e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
smalle weegbree ezelsoren: ɛ̄zǝlsōrǝ (Beesel), galstong: galstǫŋ (Echt, ... ), ganstong: gǭstǫŋ (Echt), of voor L 387? HB.  galstong (Posterholt), WLD Additie bij vraag 77: ook de smalle weegbree  galstoong (Posterholt), ganzebree: ganzebree (Spaubeek), ganzentong: ganzetòng (Echt/Gebroek, ... ), gauzetong (Valkenburg), gauzetòng (Sittard), gawstòng (Echt/Gebroek), ganzetongen: ganzetongen (Echt, ... ), gau̯zǝtōŋǝ (Broeksittard, ... ), gāzǝtǫŋǝ (Zonhoven), gǭzǝtoŋǝ (Mechelen), hondsblad: hondsblad (Lommel), hondsdarm: hondsdarm (Groot-Gelmen), hondsgras: honsgrās (Bree), hondskruid: hǫntskrāt (Jeuk), untskrāt (Sint-Truiden), hondsrib: hondsrib (Beringen, ... ), hondsribbe (Zonhoven), hondstrip (Beringen), hoͅnsrep (Hamont), hǫnsrip (Beringen, ... ), hǫnsrębǝ (Genk, ... ), hǫntsrybǝ (Grazen, ... ), (mv)  hǫnsrobǝ (Kwaadmechelen), (Plantago lanceolata): wegens de opvallende, dikke bladnerven. z. L.J. p. 104 en S. hondsribbe  hónsrubbe (Zonhoven), [Plantago lanceolata]  hóndsrïb (2) (Tongeren), ook in L 286, Hamont  honsrib (Achel), WBD/WLD = smalle weegbree  hónsribbə (As, ... ), hondstop: hǫnstep (Helchteren), kattestaarten: katǝštɛrtǝ (Herten), lang: laŋk (Horst), lange klaver: laŋǝ klēvǝr (Grubbenvorst, ... ), lange klee: laŋǝ klīǝ (Helden), rattestaarten: ratǝštɛrtǝ (Roermond), rib: rup (Altweert, ... ), röb (Baexem, ... ), røp (Baexem, ... ), rōp (Ospel), (Plantago lanceolata)  röp (Echt/Gebroek), ribbel: ribbel (Deurne), schaapoor: šǭpōr (Vechmaal), schaapsoren: šapsūrǝ (Panningen), smalle weegbree: šmālǝ wēgbrɛ̄ (Helden), šmālǝ wē̜gbręi̯ (Asenray / Maalbroek), spitse weegbree: spetsǝ wɛ̄gbręi̯ (Bleijerheide), stoepen: stupǝ (Roggel), weebree: wē̜briǝ (Margraten, ... ), węi̯bręi̯ (Ubachsberg, ... ), weegblad: wē̜gblat (Munstergeleen, ... ), wē̜gblāt (Roggel, ... ), węi̯gblāt (As), weegbladeren: wēgblāi̯ǝr (Bree, ... ), wēgblār (Geleen, ... ), wē̜gblāi̯ǝr (Swalmen), wē̜gblār (Baarlo), węi̯gblāi̯ǝr (Bocholt), weegbree: wiǝgbrē (Weert), wēgbrē (Gulpen, ... ), wēǝgbriǝ (Hoensbroek), wēǝgbrē (Heerlerheide, ... ), wē̜gbriǝ (Amstenrade), wē̜gbrē (Beegden, ... ), wē̜gbrɛ̄ (Eigenbilzen, ... ), wē̜gbǝręi̯ (Berg / Terblijt, ... ), wɛgbriǝ (Reuver), weegbreed: wēgbriǝt (Dilsen, ... ), węgbrēt (Ottersum), weegbrem: weegbrem (Velden), weegtrede: węgtrēi̯ (Horst), weegzaadje: wīǝgzø̜̄tjǝ (Weert), wegeblad: wē̜gǝblat (Beesel, ... ), wegebladeren: wiǝgǝblǭr (Houthalen), wēgǝblāi̯ǝr (Maastricht), wē̜gǝblār (Hasselt, ... ), wē̜gǝblǭr (Deurne, ... ), węi̯gǝblau̯rǝ (Lutterade), wegebree: wē̜gǝbręi̯ (Geulle, ... ), wegegras: wigǝgrǭs (Mechelen-Bovelingen), wegesbree: wēgɛs˱bręi̯ (Vaals), welbloem: wɛlblom (Maastricht), wolf: wǫ.lǝf (Borgloon), zenuwbladeren: sęnfblāi̯ǝr (Hunsel), zuurmoes: zū.rmōs (Waubach), zwerenblad: zwīǝrǝblāt (Hasselt) onkruid met lancetvormige bladeren in klaverland || Plantago lanceolata L. Zeer algemeen voorkomend onkruid in graslanden en wegbermen, met lancetvormige, duidelijk generfde bladeren, die in een rozet vanuit de wortel groeien. Bovenaan de rechtopstaande stengel zit een donkerbruin aartje met een geel-wit pluizig kransje. De plant wordt 5 tot 40 cm hoog en bloeit van mei tot de herfst. Veel van de opgegeven benamingen zijn ook in gebruik voor de grote of brede weegbree (zie het lemma Grote Weegbree). Weegbree werd wel gebruikt om zweren te genezen (L 318b, Q 2), vandaar het type zwerenblad; de typen met rib(bel) duiden op de generfde bladeren. Bij lange klaver in L 249: "de smalbladige weegbree, waarvan het zaad dikwijls in het klaverzaad voorkomt". [N 37, 16b; A 46, 5; monogr.] || smalle weegbree [N 92 (1982)] || smalle wegbree (Plantago lanceolata) || weegbree || weegbree (smalle) || weegbree, smalbladige || weegbree, smalle [DC 60a (1985)] || weegbree, smalle — I-5, III-4-3