31967 |
spijkers doorknippen |
afknijpen:
afknīpǝ (L387p Posterholt),
āfknīpǝ (L328p Heel),
afpitsen:
āfpetšǝ (Q018p Geulle),
doorknijpen:
dørǝxknī.pǝ (Q204a Mechelen),
dørǝxknīpǝ (Q121c Bleijerheide),
dōrknīpǝ (L299p Reuver),
doorknippen:
dø̜rknipǝ (L163p Ottersum),
dōrknepǝ (L271p Venlo),
doornijpen:
dōrnīpǝ (L330p Herten),
doorpitsen:
dørpetsǝ (K353p Tessenderlo),
dø̄petsǝ (K317p Leopoldsburg),
knijpen:
knīpǝ (L330p Herten),
knippen:
knepǝ (L330p Herten),
overpitsen:
iǝvǝrpetsǝ (Q083p Bilzen),
ōvǝrpetsǝ (K317p Leopoldsburg)
|
Spijkers met behulp van de nijptang af- of doorknippen. Bij alle opgaven uit dit lemma hoort het plaatselijke dialectwoord voor spijker als object. [N 53, 154b]
II-12
|