24779 |
veerdelig tandzaad |
driedelig tandzaad:
geen aparte naam
driedelig tandzaad (Q103p Berg-en-Terblijt),
zelfde
driedelig tandzaad (L381p Echt/Gebroek),
driedelig tandzaam:
dreej-delige
dreej-delige tandsoam (Q208p Vijlen),
kermisgast:
kermisgast (P219p Jeuk),
kermisgasten (Q001p Zonhoven),
idiosyncr.
kirmisgaste (L374p Thorn),
WLD
kermis gast (L382p Montfort),
kirmisgast (L300p Beesel),
klister:
-
klister (L381p Echt/Gebroek),
luis:
luis (P219p Jeuk),
WLD
luis (Q015p Stein),
poppenluis:
-
po.pəɛlḁys (Q071p Diepenbeek),
steker:
steker (P219p Jeuk),
eigen spellinsysteem vroeger had je in de wolle koussen het zaad zitten
steker (L265p Meijel),
tandzaad:
eigen spellinsysteem vroeger jad je in de wolle koussen het zaad zitten
tandzaad (L265p Meijel),
trilgras:
eigen spelling
trilgraas (L386p Vlodrop),
vorken:
WLD
vôrke (Q098p Schimmert)
|
driedelig tandzaad [DC 60a (1985)] || Driedelig tandzaad (bidens tripartitus 10 tot 100 cm groot. De bladeren zijn tegenoverstaand, en meestal 3- (zelden 5-) delig; de bloemen staan in rechtopstaande hoofdjes, meestal zonder straalbloemen, groen of bruinachtig geel van kleur. De vruchten he [N 92 (1982)] || tandzaad
III-4-3
|