27691 |
schoorsteen |
jacht:
jax (Q099q Rothem, ...
Q097p Ulestraten,
Q101p Valkenburg),
kamin:
kami.n (Q253p Montzen),
kamī̄.n (L270p Tegelen),
kamī̄n (L381p Echt, ...
L299p Reuver,
L331p Swalmen),
kamī.n (Q121c Bleijerheide
[(idem)]
, ...
Q121a Chevremont
[(idem)]
,
Q121d Haanrade
[(idem)]
,
Q121e Kaalheide
[(idem)]
,
Q121p Kerkrade
[(meervoud: kam ̇iŋ(s))]
,
Q121b Spekholzerheide
[(idem)]
,
Q117a Waubach),
kamīn (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Domaniale]
Q207p Epen,
Q113p Heerlen
[(Emma)]
, [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]
Q113p Heerlen,
Q121p Kerkrade
[(Domaniale / Wilhelmina)]
, [Willem-Sophia]
Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
, [Domaniale, Wilhelmina]
Q036p Nuth,
Q116p Simpelveld,
Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
, [Domaniale]
L374p Thorn
[(Maurits)]
, [Emma]
Q222p Vaals),
kamīǝn (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
kōmin (L163a Milsbeek),
kǝmī̄n (L322a Nunhem, ...
Q020p Sittard,
Q121b Spekholzerheide),
kaminpijp:
komī̄npī̄p (L163p Ottersum),
kanaal:
kanāl (Q111p Klimmen),
lange jan:
l˙aŋǝ j˙an (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
lange lies:
l˙aŋǝ li.s (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Eisden]),
rookkanaal:
rawkkanāl (Q019p Beek),
roakkanāl (Q039p Hoensbroek),
rǫwkkanāl (Q098p Schimmert),
rǫwkknāl (L320c Haler),
rǫwkkānāl (L289b Leuken, ...
L289p Weert),
rǭkkanāl (L376p Linne, ...
L163p Ottersum),
schoorsteen:
sxorste (L248p Lottum, ...
L217p Meerlo),
sxorstęjn (L266p Sevenum),
sxōrstęj.n (L289h Boshoven, ...
L288p Nederweert,
L288a Ospel),
sxūǝrstęj.n (L318d Altweert, ...
L318e Altweerterheide,
L287p Boeket,
L288c Eind,
L289a Hushoven,
L318a Keent,
L288b Laar,
L289b Leuken,
L289p Weert),
sxǫrstiǝn (L191p Afferden),
sxǫrstēǝn (L165p Heijen, ...
L163p Ottersum),
sxǫrstęn (L164p Gennep, ...
L164p Gennep,
L165p Heijen),
sxǫrstɛn (L163p Ottersum),
sxǭrstęjn (L269p Blerick),
šoarstęjn (L374p Thorn
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
šoarsštē (Q113p Heerlen),
šoǝrštē (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Emma]),
šuarstęjn (L328p Heel),
šōrstiǝn (L265p Meijel),
šōrstē̜jn (L321p Neeritter),
šōrstęjn (L381p Echt, ...
L320p Hunsel,
L320b Kelpen,
L326q Oler,
Q015p Stein
[(Maurits)]
, [Emma, Maurits]
L318b Tungelroy),
šōrstīǝn (L265p Meijel
[(Emma / Maurits)]
[Maurits]),
šōrštē (Q121a Chevremont
[(Julia)]
, ... [Emma]
Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
, [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]
Q113p Heerlen,
Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
, [Julia]
Q121p Kerkrade,
Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
, [Laura, Julia]
Q222p Vaals,
Q208p Vijlen,
Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
, [Domaniale]
Q117a Waubach),
šōrštęj (Q032p Schinnen),
šōrštęjn (Q021p Geleen, ...
L291p Helden,
L292p Heythuysen,
L325p Horn,
Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I)]
, [Maurits]
L292a Maxet,
L290p Panningen,
L381a Putbroek),
šōǝrštęjn (L327p Beegden, ...
L323p Buggenum),
šūǝrštē (Q033p Oirsbeek
[(Emma)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
šǫ(a)štē (Q035p Brunssum),
šǫarštē (Q208p Vijlen),
šǫaštēn (Q030p Schinveld),
šǫrštęj (Q117b Rimburg),
šǭrštęjn (Q021p Geleen
[(Maurits)]
, ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Oranje-Nassau I]),
šǭǝštē (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Domaniale]),
šǭ.rštęj.n (L292p Heythuysen),
šǭrstęjn (L326p Grathem, ...
L298p Kessel,
L379p Laak,
L382p Montfort,
L380p Ohé),
šǭrštē (Q113p Heerlen, ...
Q204a Mechelen,
Q033p Oirsbeek,
Q118p Schaesberg,
Q116p Simpelveld),
šǭrštęjn (L333p Asenray / Maalbroek, ...
L295p Baarlo,
L300p Beesel,
L297p Belfeld,
L381p Echt,
L381p Echt,
Q207p Epen,
L330p Herten,
L298p Kessel,
Q111p Klimmen,
L299p Reuver,
L299p Reuver,
L329p Roermond
[(weinig gebruikt)]
,
L385p Sint Odilienberg,
L331p Swalmen),
šǭštęjn (Q029p Bingelrade),
šǭǝštęj (Q027p Doenrade),
schorensteen:
šōrǝštē (Q121c Bleijerheide),
šōrǝštǝl (Q253p Montzen),
šūǝ.rǝstē̜. (Q200p s-Gravenvoeren),
šǫ.arǝštē. (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Winterslag, Waterschei]),
šǫarǝštē (Q121c Bleijerheide, ...
Q121a Chevremont,
Q121d Haanrade,
Q121e Kaalheide,
Q121p Kerkrade,
Q204a Mechelen,
Q121b Spekholzerheide),
šǫrnštajn (Q253p Montzen),
šǫrǝštē (Q203p Gulpen),
šǫrǝštēn (Q207p Epen, ...
Q278p Welkenraedt),
šǫrǝštē̜n (Q253p Montzen),
šǫrǝštęjnǝ (Q284p Eupen),
šǭa.rǝštē. (Q247p Sint-Martens-Voeren, ...
Q247a Sint-Pieters-Voeren
[(id)]
),
šǭrǝštē (Q202p Eys, ...
Q203p Gulpen),
šǭrǝštęjn (Q196p Mheer),
schouw:
schouw (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Zwartberg, Waterschei]),
sxow (L246p Horst, ...
L245p Meterik,
L210p Venray,
L215a Wellerlooi),
sxowf (L288p Nederweert, ...
L288a Ospel),
sxø̜̄ (Q002p Hasselt),
sxā (K318p Berverlo),
sxāw (K278p Lommel),
sxē̜jǝf (K353p Tessenderlo),
sxō (Q002p Hasselt, ...
L414p Houthalen,
P047p Loksbergen,
Q001p Zonhoven
[(Zwartberg)]
[Zolder]),
sxōw (L286p Hamont
[(Eisden)]
[Zwartberg]),
sxōǝ (K361p Zolder
[(Zolder)]
[Maurits]),
sxǫw (L191p Afferden, ...
L250p Arcen,
L269p Blerick,
L215p Blitterswijck,
Q156p Borgloon,
L289h Boshoven,
L245a Castenray,
L164p Gennep,
L249p Grubbenvorst,
L165p Heijen,
L246p Horst,
L269a Hout-Blerick,
L289a Hushoven,
L211p Leunen,
L248p Lottum,
L377p Maasbracht,
L267p Maasbree,
L246b Melderslo,
L209p Merselo,
L245p Meterik,
L163a Milsbeek,
L216p Oirlo,
L216a Oostrum,
L163p Ottersum,
L266p Sevenum,
P176p Sint-Truiden,
P176p Sint-Truiden,
L212a Smakt,
L246a Swolgen,
L245b Tienray,
L268p Velden,
L163b Ven-Zelderheide,
L271p Venlo,
L210p Venray,
L210p Venray,
L244a Veulen,
L214p Wanssum,
L289p Weert,
L213p Well),
sx˙ō (K361p Zolder
[(Zolder)]
[Zolder]),
šaw (Q102p Amby, ...
Q253p Montzen,
L423p Stokkem,
Q278p Welkenraedt),
šo (Q003p Genk),
šow (Q035p Brunssum
[(vroeger)]
, ...
Q196p Mheer,
Q036p Nuth,
Q012p Rekem
[(Zwartberg / Eisden)]
, [Eisden]
Q158p Riksingen,
Q099q Rothem,
L270p Tegelen,
L270p Tegelen),
šxō (Q001p Zonhoven),
šō (Q083p Bilzen, ...
Q083p Bilzen),
šő̜w (L360p Bree, ...
L364p Meeuwen),
šǫw (Q102p Amby, ...
L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
, [Eisden]
L417p As,
L333p Asenray / Maalbroek,
L295p Baarlo,
L324p Baexem,
L327p Beegden,
Q019p Beek,
L300p Beesel,
L297p Belfeld,
L297p Belfeld,
Q106p Bemelen,
Q103p Berg / Terblijt,
L317p Bocholt,
Q096a Borgharen,
Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
, [Zwartberg, Eisden]
L426p Buchten
[(Maurits)]
, [Maurits]
L431p Dieteren,
L381p Echt,
Q198p Eijsden,
L430p Einighausen,
Q007p Eisden
[(Eisden)]
, [Maurits]
L320a Ell,
Q017p Elsloo,
Q202p Eys,
Q021p Geleen,
Q003p Genk,
Q018p Geulle,
L326p Grathem,
L425p Grevenbicht / Papenhoven,
Q193p Gronsveld,
L429p Guttecoven,
Q110p Heek,
L328p Heel,
Q105p Heer,
Q113p Heerlen,
L291p Helden,
L330p Herten,
L292p Heythuysen,
L426z Holtum,
L325p Horn,
Q100p Houthem,
Q028p Jabeek,
L320b Kelpen,
Q121p Kerkrade,
Q111p Klimmen,
Q111p Klimmen,
L379p Laak,
L422p Lanklaar
[(Eisden)]
, [Maurits]
L434p Limbricht,
Q104a Limmel,
L376p Linne,
Q016p Lutterade
[(Maurits)]
, [Emma, Hendrik, Wilhelmina]
Q016p Lutterade,
L377p Maasbracht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q192p Margraten,
L292a Maxet,
Q099p Meerssen,
Q034p Merkelbeek,
L382p Montfort,
Q022p Munstergeleen,
L427z Nattenhoven,
L294p Neer,
L321p Neeritter,
L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
, [Eisden]
L433p Nieuwstadt,
Q197p Noorbeek,
L322a Nunhem,
L427p Obbicht,
L380p Ohé,
L326q Oler,
L416p Opglabbeek,
Q095a Oud-Caberg,
L290p Panningen,
L290p Panningen,
L381b Peij,
L387p Posterholt,
Q032a Puth,
Q012p Rekem,
L299p Reuver,
Q194p Rijckholt,
Q117b Rimburg,
L329p Roermond,
L293p Roggel,
Q098p Schimmert,
Q032p Schinnen,
Q101a Sibbe / IJzeren,
Q116p Simpelveld,
Q187p Sint Pieter,
Q020p Sittard,
Q031p Spaubeek,
Q015p Stein
[(Maurits)]
, [Maurits]
Q015p Stein,
L378p Stevensweert,
L296p Steyl,
L318p Stramproy,
L432p Susteren,
L331p Swalmen,
L270p Tegelen,
L270p Tegelen,
Q197a Terlinden,
L374p Thorn,
L374p Thorn,
Q162p Tongeren,
L318b Tungelroy,
Q013p Uikhoven,
Q097p Ulestraten,
Q014p Urmond,
Q037p Vaesrade,
Q101p Valkenburg,
Q208p Vijlen,
L386p Vlodrop,
Q112p Voerendaal,
Q117a Waubach,
L375p Wessem,
Q201p Wijlre),
šǫwf (L318b Tungelroy
[(diminutief: šøjfkǝ - meervoud: šǫwǝ)]
),
šǭw (Q098p Schimmert),
schouwekanaal:
šowǝkanāl (Q202p Eys),
schouwlijf:
šǫwlī.f (Q097p Ulestraten),
šǫwlīf (Q019p Beek),
schouwpijp:
sxǫwpē̜p (P176p Sint-Truiden),
šǫwpīp (Q016p Lutterade),
treklok:
trøklǫwx (Q222p Vaals),
zwademlok:
šwāmlǫwx (Q222p Vaals)
|
De bij de liggende oven vast tegen de pottenbakkersoven geplaatste schoorsteen. In L 164 kende men een oventype met los van de oven staande schoorsteen met rookkanaal. In L 163 bevond de schoorsteen zich aan de achterzijde van de oven. Bakruimte en schoorsteen waren door een rooster van elkaar gescheiden (Sprenkels-Liebrand, pag. 370). De invuller uit L 270 duidt met het woordtype kamin een apart staande, losse schoorsteen aan. [N 49, 78a; monogr.] || De schoorsteen aan het eind van het gemeenschappelijke rookkanaal van de vlamoven. [monogr.] || De woordtypen "Lange Jan" en "Lange Lies" duiden op twee schoorstenen van de Oranje-Nassau I in Heerlen. [N 95, 18; monogr.] || Hoge, gemetselde koker met één of meer kanalen, die dient om de rookgassen van een vuurhaard door middel van luchttrek buiten het gebouw af te voeren. Buitendaks wordt de schoorsteen tot boven de nok opgemetseld om geen last te hebben van valwinden die de rook in de kanalen kunnen terugdrijven. De schoorsteen wordt doorgaans afgedekt met een kap. Zie ook het lemma 'Schoorsteenkap'. In dit en de volgende lemmata wordt met de term 'schoorsteen' vooral de kamerschoorsteen bedoeld, een van baksteen opgetrokken rookleiding met mantel voor het inbrengen van de afvoerpijp van een losse kachel of haard. De kamerschoorsteen bestaat uit de stoel, het benedengedeelte waarvoor de kachel of haard wordt geplaatst, met daarboven de boezem waarin de verschillende rookkanalen zijn aangebracht. Het onderste gedeelte van de boezem wordt gewoonlijk met een houten of marmeren schoorsteenmantel bekleed, terwijl de bovenboezem wordt beraapt en √≤f afgepleisterd √≤f behangen. Om ruimte te sparen wordt een kamerschoorsteen soms in een hoek van het vertrek gemetseld. In Q 1 werd een dergelijke constructie een 'hoekschouw' ('hok'̄xō') genoemd. In Q 121 werd de schoorsteen tegelijk met het optrekken van de kelderwanden opgetrokken. Men noemde dit: 'een kamin voorbouwen' ('enǝ kamīn vȳrbǫwǝ'). Om verzekerd te zijn van een goede trek werd de binnenzijde van de schoorsteen ruw met specie bepleisterd. Deze werkzaamheden werden 'uitsmeren' ('ūsšmīrǝ') genoemd. [S 32; Gi 2, I; N 32, 25a; A 28, 22d; L 12, 9; monogr.; Vld.] || Schoorsteen van een ringoven, doorgaans in het midden van het rookkanaal geplaatst. [N 98, 138; monogr.]
II-5, II-8, II-9
|