e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vijfentwintig centiem half korentje: en haŭf kourentje (Eupen), kastenmannetje: munt van 25 cm  kâstemènse (Montzen), kwart: e kart (Borlo, ... ), e kwaort (Sint-Truiden), e kwart (Landen, ... ), e kwawet (Spalbeek), een kwaort (Sint-Lambrechts-Herk), en kwart (Paal), ieə kwaort (Nieuwerkerken), kwaart (Ulbeek), kwart (Alken, ... ), kwārt (Mettekoven), kwoart (Heusden), kwōit (Beverlo), kwŏa͂rt (Houthalen), kwôârt (Houthalen), kwəart (Zolder), n kart (Landen), ə kowaərt (Zepperen), ə kwart (Paal, ... ), ə kwḁrt (Beringen), ə kwort (Sint-Truiden), ə kwōrt (Sint-Truiden), 25 ct.  ə kva͂rt (Houthalen), ə kwŏt (Beverlo), kort  kwart (Beringen), onduidelijk  he kart (Neerhespen), ps. invuller heeft niet duidelijk genoteerd waar dit bij hoort (a of b?).  kwart (Eksel, ... ), kwartfrank: ei kwaartfrang (Mheer), kwaart frang (Maastricht), kwartje: a kwartje (Sint-Truiden), e kwaartje (Gelinden, ... ), e kwaartsje (Eisden, ... ), e kwaortsje (Genk), e kwarke (Lommel), e kwartche (Rosmeer), e kwartje (Neerpelt, ... ), e kwartsje (Rijkhoven, ... ), e kwaərtje (Ulbeek), e kwerche (Martenslinde), e kwoərtje (Stevoort), e kwoͅrtšĕ (Genk), ee kwatche (Riksingen), een kwaartje (Ulbeek), een kwakke (Leopoldsburg), eh kwaartje (Opoeteren), ei kwaartje (Bree, ... ), ein kwaartsje (Bree), ein kwartjen (Piringen), en kwartje (Wilderen), eî kwarteke (Genoelselderen), ē kwaartje (Wellen), ĕ kwakke (Heppen), kwaarke (Linkhout), kwaarsche (Maaseik), kwaarsje (Niel-bij-As, ... ), kwaartche (Maaseik), kwaartje (As, ... ), kwaartjsje (Hoepertingen), kwaartjsə (Lanaken), kwaartjə (Ophoven), kwaartsje (Born, ... ), kwaartsjĕ (Vroenhoven), kwaatje (Spalbeek), kwaatsjə (Hees), kwaije (Lommel), kwajke (Halen, ... ), kwarche (Beverst), kwartche (Lauw), kwartchə (Alt-Hoeselt), kwartje (Bilzen, ... ), kwartjeͅ (Kuttekoven), kwartjse (Sint-Truiden), kwartjâ (Tongeren), kwartjə (Eisden, ... ), kwartsje (Bevingen, ... ), kwartsjə (Borgloon), kwartšə (Diepenbeek, ... ), kwārtchə (Zichen-Zussen-Bolder), kwārtje (Wellen), kwārtjə (Hasselt, ... ), kwārtse (Neerglabbeek), kwḁrtjə (Neerpelt), kweertsje (Maastricht), kwots-sje (Berbroek), kwoͅərtjə (Genk), kwàrtjə (Heel), kwákə (Loksbergen), kwáártjə (Opglabbeek), kwârtsjĕ (Hees), kwörtekə (Genk), n kwaartje (Neeroeteren, ... ), n kwaartsje (Vechmaal), é kwartje (Borgloon), ə kwa.rtjə (Lozen), ə kwaartje (Rotem), ə kwaartjĕn (Kleine-Brogel), ə kwaartsje (Hoepertingen, ... ), ə kwaiən (Oostham, ... ), ə kwart ə (Herk-de-Stad), ə kwartje (Sint-Truiden), ə kwartjə (Hamont, ... ), ə kwartsjə (Eigenbilzen), ə kwatje (Tessenderlo), ə kwārt ə (Mechelen-aan-de-Maas), ə kwārtchə (Lanaken), ə kwārtje (Vroenhoven), ə kwārtjə (Mechelen-aan-de-Maas, ... ), ə kwārtsjə (Stokkem), ə kwārtšə (Rekem), ə kwārtšən (Diepenbeek), ə kwārtəjə (Lanaken), ə kwḁiən (Kwaadmechelen), ə kwa͂rtn (Zonhoven), ə kwa͂ərtə (Zonhoven), ə kwōͅrtjə (Genk, ... ), əi kwārtjə (Gerdingen), ɛ kwarj(k)en (Lommel), (25 cent).  kwartsche (Itteren), (= 25 cent).  kwartje (Kesseleik, ... ), (waarschijnlijk?!).  kwártjə (Heerlen), 0,25  ə kwōͅrtjə (Sint-Truiden), 25 cent  ə kwart’ə (Overpelt), 25 ct.  kwartšə (Kortessem), ə kwart(jə) (Eksel), ə kwartjə (Neerpelt), ə kwārtjə (Hasselt), ə kwārt⁄ə (Lanklaar), 25ct.  ə kwartšə (Rekem), bij kaartspel zeggen ze eine brassem  ein kwaartje (Grote-Brogel), ch van chat  kwaarche (Maaseik), drej kwaartses = 0,75 fr,  ə kwāršə (Opgrimbie), Note v.d. invuller:  kwartje (Schimmert), onduidelijk  ein kwḁarteke (Bree), kwaarteke (Hasselt), Opm. rollende r.  kwaorsje (Wolder/Oud-Vroenhoven), ps. omgespeld volgens Frings.  kwārtjə (Kinrooi), kwoͅətšə (Kermt), ə kwārtšə (Hasselt), ps. omgespeld volgens Frings. Boven de Å staat nog een dakje (^) en een ´; deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen en heb alleen de Å omgespeld.  ə kwā^rtšə (Maaseik), uitspr: koirte  een kwartje (Sint-Truiden), wordt soms ook nog wel gezegd door de kleinere  een kwartje (Leopoldsburg), met een lok: met ā look (Maastricht), twaalf cents en half: (twelef)  twɛlef sens ən half (Leopoldsburg), viertel: e viël frank (Remersdaal), een viël frank (Sint-Martens-Voeren), ə vīēëdəl (Nieuwenhagen), vijfentwintig cent: ps. omgespeld volgens Frings.  vēͅfəntwintšax seͅnt (Hasselt), vijfentwintig centiem: 25 centiem (Gulpen, ... ), 25 céntiem (Epen), vijfentwintig centiemen: viev n twentich centiemen (Elen), willempje: ei wullemke (Sittard), wulmkə (Oirsbeek), wöllemke (Maastricht), (25 cent in Ned.).  wöllemke (Maastricht) 25 centiem [N 21 (1963)] || 25 centiemen [N 21 (1963)] || Belgische munt: stuk van 25 centiem [N 21 (1963)] || Bestaat er een dialectnaam voor een stuk van 25 centimes? [ZND 28 (1938)] || dialectnamen van de kleinste geldstukken (met waarde) [ZND B2 (1940sq)] || een muntstuk van 25 centimes (in België) [kwartje] [N 89 (1982)] || koperen munt van 2 centiem [N 21 (1963)] || koperen of bronzen geldstukken [rode loop?] [N 21 (1963)] || nikkelen of witmetalen geldstukken [N 21 (1963)], [N 21 (1963)] III-3-1