31288 |
stuikmachine |
stuik:
št ̇uk (L330p Herten),
stuikmachine:
stukmašin (Q018p Geulle, ...
L382p Montfort,
L163p Ottersum,
L271p Venlo),
stukmǝšin (Q095p Maastricht, ...
L321p Neeritter),
stukmǝšīn (L165p Heijen, ...
L217p Meerlo,
L159a Middelaar,
L216a Oostrum,
L192a Siebengewald,
L213p Well),
stȳkmašīn (Q005p Zutendaal),
stø̜̄kmǝšen (P047p Loksbergen),
stākmǝšen (P176b Bevingen),
stāǝkmašen (P219p Jeuk),
stǫwkmǝšīn (Q083p Bilzen),
stǫwǝkmašen (K353p Tessenderlo),
štukmašin (Q111p Klimmen),
štukmašiŋ (Q113p Heerlen, ...
Q116p Simpelveld,
Q121b Spekholzerheide),
štukmǝšin (L291p Helden, ...
L290p Panningen,
L299p Reuver,
Q099q Rothem)
|
Machine, die in grote smederijen wordt gebruikt voor het opstuiken van ijzeren staven. Ze is van twee verstelbare klembekken voorzien, waarin de gloeiende stukken worden vastgezet; door het draaien van een vliegwiel worden de stukken tegen elkaar geperst (Zwiers II, pag. 435). [N 33, 284; N 33, 253]
II-11
|