id | Trefwoord | Begrip: dialectopgave (plaats) | Toelichting |
---|---|---|---|
20468 | vurig | manziek: vurrig (s-Gravenvoeren), moedig en opgewekt: vȳrex (Klimmen), vø̜rex (Oost-Maarland), vī.rex (Godschei), onstuimig: vērig (As), vurig (Nieuwstadt), pafferig dik, opgeblazen van lijf: vūūrig (Broekhuizen), tochtig: viërig (Bilzen), vurig (Gulpen, ... ), uitslag vertonend: vȳrex (Mechelen, ... ) I-12, I-9, III-1-1, III-1-4, III-2-2, III-4-1 |