33908 |
schiefelbeen |
griffelbeentje:
grefǝlbęi̯nkǝ (L322p Haelen
[(achterbeen met twee priemvormige beentjes)]
),
jeuksel:
jø̄ksǝl (Q096d Smeermaas),
krauw:
krōu̯ (Q252p Moresnet),
krǫu̯ (Q111p Klimmen),
krǭu̯ (Q247p Sint-Martens-Voeren, ...
Q247a Sint-Pieters-Voeren),
krauwsel:
krø̜u̯sǝl (Q200p s-Gravenvoeren),
overbeen:
evǝrbīn (Q002p Hasselt),
(mv)
øi̯vǝrbei̯nkǝs (P188p Hoepertingen),
schelpjes:
šęlǝpkǝs (L416p Opglabbeek
[(schelp: roof op een genezende wonde)]
),
schiefelbeen:
sxȳfǝlbēn (L163p Ottersum),
šivǝlbęi̯n (Q099q Rothem),
šyfǝlbęi̯n (L270p Tegelen),
šȳfǝlbęi̯n (L295p Baarlo),
šīfǝlbē̜i̯n (Q020p Sittard),
schiefelbeentje:
sxȳfǝlbē̜ntjǝ (L210p Venray),
šīfǝlbęi̯nkǝ (L331p Swalmen),
schiefelbeentjes:
šifǝlbęi̯nkǝs (L332p Maasniel),
šifǝlbęi̯ntšǝs (Q101p Valkenburg),
šȳfǝlbęi̯nkǝs (L322p Haelen),
šēvǝlbęŋkǝs (Q039p Hoensbroek),
schiefeltjes:
skø̜fǝlkǝs (P222p Opheers),
sxefǝlkǝs (L288p Nederweert),
sxyfǝlkǝs (L192p Bergen),
sxȳfǝlkǝs (L265p Meijel, ...
L266p Sevenum,
L271p Venlo,
L210p Venray),
sxø̜fǝlkǝs (K318p Berverlo, ...
K317p Leopoldsburg,
K353p Tessenderlo),
sxęfǝlkǝs (Q002p Hasselt),
šøfǝlkǝs (Q188p Kanne),
schiever:
šivǝr (Q248p Remersdaal
[(l/r-wisseling met schiefel)]
),
schieverbeentjes:
šēvǝrbęi̯nkǝs (L288p Nederweert, ...
L289p Weert),
šē̜vǝrbęi̯nkǝs (L322p Haelen),
šīvǝrbęi̯nkǝs (L318p Stramproy),
schilferen (ww.):
šelǝvǝrǝ (Q111p Klimmen),
schilfertjes:
sxø̜lǝvǝrkǝs (L312p Neerpelt),
šęlǝfǝrkǝs (L368p Neeroeteren),
schurft:
skø̜rǝft (K357p Paal),
sxørǝf (K359p Koersel),
sxø̜rǝf (Q071p Diepenbeek, ...
P107a Rummen),
sxø̜rǝft (L282p Achel),
šørǝf (Q014p Urmond),
šø̜rǝf (Q162p Tongeren),
šęrǝf (Q083p Bilzen, ...
Q003p Genk)
|
Schiefels zijn harde beenwoekeringen aan het het pijpbeen, bij jonge paarden meestal aan het voorbeen onder de knie, als gevolg van bepaalde spanningen, stoten, strijken e.d. Als deze afwijking het kniegewricht of de buigpezen verhindert goed te functioneren, kan ze een peesontsteking veroorzaken, met chronische kreupelheid als gevolg, wat zelden voorkomt. De beenvorming blijft evenwel. Zie afbeelding 22. [N 8, 32.6, 32.14, 90d en 90e; monogr.]
I-9
|