e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vangstok geetje: gęi̯kǝ (Aalst), kopvangstek: kopvaŋstɛk (Thorn), nekhaak: nɛkhǭk (Maasbree), poothaak: puǝthǭk (Maasbree), pootvangstek: puǝtvaŋstɛk (Thorn), praamstek: prāmstɛk (Maxet), remstok: remstok (Heythuysen), schepersschup: sxiǝpǝrsxø̜p (Maasbree), staf: štāf (Nieuwenhagen), vangstek: vaŋštɛk (Herten), vangstok: vangstok (Beegden, ... ), vaŋstok (Meijel, ... ), vaŋstǫk (Weert), vangwerpstek: vaŋwɛrpstɛk (Thorn), wip: wep (Beringe, ... ), wip (Beesel, ... ), wøp (Neeritter, ... ), wipbalk: wep˱balǝk (Laar) De stok die wordt gebruikt om de vangbalk op te lichten. Aan één uiteinde van de vangstok is het vangkoord vastgemaakt waarmee de vang bediend kan worden. Zie ook afb. 55. De functie van de vangstok is te vergelijken met die van de vangtrommel. Zie ook het lemma ɛvangtrommelɛ.' [N O, 12p; A 42A, 84] || Stok met brede of smalle haak of stok met haak boven en het schopje onder waarmee men schapen bij de poten of kop kan pakken. [N 78, 11a; N 78, 11b; N 78, 11c] I-12, II-3