31167 |
rondel |
huif:
(mv)
hūvǝ (Q111p Klimmen, ...
L321p Neeritter),
manchet:
manžɛt (Q203p Gulpen, ...
Q204p Wittem),
rond stuk:
rōnt štøk (Q204p Wittem),
rondel:
rondel (P176p Sint-Truiden),
rozet:
rosɛt (L432p Susteren),
schijf:
schijf (L292p Heythuysen),
sxęjf (Q095p Maastricht),
(mv)
sxīvǝ (L271p Venlo, ...
L289p Weert),
šīvǝ (Q113p Heerlen, ...
L382p Montfort,
L290p Panningen),
sierschijf:
(mv)
sę̄ršīvǝ (L291p Helden)
|
Het met de ronde schaar of schijvensnijder gesneden rond stuk leer of ronde koperen schijf, gebruikt ter versiering. [N 36, 29b]
II-10
|