e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
spanhout balk: balǝk (Berg / Terblijt), gaffel: gafǝl (Opitter), hanghout: haŋkhǫwt (Horst, ... ), hangstek: haŋstɛk (Kuringen), hardhout: hat hǭt (Riemst), hout: holt (Venlo), knuppel: knø̜pǝl (Boekend), kuil: kyl (Heerlen), latje: latje (Tegelen), %%meervoud%%  latjes (Rotem), rolhout: rǫlhǫwt (Maasmechelen), rǫlǫwt (Maasmechelen), scheer: sxīr (Blerick), slachthout: šlaxhōt (Eijsden), spalken: spalkǝ (Meijel, ... ), špalkǝ (Helden), spanbalkje: spanbalǝkskǝ (Neerpelt), spęnbalǝkskǝ (Neerpelt), spangriet: špangrī.t (Panningen), spanhout: spanhǫwt (Neerpelt), španholts (Kerkrade), španhōt (Kerkrade), španhōts (Kerkrade, ... ), španhǫwt (Oirsbeek, ... ), spankluppels: spanklø̜pǝls (Heythuysen), spanner: španǝr (Gulpen), spanscheer: špānšiǝr (Eys), spansels: spansǝls (Berverlo), spanstek: spanstɛk (Diepenbeek, ... ), španstɛk (Beek), španštɛkǝ (Buchten), %%meervoud%%  spanstękǝ (Borgloon), spanstok: spanstok (Alken), spanstuk: spanstøk (Gruitrode, ... ), spanthout: spanthǫwt (Meijel), spreier: sprɛjǝr (Rekem), spreitsen: špręjtsǝ (Bleijerheide), stek: stē̜kǝ (Heesveld-Eik), stɛk (Opglabbeek, ... ), štɛk (Heerlen, ... ), %%meervoud%%  stękǝ (Nieuwerkerken, ... ), steunbalken: steunbalken (Tegelen), stø̄nbalǝkǝ (Sint-Truiden), stok: stok (Grazen), stǫk (Horst), stuk hout: støk hǫwt (Mal), toegespitste stok: toegespitste stok (Tegelen), trekbalk: trɛkbalk (Helchteren) Het hout dat meer specifiek gebruikt wordt om het dichtklappen van het dier te voorkomen. Men steekt het hout achter de achillespezen van de achterste poten, vaak voorzien van inkepingen, waarin dan de pezen worden geschoven, zodat deze niet weg kunnen. Overeenkomst van betekenis met het begrip "slachthout" is duidelijk zodat voor nogal wat respondenten de begrippen "slachthout" en "spanhout" samenvallen. De informant van P 50 merkt op, dat er gaten in deze balk zitten waardoor een spie steekt. Aldus kan het spanstuk voor twee doeleinden gebruikt worden. Zie ook het lemma ''slachthout''. [N 28, 64; N 28, 65; N 28, 68] II-1