19910 |
rooster |
gat:
gā.t (L322a Nunhem),
platool:
platǭl (Q083p Bilzen),
riester:
restǝr (Q255p Kelmis),
ręstǝr (Q253p Montzen),
rooster:
ryǝstǝr (Q196a Banholt, ...
Q032p Schinnen),
rȳstǝr (L295p Baarlo, ...
Q196a Banholt,
L297p Belfeld,
Q036p Nuth,
Q247a Sint-Pieters-Voeren,
L270p Tegelen,
L270p Tegelen,
Q112z Tenessen),
rȳǝstǝr (L293p Roggel, ...
L374p Thorn),
røstǝr (Q078p Wellen),
rø̄stǝr (L387p Posterholt),
rø̄ǝstǝr (L381b Peij),
rø̄̄stǝr (L381p Echt, ...
L299p Reuver),
rø̜̜̄̄stǝr (L164p Gennep, ...
L163p Ottersum),
rø̜stǝr (Q157p Jesseren, ...
L377p Maasbracht,
L163a Milsbeek),
ręjstǝr (Q083p Bilzen),
De ruuster van de kachel is verros ¯n nuije ruuster veur ¯t keldergaat make
ruuster (Q095p Maastricht)
|
De roostervormige basis voor het uit harde stenen bestaande grondvlak van een veldoven. [N 98, 188] || Een zeef in de sorteertrommel met een gatbreedte van 8 tot 10 cm. [monogr.] || Het rooster van de stookplaats. Volgens de invuller uit L 379 was dit rooster gemaakt van dikke staven ijzer. [N 57, 8g] || Het tussen vlammuur en zijwand aangebrachte metalen rooster waarop het vuur gestookt wordt. [monogr.] || Het van metalen staven vervaardigde rooster in de oven. In L 163 en L 164 lagen de roosters in de stookgaten. In L 163 was op ± 30 cm boven de bodem van het asgat een serie (±16 tot 20 stuks) staafroosters geplaatst. De roosters (± 1 m lang, van gietijzer) raakten elkaar vóór, achter en in het midden om kromtrekken te voorkomen. Voor de rest bevond zich tussen de roosters een spleet van ± 2 cm. In L 270 lag het rooster vooraan in de oven. De oven was binnen 6 m lang; de eerste meter bestond uit roosterstaven van 1 m lang en er lagen er 50 stuks in de oven over een breedte van 2 m. [N 49, 75; monogr.] || IJzeren plaat met gaatjes in de bodem van de voormaler. De klei werd door het rooster gedrukt waardoor de plasticiteit ervan werd vergroot en een aantal onzuiverheden vernietigd werden - Schuddinck, pag. 41. [monogr.] || ijzeren raamwerk
II-2, II-4, II-8, III-2-1
|