e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
reek aardappelwiedhak:   rik (Val-Meer), rēk (Blerick), afkammen:   rēak (Sint-Martens-Voeren, ... ), bussel geharkte aren:   rai̯x (Bocholtz), dwarsbalk van de hooihark:   rē̜k (Baexem, ... ), grondkrabber:   rēq (Bocholtz), haken:   rē̜k (Guttecoven), hark:   raek (Boukoul, ... ), raik (Melick), reak (Schaesberg, ... ), reech (Haanrade), reek (Klimmen, ... ), reeëk (Waubach), reich (Bocholtz), reijjuk (Vijlen), reék (Noorbeek, ... ), reëg (Kerkrade), reëk (Koningsbosch), rēēk (Schimmert), rēēëk (Nieuwenhagen), rēək (Meeswijk), rēͅk (Roggel), rieèk (Puth), râêk (Heel), räëk (Doenrade), rèch (Kerkrade, ... ), rèèk (Nuth/Aalbeek), rɛ̄k (Lommel), Note v.d. invuller: De landbouwerszoon die na een paar jaar (mislukt) uit Amerika terug kwam, wilde zijn vader toch overtuigen dat hij in Amerika andere dingen had meegemaakt, dan de simpele Limburgse boerderij te bieden had. \"Wat is dat ook alwaer voor een ding\"sprak hij wijzend naar een op de deel liggende hooi-hark.... Terwijl zijn vader hem verbaasd aankeek, trapte de zoon op het getande deel van de hark. De steel klapte naar boven en sloeg de jongeman hard tegen zijn voorhoofd.... \"Doe verrèkdje raek...\"was zijn reactie. (Jij verrekte hark).  raek (Maasbracht), hark, algemeen:   reęk (Epen, ... ), reǝk (Mheer), rięk (Rimburg, ... ), riǝk (Hoensbroek, ... ), rāi̯š (Eynatten, ... ), rē(i̯)ǝk (Eys, ... ), rē.k (Boorsem, ... ), rēk (Amby, ... ), rēx (Bocholtz, ... ), rēǝ.k (Helchteren, ... ), rēǝk (Eupen, ... ), rē̜(i̯)ǝk (Gulpen, ... ), rē̜.k (Achel, ... ), rē̜i̯x (Vaals), rē̜i̯š (Vaals), rē̜k ('S-Herenelderen, ... ), rē̜x (Kerkrade, ... ), rē̜š (Chevremont), rē̜ǝ.k (Montzen, ... ), rē̜ǝk (Eys, ... ), ręi̯k (Tegelen), ręi̯ǝk (Eys, ... ), ręk (Maasbree, ... ), ręǝk (Vlijtingen, ... ), ręɛk (Heerlerheide, ... ), rīę.k (Elen), rīǝ.k (Dilsen, ... ), rīǝk (Bemelen, ... ), rɛ̄.k (Peer), rɛ̄k (Lommel), hooihark:   rei̯ǝk (Zonhoven), reǝk (Eupen, ... ), riǝk (Dilsen, ... ), ri̯āk (Teuven), rē ̞k (Zichen-Zussen-Bolder), rē ̞ę.k (Leut), rē ̞ǝk (Heerlen, ... ), rē.k (Boorsem, ... ), rēa.k (Sint-Martens-Voeren, ... ), rēi̯k (Sint-Truiden), rēi̯ǝk (Noorbeek, ... ), rēk (Amstenrade, ... ), rēǝ.k (Helchteren, ... ), rē̜.k (Berg, ... ), rē̜k ('S-Herenelderen, ... ), rē̜ǝ.k (Montzen), rē̜ǝk (Welkenraedt), ręi̯ǝk (Montzen), rī.k (Hasselt), rīę.k (Elen), rīǝ.k (Maaseik, ... ), rīǝk (s-Gravenvoeren, ... ), rɛk (Bree), rɛ̄k (Peer), hooivergaarmachine:   rei̯ǝk (Mechelen), ri̯ɛk (Sint-Martens-Voeren), rēǝk (Noorbeek, ... ), rīǝk (Puth), rɛ.k (Waubach), naoogstrijf:   rek (Geetbets), riǝk (Gingelom, ... ), rēk (Eisden, ... ), rēǝk (Eygelshoven, ... ), rēǝx (Bocholtz), rē̜.k (As, ... ), rē̜k (Achel, ... ), rīǝk (Maaseik), rɛǝk (Genk), rɛ̄k (Lommel, ... ), rijentrekker:   reak (Hoensbroek), rēk (Valkenburg), schutsboom:   der reek (met de bölkes) (s-Gravenvoeren), raek (Herten (bij Roermond), ... ), reek (Schimmert), rē:k (Meeswijk), rēək (Nieuwenhagen), sluisrooster:   rē.k (Maastricht), vuil in sloten: (staat er) was suggestie  reek (Stein) I-3, I-4, I-5, II-3, II-7, III-2-1, III-3-2, III-4-4