22306 |
veldduif |
kets:
kets (Q074p Kortessem),
Et. L. Van de Kerckhove, Captiare in de Znl. dialecten (HCDT, XX, 1946, pag. 99-108) geeft kets veldduif op als ontwikkeld uit Lat. captiare (Fr. chasser).
kêts (Q162p Tongeren),
Ook: veldkets.
kets (Q077p Hoeselt),
spijkerd:
sjpieket (Q113p Heerlen),
veldduif:
velddoef (Q121p Kerkrade),
veldkets:
veildkets (Q074p Kortessem),
veld-kets (Q164a Widooie),
veldkets (Q077p Hoeselt),
veldkêts (Q086p Eigenbilzen),
vêldkêts (Q162p Tongeren),
1. Duif die veelal haar voedsel op de velden zoekt;
vé.l`tkéts (Q001p Zonhoven),
[Syn. sjaoilesjèèter.]
veldkets (Q071p Diepenbeek),
Meestal mv.
ve.ldkets (Q002p Hasselt),
Sub kets: ook veldkets.
veldkets (Q077p Hoeselt),
Z. vé.ltsmák.
vé.ltkéts (K361p Zolder),
veldketser:
vêldkêtsër (Q162p Tongeren),
veldklats:
Sub *veldkets(er).
vé.l`tklats (Q001p Zonhoven),
veldkletser:
Ook veldjkretser.
veldjkletser (L381p Echt/Gebroek),
veldkretser:
veldkretser (L210p Venray),
De "veldjkretser"leeft en nestelt graag in kerktorens en zoekt zijn voedsel in het veld. Vandaar lijkt mij ook de naam te komen. Het is dus geen ras- of reisduif.
veldjkretser (L330p Herten (bij Roermond)),
Sub veldjkletser: ook veldjkretser.
veldjkretser (L381p Echt/Gebroek),
veldkretserd:
veljtkretsert (Q020p Sittard),
veldpiet:
veltjpit (L371a Geistingen),
veldsmak:
Vaak scherts.
vé.ltsmák (K361p Zolder),
veldsmakker:
vèldsmakker (K318p Beverlo)
|
*Veldkets(er): Veldduif. || *Veldklad(de), **kladde. || [Veldduif]. || Duif (verwilderde reisduif). || Duif die altijd op het veld ligt. || Duif die op een akker zijn voedsel zoekt. || Duif die veel op de akkers zit. || Duif, slechte vlieger. || Gewone duif, die zonder verzorging in t leven moet zien te blijven. || Postduif, die haar voedsel voornamelijk op het veld zoekt. || Reisduif (slechte). || Slecht vliegende duif. || Slechte duif. || Veldduif, waardeloze (post)duif. || Veldduif. || Veldduif: Wilde duif. || Veldkets (duif). || Waardeloze reisduif. || Wilde duif.
III-3-2
|