e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tochtig boch: ook "hoeveelheid jongen, nest  bôch (Venlo), bokketig: bokketig (Bleijerheide), bokǝtex (Bleijerheide), bøkǝtex (Eygelshoven, ... ), bø̜kǝtex (Ransdaal, ... ), bø̜kǝtix (Kerkrade), bǫkǝtex (Waubach, ... ), bokkig: bokex (Leunen, ... ), bokkig (Nieuwenhagen, ... ), bukex (Heythuysen, ... ), bøkex (Bleijerheide, ... ), bø̜kex (Bocholtz, ... ), bø̜kǝx (Gronsveld, ... ), bǫkǝx (Nieuwenhagen, ... ), boks: boks (Gennep, ... ), breustig: brȳstex (Blerick), brøstex (Bleijerheide), brø̄stex (Aalst, ... ), brø̄u̯stǝx (Borgloon), brø̜stex (Roosteren), brø̜stǝx (Blerick, ... ), brē̜stǝx (Hasselt), broeds: breuds (Weert), bronstig: brǫnstex (Borgloon), brul: brøl (Echt), dekrijp: dɛkrīp (Haelen), drijven: omschrijvend ww.  drieve (Wessem), gaan paren: omschrijvend ww.  die gaon pare (Oirlo), gek: gɛk (Thorn), heet: hēt (Wintershoven), hitsig: hitsig (Ulestraten), jietsig (Sevenum), horig: hörig (Geleen), koppelen: omschrijvend ww.  koppelen (Doenrade), loops: leupsj (Guttecoven), luips (Maastricht), lø̄pš (Heerlen), lopentig: lypǝntex (Zonhoven), lopig: luǝpǝx (Leopoldsburg), lyǝpex (Achel, ... ), lyǝpǝx (Achel, ... ), lȳpǝx (Hamont), løi̯ǝpex (Lommel), løǝpǝx (Lommel), lø̜pex (Overpelt), lustig: løstex (Meijel), lø̜stex (Meijel), paren: omschrijvend ww.  paarə (Epen), pare (Pey), paren (Meijel), parend: parend (Blerick), parig: paarig (Montfort), paarrich (Grevenbicht/Papenhoven), paerig (Klimmen), parig (Born, ... ), paring (Stein), paurig (Heer, ... ), pāārig (Nieuwenhagen, ... ), peerig (Heerlerbaan/Kaumer), pēͅ.arex (Eys), poarich (Hoeselt), páárich (Stevensweert), rams: rams (Milsbeek, ... ), redig: rei̯ǝx (Borgloon), rex (Epen, ... ), rii̯x (Kuttekoven, ... ), rix (Hoeselt, ... ), rēex (Berg, ... ), rēi̯ex (Holtum, ... ), rēx (Geleen, ... ), rēęx (Maasmechelen), rēǝtex (Stein), rēǝx (s-Gravenvoeren), ręi̯ex (Boorsem, ... ), ręi̯x (Limbricht, ... ), rī.x (Koninksem, ... ), rīi̯ex (Schinveld, ... ), rīi̯x (Heks, ... ), rīx (Bommershoven, ... ), r˙īx (Berg, ... ), retig: rētex (Obbicht), r˙ītex (Millen, ... ), rijp: rēp (Hasselt), rīp (Tegelen), rinds: rens (Baarlo, ... ), rensj (Roosteren), rents (Wellerlooi), reŋs (America, ... ), rits: re.ts (Hamont), rets (Achel, ... ), rits (Paal, ... ), riǝts (Oud-Waterschei, ... ), røts (Zolder), rø̄ts (Heusden, ... ), rē.ts (Maaseik, ... ), rēts (Baarlo, ... ), rēǝts (Lanklaar, ... ), rē̜.ts (As, ... ), rē̜i̯ts (Bocholt, ... ), rē̜ts (Beek, ... ), rē̜ǝts (Rotem), ręts (America, ... ), rɛ̄ts (Neer, ... ), ritsetig: retsetǝx (Rosmeer), retstix (Heers), retsǝtex (Eigenbilzen, ... ), ritsǝtǝx (Zichen-Zussen-Bolder), ritsig: retsex (Batsheers, ... ), retsǝx (Bilzen, ... ), ritsex (Gelinden, ... ), ritsix (Gelinden, ... ), ritsǝx (Berg, ... ), rátsex (Aalst, ... ), røtsex (Binderveld, ... ), røtsęx (Boekt Heikant), rø̜tsex (Jeuk, ... ), rętsex (Sint-Truiden), rętsęx (Hasselt, ... ), scherp: sjerp (Kerkrade), speletig: spīǝlǝtex (Eygelshoven), spelig: spø̄lex (Oost-Maarland), spēlex (Berg, ... ), spē̜lex (Grevenbicht / Papenhoven), špø̄lex (Gronsveld, ... ), špēlex (Brunssum, ... ), špēǝlex (Mheer), špē̜lex (Limbricht), špīlex (Heerlen, ... ), špīǝlex (Eygelshoven), špɛi̯lex (Limbricht, ... ), springig: sprɛŋex (Montfort, ... ), špreŋex (Eygelshoven), šprɛnex (Roermond), šprɛŋex (Maasniel, ... ), stierig: stērex (Epen, ... ), stīrex (Haelen, ... ), štērex (Bocholtz, ... ), štīrex (Bleijerheide, ... ), štīǝrex (Eygelshoven), stiers: stīrs (Thorn), tochtig: textex (Opglabbeek), textǝx (Waterloos), tochtig (Beesel, ... ), togtig (Itteren), töchtig (Haelen, ... ), tøi̯tex (Ospel), tøi̯xtex (Nederweert), tøxtex (Baarlo, ... ), tøxtǝx (Bree, ... ), tø̄xtex (Eisden, ... ), tø̄xtǝx (Meeswijk), tø̜̄xtex (Lanklaar, ... ), tø̜xtex (Baarlo, ... ), tø̜xtǝx (Ophoven, ... ), tęxtex (Beek, ... ), tǫxtex (Boorsem, ... ), tǫxtǝx (Neerharen), tɛxtex (Opitter), tɛxtǝx (Waterloos), vooral van zoogdieren  tuchtig (Neer), tree: trei (Vlodrop), vaardig zijn: verrig zien (Venray), varrig: varex (Castenray, ... ), vrolijk: frɛu̯lek (Susteren), vrɛu̯lek (Susteren), vurig: viërig (Bilzen), vurig (Gulpen, ... ), warm: wèrm (Venlo), wild: wøljtj (Lanklaar), willen treden: omschrijvend ww.  trèèje (Meijel), willə trééjə (Kelpen), willig: we.lix (Martenslinde), welex (Aalst, ... ), welix (Hopmaal), weljex (Buchten, ... ), welǝx (Beringen, ... ), wilex (Gutschoven, ... ), wilix ('S-Herenelderen, ... ), wilǝx (Berg, ... ), wølex (Boekt Heikant, ... ), wølǝx (Beverst, ... ), węlǝx (Hees, ... ), wɛlex (Maastricht, ... ) Geslachtsdrift vertonend, gezegd van de geit. [N 19, 70b; N 77, 95; JG 1b; N C, 4c; S 52, L 378 add.; monogr.] || Geslachtsdrift vertonend, gezegd van de koe. [N 3A, 29; N C, 4a; JG 1a, 1b; Gwn V, 3; monogr.; add. uit N 3A, 21; N 3A, 9b] || Geslachtsdrift vertonend, gezegd van het vrouwelijk schaap. [N 19, 70a; N C, 4b; JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.] || tochtig, verlangend naar de paring, gezegd van vogels (parig) [N 83 (1981)] I-11, I-12, III-4-1