id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
20083 | randjesbloem | begijntje: begiensje (Schimmert), idiosyncr. begientje (Thorn), ganzenkruid: ganzekruid (Jeuk), hennenkruid: hinnekrödje (Jeuk), muur: \'idem\' (?) muur (Jeuk), muurbloem: muurbloem (Horst), randbloem: - randjbloom (Tungelroy), randjesbloem: rendjes-bloem (Oirlo), geen aparte naam randjesbloem (Berg-en-Terblijt), rijstepap: WBD riessepàp (Sevenum) | randjesbloem [DC 60a (1985)] || Randjesbloem (arabis alpina/caucasica). De bloemen zijn groot en room-wit, ongeveer 15 mm groot (de kroonbladeren wijd uitgespreid), en zij groeien in dichte trossen; onder aan de hoofdstengels zitten ook korte zijstengels zonder bloemen, ze zijn ondiep i [N 92 (1982)] || Randjesbloem (Arabis caucasica Willd.). De bloemen zijn groot en room-wit, ongeveer 15 mm groot (de kroonbladeren wijd uitgespreid), en zij groeien in dichte trossen; onder aan de hoofdstengels zitten ook korte zijstengels zonder bloemen, ze zijn ondiep i [N 92 (1982)] III-2-1 |