25881 |
rookkanaal |
gemetselde schoorsteen:
gemetselde schoorsteen (L379p Laak),
jacht:
jax (Q095p Maastricht),
jǫx (Q078p Wellen),
klokkekanaal:
klǫkǝkanāl (Q121b Spekholzerheide),
pijp:
pīp (L387p Posterholt),
rookkanaal:
rōkkanǭl (L163a Milsbeek, ...
L210p Venray),
rǫwkkanāl (L322a Nunhem),
rǭwkkǝnāl (L290p Panningen),
schoorsteen:
šōrstęjn (L295p Baarlo),
šǭrǝstīn (Q196a Banholt),
schouw:
sxǫw (Q112z Tenessen),
sǭǝ (Q157p Jesseren),
šaw (Q036p Nuth),
šō (Q196a Banholt),
šǫw (Q253p Montzen, ...
Q032p Schinnen,
Q247a Sint-Pieters-Voeren,
L374p Thorn)
|
De ruimte evenwijdig aan het stookkanaal waarin rook en waterdamp zich verzamelen en wegstromen naar de schoorsteen. Zie ook afb. 25. [N 98, 132; monogr.] || Het, soms gemetselde, afvoerkanaal voor de rook. In L 318b had de oude stookinrichting geen rookkanaal maar gaten rondom de vuurhaard omdat een rookkanaal het vuur naar één kant trok. [N 57, 8f]
II-2, II-8
|