21536 |
ponder |
haakje:
wegen
hööksjke (Q111p Klimmen),
haakwaag:
weegschaal met de hand
hoakwoag (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
handponder:
ha.ndjpunjer (L331b Boukoul, ...
L331p Swalmen),
hangpunjer (L322p Haelen),
afwegen van kleine hoeveelheden (tot 10 kg)
handpunjere (Q111p Klimmen),
handuisel:
om te wegen tot 12 kg
handøsəl (K314p Kwaadmechelen),
kleine ponder:
klɛnə pøndər (L282p Achel),
lommelenwaag:
lom\\l is een vod
ən lomələwōͅx (Q209p Teuven),
nuisel:
wao‹g\\: wegen
neͅsəl (K358p Beringen),
WNT: unsel - (h)uis(s)el, (h)uusel, ussel, on(g)sel, oossel, eunsel, eussel, ensel (einsel), insel (eisel) -, Van ons (mnl. unce) met -el (< ouder -il), zooals pondel van pond is afgeleid. Vgl. unster en ponder (punder) die met -er zijn gevormd. [...] Weegwerktuig met ongelijke armen, waardoor men met een klein gewicht dat aan den langen arm wordt heen en weer geschoven, een grooten last, die aan den korten arm wordt opgehangen, kan wegen.
m"səl (K278p Lommel),
pondel:
bij het wegen van lichte lasten (vodden enz)
pøͅnəl (Q176a Ketsingen),
bossen stro te wegen
pungel (Q095a Caberg),
diegene die konijnenhuiden of vodden aan de huizen komen opkopen, hebben dit soort weegschalen bij om het gekochte te wegen
peŋəl (P048p Halen),
dient om kleine voorwerpen te wegen
pøŋəl (Q162p Tongeren),
gebruikt door leurders (?)
peŋəl (Q002b Kiewit),
gebruikt om kleinigheden te wegen
peundel (Q198b Oost-Maarland),
klein3e vrachten te wegen (tot 15 à 16 kg)
pəŋəl (Q078p Wellen),
kleine gewichte tot 20 kg
peͅŋəl (Q077p Hoeselt),
lommelen, oud ijzer en kleinere materialen te wegen
pummel (Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
pøməl (Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
meestal gebruikt door voddenopkopers
pøŋəl (P048p Halen),
om appels, peren enz te wegen in mand
pungel (Q039p Hoensbroek),
om kleine gewichten te wegen
penŋəl (Q093p Rosmeer),
om kleine gewichten te wegen (tot 25 kg)
pøͅyŋəl (P222p Opheers),
om kleine hoeveelheden te wegen (tot 10 kg)
pøͅyŋəl (Q156p Borgloon),
om kleine lasten te wegen
puingel (Q156p Borgloon),
pøͅyŋəl (Q156p Borgloon),
om kleine voorwerpen te wegen (nu nog gebruikt door de voddenman)
pəŋəl (Q078p Wellen),
om te waoge
pungel (Q094b Wolder/Oud-Vroenhoven),
om uit de hand te wegen in gebruik bij lompenkooplui
pungel (Q193p Gronsveld),
om voorwerpen te wegen (tot 20 kg)
pēͅŋəl (Q071p Diepenbeek),
ongeveer 3 kg
pöŋgəl (P176p Sint-Truiden),
slecht leesbaar
pyŋgel (P044p Zelem),
u van kruk
pungel (Q105p Heer),
WNT: pondel, Van pond met -el, zooals huizel, uisel van ons is afgeleid. Verg. ponder (III) en unster, die met -er zijn gevormd. Weegschaal met ongelijke armen, waardoor men met een klein gewicht, dat aan den langen arm wordt heen en weer geschoven, een grooten last kan wegen, unster.
pengal (P054p Spalbeek),
pengəl (P055p Kermt),
peŋəl (Q002p Hasselt),
pēͅijəl (Q079a Wintershoven),
peͅŋəl (Q002p Hasselt),
pungel (L295p Baarlo, ...
Q119p Eygelshoven,
Q204a Mechelen,
Q204a Mechelen,
Q197p Noorbeek,
L386p Vlodrop,
Q094b Wolder/Oud-Vroenhoven),
pyəŋəl (P177p Zepperen),
pèùmel (Q198b Oost-Maarland),
pøŋəl (P213p Niel-bij-St.-Truiden, ...
Q162p Tongeren),
pø͂ͅnəl (Q178p Val-Meer),
Pøͅŋəl (Q096c Neerharen),
pɛŋəl (P186p Gelinden, ...
P197p Heers),
ponder:
kleine punjer (L326p Grathem),
penjər (L360p Bree),
pennər (L355p Peer),
pen’ər (L360p Bree),
peunder (L247p Broekhuizen),
pēͅnər (Q003a Oud-Waterschei),
pinjer (L360p Bree),
puinər (L355p Peer),
punder (L211p Leunen, ...
Q204a Mechelen,
L265p Meijel,
L159a Middelaar,
L268p Velden,
L271p Venlo,
L214p Wanssum),
punger (Q018p Geulle, ...
L270p Tegelen),
punjder (L288a Ospel),
punjer (L429p Guttecoven, ...
L322p Haelen,
L330p Herten (bij Roermond),
L426z Holtum,
L325p Horn,
L289b Leuken,
L377p Maasbracht,
L292a Makset,
L382p Montfort,
L288p Nederweert,
L321p Neeritter,
L329p Roermond,
Q020p Sittard,
L331p Swalmen,
L270p Tegelen,
L374p Thorn,
Q014p Urmond,
L289p Weert,
L289p Weert),
punter (L265p Meijel),
pyn’ər (L369p Kinrooi),
pönjer (L322a Nunhem),
pønjər (L369p Kinrooi),
pønər (K357p Paal),
pøͅnjər (L422p Lanklaar, ...
Q009p Mechelen-aan-de-Maas,
L420p Rotem),
pünjer (L432p Susteren),
hoofdzakelijk vör vodde of loompe te wegen
punder (L164p Gennep, ...
L165p Heijen,
L163p Ottersum),
iets ter plaatse te wegen
penər (L416p Opglabbeek),
kleine gewichte tot 20 kg
pøͅnər (Q077p Hoeselt),
kleine gewichten
pungder (L266p Sevenum),
lichte goederen te wegen
punjer (L384p Herkenbosch),
lichtere gewichten
punjer (L320a Ell),
om kleine dingen te wegen, gebruikt voor kleine zakjes, gebuikt door de vodden(man?)
penər (Q004p Gelieren/Bret),
om kleine gewichten te meten (tot ca. 15 kg), meestal gebruikt door voddenopkopers
pønnər (P051p Lummen),
om te wegen (lichte voorwerpen)
pønər (L317p Bocholt),
om te wegen (vooral kleine hoeveelheden) vooral gebruikt door rondtrekkenden en kopende vodderapers
pøͅnər (Q077p Hoeselt),
om zwaardere lasten te wegen (vooral door de voddenkopers)
pen’ər (L368b Waterloos),
punjer
pon’ər (L371p Ophoven),
punjer voor lichtere zakken
pønjər (L420p Rotem),
punjer, wegen van zakken e.d
pønjər (L423p Stokkem),
punner
pønər (K358p Beringen),
um lompe te waege
ponder (L269p Blerick),
voor het afwegen van geringe gewichten zoals boter
punjer (L434p Limbricht),
voor het wegen van melk in emmers
pundjer (L318b Tungelroy),
voor lichte lasten
pøngər (L317p Bocholt),
voornamelijk voor vodden
’penər(s) (K361a Boekt/Heikant),
vrij nieuwe uitvoering
punjer (L291p Helden/Everlo),
vroeger voor diverse voorwerpen
punjer (L383p Melick),
weegschaal met de hand
punjer (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
weegt ruw en onbetrouwbaar op de duur door uitlempen van de veer.
punjer (Q097p Ulestraten),
weegtoestel kleine lasten
punjer (L426p Buchten),
wegen
punjer (L294p Neer, ...
L299p Reuver,
L318b Tungelroy),
wegen v. kleine hoeveelheden
pøn’ər (L372p Maaseik),
wegen van emmer met melk
p"ndər (L244c America),
wegen van kleine hoeveelheden
pøn’ər (L372p Maaseik),
wegen van zakken
punjer (L324p Baexem),
werkt op veer, niet bedrijfszeker vooral door voddenkoopman gebruikt
punjer (L427p Obbicht),
wordt gebruikt bv. melk te wegen bij de melkcontrôle
punger (L295p Baarlo),
ponderik:
penərek (K361p Zolder),
trekbalans:
trekbalans (Q211p Bocholtz),
trekponder:
trékpunder (L163a Milsbeek, ...
L163p Ottersum),
trekwaag:
trekwoag (Q039p Hoensbroek),
trekwôôg (Q119p Eygelshoven),
trikwoag (Q101p Valkenburg),
door lompenhandelaars oorspronkelijk gebruikt, thans ook al bij andere mensen
trekwoach (Q033p Oirsbeek),
trekwaagje:
trekwèùgske (Q019a Neerbeek),
trêkwèùgske (Q014p Urmond),
wegen
trèkwöögsjke (Q111p Klimmen),
uisel:
gebruikt door de voddenraper
ə’səl (K318p Beverlo),
WNT: unsel - (h)uis(s)el, (h)uusel, ussel, on(g)sel, oossel, eunsel, eussel, ensel (einsel), insel (eisel) -, Van ons (mnl. unce) met -el (< ouder -il), zooals pondel van pond is afgeleid. Vgl. unster en ponder (punder) die met -er zijn gevormd. [...] Weegwerktuig met ongelijke armen, waardoor men met een klein gewicht dat aan den langen arm wordt heen en weer geschoven, een grooten last, die aan den korten arm wordt opgehangen, kan wegen.
øͅsəl (K278p Lommel),
unster:
Van Dale: unster, weegtoestel, balans met ongelijke armen; aan de korte arm hangt de last, terwijl aan de lange een gewicht verschoven wordt.
unster (L332p Maasniel),
voddenkramerswaag:
om kleine lasten te wegen
voͅdəkrēͅmərswōͅrx (L286p Hamont),
voddenwaag:
in de volksmond (voddenwaog) genaamd
foddele (L332p Maasniel),
waagje:
om appels, peren enz te wegen in mand
wéuëgsjke (Q039p Hoensbroek),
weeg?:
waeg (Q113a Welten),
zakponder:
houdt men meestal in de duim of hand vast
zakpunjer (Q022p Munstergeleen)
|
Weeginstrument met trekveerwerking. [N 18 (1962)] || weegschaal [ZND B2 (1940sq)]
III-3-1
|