e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
windroeden banden: bāǝn (Beringen), bandgaarden: bant˲gɛrdǝ (Leunen), baŋk˲gē̜rdǝ (Helden), bānt˲gɛrdǝ (Ottersum), berken wisjes: be.rkǝ weskǝs (Neerpelt), bindwitsen: bentjwetsǝ (Geleen), bramen: brēmǝ (Lummen), dakgaarden: dā.k˲gē̜rdǝ (Altweert, ... ), dekgaarden: dęk˲gejǝrǝ (Tessenderlo), dęk˲gē̜rdǝ (Opglabbeek), dɛk˲gē̜rdǝ (Altweert, ... ), dekroeden: dękrujǝ (Hasselt), hondsegaarden: hǫnsǝgē̜rǝ (Hamont), huizenhout: hūzǝhǫwt (Neerpelt), pinwitsen: penwetsǝ (Haelen), rispinnen: respenǝ (Tungelroy), vitsen: vetsǝ (Herk-de-Stad, ... ), vitšǝ (Klimmen), windgaarden: wentj˲gē̜rdǝ (Ell), windlijsten: wentlīstǝ (Schimmert), windplanken: wentplaŋkǝ (Schimmert), windregels: węntrēgǝls (Maaseik), windrissen: wentresǝ (Beringen), węntruzǝ (Genk), windroeden: wentjrujǝ (Meijel), wentjrōjǝ (Grathem, ... ), wentrowǝ (Geulle), wentrujǝ (Achel, ... ), wentrøj (Kwaadmechelen  [(enkelvoud: wentrøj)]  ), wentšrōjǝ (Bocholt), weŋkrōjǝ (Boekend), wēntjrujǝ (Eisden), węntrujǝ (Eigenbilzen), węntrȳn (Nederstraat), węntrūjǝ (Maaseik), wɛ.jntru.jǝ (Opheers), wɛjntrojǝ (Kermt, ... ), windstekker: wintstɛkǝr (Paal), wissen: wesǝ (Boekt Heikant, ... ), wisǝ (Beringen, ... ), wøšǝ (Borgharen, ... ), węsǝ (Borlo, ... ), witsen: wetsǝ (Sittard, ... ), witšǝ (Klimmen) Twijgen die men vastbindt op de naden van de dakschilden om het verwaaien van de dakbedekking tegen te gaan. De bandgaarden werden in L 291 vastgebonden met 'wijden' ('wijǝ') of 'witsen' ('wetsǝ'), in K 353 met 'dekbanden' ('dęk˱banǝ'). In K 316 gebruikte men 'dekgaarden' ('d'k˲gšrǝ') om het stro over de hele lengte van het dak vast te leggen. [N F, 10; N 4A, 34d; monogr.] II-9