e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rijentrekker aardappelenhaak: ē̜rpǝlǝhǭk (Waterloos), aardappelenreek: ęrpǝlǝrē̜k (Noorbeek, ... ), aardappelreek: ięrpǝlrięk (Puth), i̯ętapǝlrē̜k (Hoeselt), ērpǝlrēk (Geulle), aardappelsreek: eęrpǝlsrięk (Puth), ęrpǝlsrē̜k (Klimmen), ęrpǝlsrē̜ǝk (Mechelen), aardappeltrekker: i̯atapǝltrękǝr (Ketsingen), aftrekker: āftrękǝr (Kinrooi), bietenreek: bitǝrɛ̄k (Lommel), bietentrekker: bitǝntrękǝr (Hasselt), bietgritsel: bii̯ǝtgretsǝl (Beringen), gangensleper: gɛŋslęi̯pǝr (Maasmechelen), haartrekker: hǭrtrękǝr (Tongeren), hakploeg: hakplōx (Horst  [(om te schoffelen en om voren te trekken)]  ), krotenreek: krou̯ǝtǝrɛ̄k (Lommel), krōǝtǝrē̜k (Klimmen), krūǝtǝrē̜ǝk (Mechelen), lijnentrekker: līnǝntrękǝr (Tegelen), līnǝtrękǝr (Eind), l˙ęi̯nǝntrękǝr (Neerharen), lopentrekker: lø̜i̯pǝtrękǝr (Baexem, ... ), maatreek: mǭtrē̜k (Maasmechelen), markeur: markø̜̄r (Bocholtz), perkentrekker: pɛrǝkǝntrękǝr (Helden, ... ), plantmachine: plantmǝšin (Limmel), plantreek: plantrē̜k (Oud-Waterschei), reek: reak (Hoensbroek), rēk (Valkenburg), rijenreek: rii̯ǝrēk (Ulestraten), rijentrekker: rii̯ǝntrękǝr (Buchten, ... ), rii̯ǝtrękǝr (Blerick, ... ), rēi̯ǝntrękǝr (Gennep, ... ), rēǝtrękǝr (Opglabbeek), rē̜i̯ǝntrē̜kǝr (Hoeselt), rē̜i̯ǝntrękǝr (Hoeselt), rē̜i̯ǝtrē̜kǝr (Hasselt), rē̜i̯ǝtrękǝr (Beringen, ... ), rē̜ǝntrękǝr (Diepenbeek, ... ), ręi̯trękǝr (Maaseik), ręi̯ǝntrękǝr (Achel), rotentrekker: rǫu̯tǝntrękǝr (Halen), rǭu̯tǝntrękǝr (Rummen), schraamtrekker: sxrōǝmtrękǝr (Wellen), šrǭmtrękǝr (Noorbeek, ... ), schramentrekker: šrǭmǝntrekǝr (Oost-Maarland), šrǭmǝntrękǝr (Gronsveld, ... ), šrǭmǝtrekǝr (Reijmerstok), šrǭmǝtrękǝr (Berg, ... ), schrijver: sxrīvǝr (Milsbeek, ... ), smethark: šmɛthɛrǝk (Panningen), strepenmaker: štrēpǝmākǝr (Holtum), strepentrekker: strēpǝntrękǝr (Ell, ... ), strēpǝtrękǝr (Leuken, ... ), štrēpǝtrękǝr (Haelen, ... ), strijpentrekker: stripǝtrękǝr (Middelaar), štrī.pǝtrękǝr (Boukoul, ... ), trekhaak: trękhǭk (Weert), trekker: trękǝr (Kermt, ... ), trekreek: trękrē̜k (Klimmen, ... ), trekschoffel: trekschoffel (Tungelroy), voortjestrekker: vø̜rʔjǝstręʔǝr (Kwaadmechelen), vorentrekker: vorǝntrękǝr (Meijel), vou̯rǝntręʔǝr (Lommel), vuǝrǝntrękǝr (Gelinden, ... ), vø̄rǝntrękǝr (Spalbeek), vōrǝntrękǝr (Baarlo, ... ), vōrǝntręqǝr (Urmond), vōrǝtrē̜kǝr (Boekt Heikant), vōrǝtrękǝr (Beringen, ... ), vūrǝntrękǝr (Oirsbeek), vūrǝtrękǝr (Eygelshoven, ... ), vǫrǝtrękǝr (Bree), vǫu̯rǝtrękǝr (Rummen), vǭrǝntrękǝr (Neer, ... ), vǭrǝtrękǝr (Borgloon, ... ), vǭǝrǝntrękǝr (Bocholt) De rijentrekker is een houten harkachtig gereedschap waarmee evenwijdige lijnen of sleuven getrokken worden, waarlangs gezaaid of gepoot wordt, zonder dat men telkens touwen hoeft te gebruiken. Door op de snijpunten te planten van de lengtelijnen en de dwarslijnen die men over de akker heeft getrokken, kan men de afstand tussen de planten gelijk houden. Sommige rijentrekkers hebben aan boven- én onderkant tanden. De afstanden tussen de tanden variëren, afhankelijk van de plantensoort die gekweekt wordt. Er zijn ook rijentrekkers met verstelbare tanden. De gebruikelijke afstand tussen de aardappelstruiken varieert van 40 tot 60 cm. [N 18, 96; monogr.; add. uit N 18, 43; N 11A, 83] I-5