32698 |
stoppelland ploegen |
afploegen:
[afploegen] (K357p Paal),
afrijden:
[afrijden] (P053p Berbroek, ...
P107a Rummen),
afschellen:
[afschellen] (P047p Loksbergen, ...
Q082p Munsterbilzen),
afstroppen:
[afstroppen] (P057p Kuringen),
belken:
[belken] (L429a Berg, ...
Q163p Berg,
Q072p Beverst,
Q083p Bilzen,
Q160p Bommershoven,
L428p Born,
L426p Buchten,
Q242p Diets-Heur,
L421p Dilsen,
Q027p Doenrade,
Q007p Eisden,
L419p Elen,
Q021p Geleen,
Q087p Gellik,
Q003p Genk,
Q018p Geulle,
P175p Gingelom,
L429p Guttecoven,
Q113p Heerlen,
Q085p Hoelbeek,
Q077p Hoeselt,
L426z Holtum,
P219p Jeuk,
Q188p Kanne,
Q167p Koninksem,
L422p Lanklaar,
L434p Limbricht,
Q009p Maasmechelen,
Q089p Martenslinde,
L424p Meeswijk,
Q169p Membruggen,
Q034p Merkelbeek,
P183p Mielen-boven-Aalst,
Q090p Mopertingen,
Q082p Munsterbilzen,
Q019a Neerbeek,
P213p Niel-Bij-Sint-Truiden,
L433p Nieuwstadt,
Q197p Noorbeek,
Q010p Opgrimbie,
L371p Ophoven,
Q157a Overrepen,
Q032a Puth,
Q012p Rekem,
Q093p Rosmeer,
L420p Rotem,
Q099q Rothem,
Q168p s-Herenelderen,
Q030p Schinveld,
Q116p Simpelveld,
Q187p Sint Pieter,
Q020p Sittard,
Q096d Smeermaas,
Q015p Stein,
L423p Stokkem,
Q112z Ten Esschen,
Q197a Terlinden,
Q162p Tongeren,
Q013p Uikhoven,
Q097p Ulestraten,
Q014p Urmond,
Q178p Val-Meer,
Q101p Valkenburg,
Q080p Vliermaal,
Q171p Vlijtingen,
Q008p Vucht,
P211p Waasmont,
P210a Walsbets,
Q094b Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler,
Q005p Zutendaal),
blekken:
[blekken] (L413p Helchteren),
braakploegen:
[braakploegen] (L320b Kelpen, ...
L326q Oler),
braken:
[braken] (L265p Meijel, ...
Q020p Sittard),
de stoppel losmaken:
dǝ stǫpǝl Iǫsmãkǝ (L209p Merselo),
doorsteken:
[doorsteken] (L327p Beegden),
dreeg bouwen:
[dreeg bouwen] (L291p Helden, ...
L267p Maasbree,
L290p Panningen,
L266p Sevenum,
L270p Tegelen,
L268p Velden,
L271p Venlo),
dreeg omdoen:
[dreeg omdoen] (L282p Achel, ...
L288a Ospel,
L318b Tungelroy),
dreeg ploegen:
[dreeg ploegen] (L324p Baexem, ...
L288p Nederweert,
L288a Ospel,
L318b Tungelroy,
L289p Weert),
dreeg varen:
[dreeg varen] (L324p Baexem, ...
L288c Eind),
dreeg voren:
[dreeg voren] (L288c Eind),
lichtjes omschellen:
[lichtjes omschellen] (Q002c Bokrijk),
locht ploegen:
[locht ploegen] (K278p Lommel),
lochte ploegen:
[lochte ploegen] (L331p Swalmen),
omschellen:
[omschellen] (Q001p Zonhoven),
omslagen:
[omslagen] (K353p Tessenderlo),
omstoppelen:
ømstǫpǝlǝ (P049p Donk),
omstoten:
[omstoten] (L317p Bocholt),
onderslagen:
ondǝrslǭgǝn (K315p Oostham),
ontstoppelen:
ontstǫpǝlǝ (L368p Neeroeteren),
ontstǫpǝlǝn (K314p Kwaadmechelen),
ǫntstǫpǝlǝ(n) (L312p Neerpelt, ...
L355p Peer),
ǫntstǫpǝlǝn (K278p Lommel),
op kant schellen:
op kãnt [schellen] (L192b Aijen),
opstroppen:
[opstroppen] (Q071p Diepenbeek),
schellen:
[schellen] (L327p Beegden, ...
Q211p Bocholtz,
Q071p Diepenbeek,
L291p Helden,
L325p Horn,
L289b Leuken,
K278p Lommel,
L377p Maasbracht,
L332p Maasniel,
L387p Posterholt,
L318b Tungelroy),
schou afslaan:
[schou] áfsluǝn (P046p Linkhout),
schou omdoen:
[schou omdoen] (L414p Houthalen, ...
K359p Koersel),
schou ploegen:
[schou ploegen] (K357p Paal),
schrappen:
[schrappen] (L244c America, ...
L245p Meterik),
sloffen:
[sloffen] (L192a Siebengewald),
stoppelakkeren:
stǫpǝlakǝrǝ (Q001a Oud-Winterslag),
stoppelbouwen:
stǫpǝl[bouwen] (L192b Aijen, ...
L215p Blitterswijck,
L214a Geysteren,
L267p Maasbree,
L217p Meerlo,
L216p Oirlo,
L246a Swolgen,
L245b Tienray,
L268p Velden,
L214p Wanssum),
stoppelen:
stǫpǝlǝ (L215p Blitterswijck, ...
K317p Leopoldsburg,
L211p Leunen,
K278p Lommel,
L209p Merselo,
L373p Roosteren,
P176p Sint-Truiden,
K353p Tessenderlo,
L268p Velden,
L289p Weert),
stǫpǝlǝn (L314p Overpelt),
štǫpǝlǝ (Q211p Bocholtz, ...
L292p Heythuysen,
L332p Maasniel,
Q192p Margraten,
L432p Susteren),
stoppelen afakkeren:
stǫpǝlǝn [afakkeren] (Q002a Godschei, ...
Q002p Hasselt,
P056p Stokrooie),
stoppelen afrijden:
stǫpǝlǝn [afrijden] (P048p Halen, ...
P050p Herk-de-Stad,
P055p Kermt,
P046p Linkhout,
P052p Schulen),
stoppelen akkeren:
stǫplǝn [akkeren] (P045p Meldert),
stǫpǝlǝn [akkeren] (K318p Berverlo, ...
L352p Hechtel,
L414p Houthalen,
P056p Stokrooie),
stoppelen belken:
štǫpǝlǝ [belken] (Q033p Oirsbeek),
stoppelen bouwen:
stǫpǝlǝ [bouwen] (L164p Gennep, ...
L165p Heijen,
L246p Horst,
L159a Middelaar,
L163p Ottersum),
štǫpǝlǝ [bouwen] (L295p Baarlo, ...
L300p Beesel,
L270p Tegelen),
stoppelen bouwen met staande voor:
stǫpǝlǝ [bouwen] męt stǭndǝ vō ̞r (L248p Lottum, ...
L266p Sevenum),
stoppelen braken:
stǫpǝlǝ [braken] (L372p Maaseik, ...
L321p Neeritter),
stoppelen losbreken:
stǫpǝlǝ Iǫs˱brę̄kǝ (L115p Mook),
stoppelen loshouwen:
stǫpǝlǝ Iǫs˱bǫu̯ǝ (L163p Ottersum),
stoppelen losmaken:
stǫpǝlǝ Iǫsmãkǝ (L246p Horst),
stoppelen omdoen:
stopǝlǝn [omdoen] (L416p Opglabbeek),
stǫpǝlǝ [omdoen] (L282p Achel, ...
L286p Hamont,
Q094b Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler),
stǫpǝlǝn [omdoen] (L353p Eksel, ...
K278p Lommel,
L312p Neerpelt,
K315p Oostham,
K357p Paal,
L313p Sint Huibrechts Lille,
K353p Tessenderlo),
stoppelen omleggen:
štǫpǝlǝ ø.mlęqǝ (L295p Baarlo),
stoppelen onderslaan:
stǫpǝlǝ onǝrslūǝn (L364p Meeuwen),
stoppelen ploegen:
stǫpǝlǝ [ploegen] (L282p Achel, ...
L417p As,
L286p Hamont,
L315p Kleine-Brogel,
L416p Opglabbeek,
L314p Overpelt),
stoppelen rijden:
stǫpǝlǝ rái̯ǝ (P051p Lummen),
stoppelen schellen:
stǫpǝlǝ [schellen] (L328p Heel, ...
P047p Loksbergen,
L321p Neeritter,
P044p Zelem),
štǫpǝlǝ [schellen] (L295p Baarlo, ...
L324p Baexem,
L331b Boukoul,
L322p Haelen,
L330p Herten,
L322a Nunhem,
L331p Swalmen),
stoppelen schrabben:
štǫpǝlǝ [schrabben] (L270p Tegelen),
stoppelen stropen:
štopǝlǝ [stropen] (Q193p Gronsveld),
štǫpǝlǝ [stropen] (Q121c Bleijerheide, ...
Q192p Margraten,
Q033p Oirsbeek),
stoppelen varen:
stǫpǝlǝ vãrǝ (L292p Heythuysen
[(meestal met de cultivator)]
, ...
L370p Kessenich,
L369p Kinrooi,
L372p Maaseik,
L371p Ophoven,
L374p Thorn),
stoppelland ombouwen:
stǫpǝllãnt [ombouwen] (L115p Mook),
stoppelland omdoen:
stǫpǝllant [omdoen] (Q002p Hasselt),
stoppelploegen:
stǫpǝl[ploegen] (L317p Bocholt, ...
L286p Hamont,
L319p Molenbeersel,
L368p Neeroeteren,
L415p Opoeteren,
K353p Tessenderlo,
L361p Tongerlo,
L318b Tungelroy,
L375p Wessem,
K361p Zolder),
štopǝl[ploegen] (Q117a Waubach),
štǫpǝl[ploegen] (L378q Berkelaar, ...
L330p Herten,
L383p Melick,
L329p Roermond),
stoppels ploegen:
stǫpǝls [ploegen] (L282p Achel),
stoppelschellen:
stǫpǝl[schellen] (L320a Ell),
štǫpǝl[schellen] (L328p Heel),
stoppelvaren:
stǫpǝlvārǝ (L369p Kinrooi),
storten:
[storten] (L356p Grote-Brogel, ...
L366p Gruitrode,
L367p Neerglabbeek,
L362p Opitter,
L354p Wijchmaal),
stropen:
[stropen] (Q103p Berg / Terblijt, ...
Q035p Brunssum,
Q191p Cadier,
Q193p Gronsveld,
Q113p Heerlen,
Q111p Klimmen,
Q192p Margraten,
Q204a Mechelen,
Q117p Nieuwenhagen,
Q197p Noorbeek,
Q198b Oost-Maarland,
Q111q Ransdaal,
Q194p Rijckholt,
Q200p s-Gravenvoeren,
Q118p Schaesberg,
Q098p Schimmert,
Q101a Sibbe / IJzeren,
Q116p Simpelveld,
Q247p Sint-Martens-Voeren,
Q247a Sint-Pieters-Voeren,
Q112z Ten Esschen,
Q097p Ulestraten,
Q222p Vaals,
Q101p Valkenburg),
stroppen:
[stroppen] (P185p Engelmanshoven, ...
P175p Gingelom,
P173p Halmaal,
Q002p Hasselt,
P191p Hendrieken,
P188p Hoepertingen,
Q165p Hopmaal,
P219p Jeuk,
P055p Kermt,
P187a Kuttekoven,
P220p Mechelen-Bovelingen,
P181p Muizen,
P117p Nieuwerkerken,
P222p Opheers,
P058p Stevoort,
P196p Veulen,
P118a Wijer),
verstoten:
[verstoten] (L318p Stramproy)
|
Na de oogst van een graangewas werkt men het stoppelland oppervlakkig om in voren van 5 ä 10 cm diep. De wortels van de graanplanten worden daarbij losgeploegd en een weinig omgekeerd, zodat ze kunnen uitdrogen, om daarna te worden afgeëgd. Vroeger bewerkte men een stoppelakker met een enkele (eenscharige) ploeg met een "wijd" gezet riester, maar zonder voorschaar en kouter. Later verrichtte men dit werk met een meerscharige ploeg, met de cultivator of met de schijveneg. Van de opgesomde termen zijn er sommige toepasselijk op ondiep ploegen in het algemeen of op een bepaalde methode van ondiep ploegen. Voor (delen van) varianten in de (...)-vorm zie men de lemmata ploegen, ondiep, ondiep ploegen en braakland bewerken. [N 11, 43; N 11A, 109b; JG 1c + 2c; JG 1b add.; A 27, 24b, add.; Lu 5, 24b add.; monogr.]
I-1
|