sjloep (Schinnen), Mv. sjloebe. Zie ook afb. p. 206.  sjloep (Heerlen), van stof  schloebe (Hulsberg), slobber: sloebers (Valkenburg), slobje: sjlupkes (Nuth/Aalbeek), slof: eene sloef (Hoepertingen), eine slaaf (Rekem), eine slof (Bocholt, ... ), eine sloêf (Bree), eine slôf (Maaseik), einə slof (Neerglabbeek, ... ), ene sloef (Hasselt, ... ), ene sluf (Mechelen-aan-de-Maas), enen sloef (Montenaken), enne sloef (Jeuk, ... ), enne sluf (Diepenbeek, ... ), enə slof (Neerpelt), eͅnə sluf (Diepenbeek), iene sloef (Groot-Gelmen), ijne slôf (Neeroeteren), inen slòf (Herk-de-Stad), inne sloef (Hoepertingen, ... ), n sloef (Martenslinde), ne sloef (Beringen, ... ), ne slof (Achel, ... ), ne sloof (Zolder), ne sloəf (Wilderen), ne slòf (Kuringen, ... ), nə slōf (Zolder), nə sloͅf (Zonhoven), nə sluf (Dilsen, ... ), schloeffe (Waubach), schloffe (Amby, ... ), schlôffe (Meerssen), sjloef (Nuth/Aalbeek), sjlof (Panningen), sjloffe (Gronsveld, ... ), sjlôf (Gronsveld), sjlôffe (Gronsveld, ... ), sloaf (Eisden), sloe:ef (Wellen), sloef (Beringen, ... ), sloefe (Heers, ... ), sloefen (Groot-Gelmen, ... ), sloeffen (Heers), sloefve (Velden), sloeven (Sint-Lambrechts-Herk), slof (As, ... ), slofen (Blerick), sloffe (Helden/Everlo, ... ), sloffe(n) (Hunsel), sloffen (Bergen, ... ), sloffən (Beringen), slofən (Overpelt), sloof (Achel, ... ), slooffe (Maastricht), sloofven (Sevenum), sloəf (Houthalen, ... ), slōf (Bree, ... ), slōōf (Vucht), slŏĕf (Maaseik, ... ), slŏf (Beringen), sloͅf (Hamont, ... ), slu.f (Gutshoven), slu.əf (Opitter), sluf (As, ... ), sluəf (Bree), slūffe (Mettekoven), slòf (Bree, ... ), slòffe (Maastricht, ... ), slóf (As, ... ), slôf (Heusden, ... ), slöffe (Baarlo), slöffen (Wessem), slùf (Beverlo, ... ), slûf (Borgloon, ... ), soəfə (Alken), šlof (Bree), šlofə (Lommel), šlōfə (Sint-Geertruid), šlūfə (Tegelen), ènne slooef (Wellen), ən slof (Hamont), ənə slaa-uf (Eisden), ənə slof (Genk, ... ), ənə slōf (Lanaken), ənə slŏf (Bree), ənə sluf (Eigenbilzen, ... ), ənə slŭf (Sint-Lambrechts-Herk), ɛjnə slof (Opglabbeek), ’n sloef (Achel, ... ), ’n slof (Kaulille, ... ), ’n sloof (Genk, ... ), ’ne slof (Lommel), gesloten o  slofə (Genk), kort uitgesproken  ’n sloof (Meeuwen), Kort uitspreken.  sloof (Heusden), maar niet meer gebruikt  slof (Born), oo = tusschen lang en kort  ne sloof (Kerkhoven), oo kort maar wel als in bv. boon  sloofe (Meterik), Pantoffels.  sloefen (Jeuk), syn. voet.  sloef (Tongeren), Voor alle pantoffels.  slof (Hechtel), vroeger  schloffe (Meerssen), slofje: kleine zomerpantoffels  slifkes (Genk) *slavats: pantoffel || 1. pantoffel; - 2. slof || 1. pantoffel; 2. slof || Hoe noemt men de pantoffels? [DC 09 (1940)] || lits: soort pantoffels met vlechtwerk || lus: 2) soort pantoffels met (vaak tweekleurig, grijs en donkerblauw) vlechtwerk || pantoffel [N 23 (1964)], [ZND 40 (1942)], [ZND m], [ZND m], [ZND m], [ZND m], [ZND m], [ZND m] || pantoffel zonder hak en zonder achterstuk || Pantoffel. Thuis dragen veel mensen in plaats van schoenen pantoffels of muilen. De eerste hebben wel, de andere geen opstaande achterkant. Hoe noemt men in uw dialect die met een opstaande achterkant? [DC 44 (1969)] || Schoeisel met laag bovenwerk (meestal zonder of met weinig hak) dat men gemakkelijk aan- en uitschiet, om in huis te dragen (pantoffel?) [N 60 (1973)] || slof || Slof, een paar sloffen. Bedoeld worden ruime pantoffels van ruwe stof (zelfkant) zonder of met neergetrapt achterstuk (fr. chaussons de lisière) [ZND 48 (1954)] || Slof, een paar sloffen. Bedoeld worden ruime pantoffels van ruwe stof (zelfkant) zonder of met neergetrapt achterstuk (fr. chaussons de lisière). [ZND 48 (1954)] || slof: pantoffel III-1-3