19588 |
roompot |
baar:
bār (L426p Buchten, ...
L425p Grevenbicht / Papenhoven,
L429p Guttecoven,
L369p Kinrooi,
Q016p Lutterade,
Q204a Mechelen,
Q197p Noorbeek,
Q033p Oirsbeek,
Q032a Puth,
Q098p Schimmert,
Q020p Sittard,
Q197a Terlinden,
Q101p Valkenburg,
Q117a Waubach),
bǭrǝ (Q094b Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler),
bewaarpot:
bwoǝnpǫt (Q178p Val-Meer),
boterpot:
boterpot (Q015a Meers),
botǝrpot (L329p Roermond),
boterteil:
bȳǝtǝrtēi̯l (L416p Opglabbeek),
driekronen:
drikruǝnǝn (L292p Heythuysen),
driekroonse pot:
drēi̯krūǝnǝsǝ pot (L290p Panningen),
duppen:
døpǝ (Q112a Heerlerheide, ...
L386p Vlodrop),
keulse pot:
keulse pot (Q019p Beek),
kølsǝ pot (L215p Blitterswijck),
kø̄lsǝ pot (L269p Blerick),
kø̜lšǝ pot (Q018p Geulle),
kroeg:
krox (L413p Helchteren),
krux (K358p Beringen, ...
Q002p Hasselt,
K316p Heppen,
P188p Hoepertingen,
Q002b Kiewit,
K359p Koersel,
Q180p Mal,
P176a Melveren,
K357p Paal,
Q081p Schalkhoven,
Q162p Tongeren,
Q078p Wellen),
krūx (P175p Gingelom),
kroes:
krūs (K314p Kwaadmechelen),
kronenpot:
krōǝnǝpot (Q014p Urmond),
melktob:
męlktø̜p (L163a Milsbeek, ...
L163p Ottersum),
roombaar:
roombaar (Q035p Brunssum, ...
Q204a Mechelen,
Q203a Reijmerstok,
Q112z Ten Esschen),
rou̯mbār (Q100p Houthem),
rōmbār (Q209p Teuven),
rōmbār (Q121c Bleijerheide),
rǫu̯mbār (P111p Drieslinter, ...
Q111p Klimmen,
Q192p Margraten),
roomduppen:
rōmdøpǝ (Q039p Hoensbroek),
rǫu̯mdø̜pǝ (L331b Boukoul, ...
L387p Posterholt,
L331p Swalmen),
roomkroes:
rūǝmkrøs (K318p Berverlo),
roompot:
raompot (L326p Grathem),
raumpot (L381p Echt/Gebroek, ...
L383p Melick,
L318b Tungelroy),
raumpòt (L381p Echt/Gebroek),
rau̯mpot (L369p Kinrooi),
rau̯mpoͅt (L318b Tungelroy),
raǝmpǫt (L282p Achel),
roampot (L427p Obbicht),
rompot (Q198p Eijsden, ...
L265p Meijel,
L266p Sevenum),
roompot (L381p Echt/Gebroek, ...
Q113p Heerlen),
roumpot (L295p Baarlo, ...
L381p Echt/Gebroek,
L289b Leuken,
Q198b Oost-Maarland,
L289p Weert),
rou̯mpot (L287p Boeket, ...
L371a Geistingen,
L318p Stramproy),
rou̯mpǫt (Q187p Sint Pieter),
roümpot (L369p Kinrooi),
rōͅumpoͅt (L317p Bocholt),
rōͅu̯mpoͅt (L317p Bocholt, ...
L422p Lanklaar,
L372p Maaseik,
Q009p Mechelen-aan-de-Maas,
L371p Ophoven),
roͅmpoͅt (Q096c Neerharen),
roͅumpoͅt (L368b Waterloos),
roͅu̯mpoͅt (L372p Maaseik, ...
L424p Meeswijk,
L423p Stokkem),
rø̜̄u̯mpǫt (L366p Gruitrode),
rø̜mpot (L215p Blitterswijck, ...
L214a Geysteren,
L217p Meerlo,
L246a Swolgen,
L245b Tienray,
L214p Wanssum),
rø̜u̯mpǫt (L360p Bree),
røͅi̯mpoͅt (L360p Bree, ...
L416p Opglabbeek),
røͅmpoͅt (L215p Blitterswijck, ...
L214a Geysteren,
L217p Meerlo,
L246a Swolgen,
L245b Tienray,
L214p Wanssum),
røͅu̯mpoͅt (L360p Bree),
rūmpǫt (P176p Sint-Truiden),
rūǝmpot (L209p Merselo),
rǫu̯mpot (L295p Baarlo, ...
L324p Baexem,
L429a Berg,
L426p Buchten,
L320a Ell,
Q019z Geverik/Kelmond,
Q193p Gronsveld,
L322p Haelen,
L328p Heel,
L291p Helden,
L330p Herten,
L292p Heythuysen,
L426z Holtum,
L325p Horn,
L289a Hushoven,
L369p Kinrooi,
L289b Leuken,
L324a Leveroij,
L434p Limbricht,
L377p Maasbracht,
Q009p Maasmechelen,
L292a Maxet,
L383p Melick,
L288p Nederweert,
L294p Neer,
Q019a Neerbeek,
L321p Neeritter,
L322a Nunhem,
Q198b Oost-Maarland,
L371p Ophoven,
L288a Ospel,
L299p Reuver,
L373p Roosteren,
L432p Susteren,
L331p Swalmen,
L374p Thorn,
L318b Tungelroy,
Q097p Ulestraten,
Q014p Urmond,
L268p Velden,
L289p Weert,
Q094b Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler),
rǫu̯mpǫt (Q088p Lanaken, ...
L422p Lanklaar,
L420p Rotem,
Q096d Smeermaas),
rǭmpot (Q198b Oost-Maarland, ...
L268p Velden),
rǭu̯mpǫt (L317p Bocholt, ...
L370p Kessenich,
L372p Maaseik,
Q009p Maasmechelen,
L423p Stokkem),
(roum = room)
roumpot (L320a Ell),
(voor melk)
roumpot (L299p Reuver),
bruine hoge
rø͂ͅi̯mpoͅt (L416p Opglabbeek),
dit was \'n aardwerk pot (zie tekening), inhoud ± 20 liter. Deze werd gebruikt voor \'t zouten van worst of andere vleessoorten.
roumpot (L318b Tungelroy),
hoge pot met twee oren waarin de boerin vroeger de melk deed om te romen en vervolgens te karnen
roumpot (L374p Thorn),
Om melk in aan te zuren voor het karnen ( ± 25 l. )
rŏŭmpot (L292p Heythuysen),
pot waarin men de melk liet zuren om boter te maken.
roumpot (L268p Velden),
tekentje in de vragenlijst is frings teken
rōͅmpoͅt (L420p Rotem),
zie tekening
rōempot (L288a Ospel),
zie WLD-N20 (bijlagen)
roumpot (L321p Neeritter),
Zowel grote als kleine worden zo betiteld. Men beperkt zich tot ketel, pan of pot. Ketel en pot worden ook wel door elkaar gebruikt.
romppot (L269b Boekend),
roomvaatje:
rōmvɛ̄šǝ (Q211p Bocholtz),
sirooppot:
sjroeppot (Q198p Eijsden),
sjroip-pot (Q097p Ulestraten),
smoutkruik:
om raapolie te bewaren toegesloten met varkensblaas(?)
smatkroͅu̯k (Q003p Genk),
stenen pot:
stɛnǝ pǫt (K278p Lommel),
štęi̯nǝ pot (L290p Panningen),
stenen roompot:
stɛnǝ rōmpǫt (K278p Lommel),
teil:
tē̜l (P044p Zelem),
tęi̯l (L295p Baarlo),
uiles:
ȳlǝs (L324a Leveroij, ...
L332p Maasniel,
L292a Maxet),
Hierin liet men de zure melk een nacht overstaan om op te romen, waarna de room (hu vu) er afgeblazen werd voor botermaking. ( ± 10 l. )
uules (L292p Heythuysen),
uilespot:
ȳlespot (L332p Maasniel, ...
L318b Tungelroy),
vangspot:
vaŋspot (L159a Middelaar),
vat:
vāt (L329p Roermond),
zaampot:
voor vet en room
zø͂ͅnpoͅt (L355p Peer),
zaankroeg:
za͂nkrux (K357p Paal),
zuu̯nkrux (P048p Halen),
zōu̯ǝnkrux (Q071p Diepenbeek),
zōǝnkrex (P107a Rummen),
zōǝnkrux (P175p Gingelom),
zǭǝnkrōx (Q001p Zonhoven),
man.
zu̯ōən⁄krōx (K361a Boekt/Heikant),
£ is niet omgespeld
zōənkro͂ͅx (P055p Kermt),
zaanpot:
zaanpot (L286p Hamont),
zon⁄poͅt (K278p Lommel),
zōͅəmpoͅt (L286p Hamont),
zōͅənpoͅt (L286p Hamont, ...
L314p Overpelt),
zui̯npot (L352p Hechtel),
zu̯oi̯npot (Q173p Genoelselderen),
zwǫnpǫt (Q077p Hoeselt),
zø̜̄npǫt (L355a Linde, ...
L355p Peer),
zø̜npǫt (L355p Peer),
zōǝnpǫt (Q072p Beverst, ...
Q004p Gelieren Bret,
Q003p Genk,
P213p Niel-Bij-Sint-Truiden),
zūnpǫt (L414p Houthalen),
zūǝnpǫt (P222p Opheers),
zǫu̯ǝnpǫt (K278p Lommel),
zǫǝi̯npǫt (Q156p Borgloon),
zǫǝnpǫt (L282p Achel, ...
L413p Helchteren),
zǭnpǫt (L286p Hamont, ...
L314p Overpelt),
zǭǝnpǫt (L312p Neerpelt, ...
L314p Overpelt),
daarin werd de room in bewaard, als er voldoende was, werd er boter van gemaakt, alles in dezelfde pot
zoonpot (L353p Eksel),
om room in te bewaren
zonpoͅt (Q003p Genk),
pot om boter in te (stoten (?))
zōnpoͅt (Q004p Gelieren/Bret),
pot waarin het room van de melk word bewaard
zoͅənpoͅt (L282p Achel),
{z#?\\n} = room van de melk spreekwoord i.v.m. de melk: \"van hier naar Romen, zijn er vier bomen ??t zijn geen eiken en essen, ge kunt ?tniet raden met zessen\
zoͅu̯ənpoͅt (K278p Lommel)
|
aarden vaatwerk waarin de room bewaard wordt || kruik, stenen ~; inventarisatie benamingen (gistkruik); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || ondiepe aarden pot voor melk || pot, stenen ~; inventarisatie benamingen voor grote ~~ voor bijv. zuurkool e.d., kleinere ~~ voor boter, eieren e.d. (pijppot, timperpot); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || roompot || stenen pot waarin de room wordt bewaard || Stenen pot waarin men de room bewaart. [N 12, 59; A 7, 15; JG 1d, 2c; monogr.]
I-11, III-2-1
|