29460 |
worp |
kwart:
kwār(t) (L270p Tegelen),
strang:
strāŋk (Q095p Maastricht),
worp:
wǫrǝp (L270p Tegelen)
|
Bepaalde hoeveelheid potaarde waarvan, naargelang de afmetingen, een aantal potten kan worden gedraaid. Het woordtype strang werd in de aardewerkfabrieken in Q 95 gebruikt voor een kleistreng in de vorm van een worst die in de fabrikage-afdeling in plakken werd gesneden. In L 163 verstond men onder een hoop ballen een partij brokken leem, bijvoorbeeld 36 stuks, op maat afgeknepen door de ballenmaker, waar zo mogelijk 36 bloempotten door de draaier van gedraaid konden worden. [N 49, 14; monogr.]
II-8
|