2 |
Maurits
|
Geleen
|
In 1926 nam men de Staatsmijn Maurits te Geleen in exploitatie.
|
3 |
Oranje-Nassau I
|
Heerlen
|
In 1893 werd aan de ,,N.V. Maatschappij tot Exploitatie van Limburgse Steenkolenmijnen, genaamd Oranje Nassau Mijnen" concessie verleend. Concessiehouder was H.C.L.H. Sarolea, die reeds in 1889 vergunning had gekregen voor de aanleg van een spoorlijn van Sittard over Heerlen naar Herzogenrath. De spoorlijn bracht Sarolea in kontakt met de gebroeders Carl en Friedrich Honigmann (MBK I pag. 41). Deze gebroeders waren betrokken bij de concessieaanvraag van 1893, terwijl ze nog zelf de concessie "Carl" aankochten (de latere O.N.II). De O.N.I ving in 1899 aan met een regelmatige produktie, de O.N.II in 1906. In 1917 kwam de O.N.III in exploitatie en van de O.N.IV kwam de schacht in 1923 gereed. Het hoofdkantoor en de O.N.I lagen in Heerlen, de O.N.II was gevestigd te Schaesberg, de O.N.III en O.N.IV lagen respectievelijk in de Heerlense wijken Heerlerheide en Heksenberg.
|
4 |
Oranje-Nassau II
|
Schaesberg
|
In 1893 werd aan de ,,N.V. Maatschappij tot Exploitatie van Limburgse Steenkolenmijnen, genaamd Oranje Nassau Mijnen" concessie verleend. Concessiehouder was H.C.L.H. Sarolea, die reeds in 1889 vergunning had gekregen voor de aanleg van een spoorlijn van Sittard over Heerlen naar Herzogenrath. De spoorlijn bracht Sarolea in kontakt met de gebroeders Carl en Friedrich Honigmann (MBK I pag. 41). Deze gebroeders waren betrokken bij de concessieaanvraag van 1893, terwijl ze nog zelf de concessie "Carl" aankochten (de latere O.N.II). De O.N.I ving in 1899 aan met een regelmatige produktie, de O.N.II in 1906. In 1917 kwam de O.N.III in exploitatie en van de O.N.IV kwam de schacht in 1923 gereed. Het hoofdkantoor en de O.N.I lagen in Heerlen, de O.N.II was gevestigd te Schaesberg, de O.N.III en O.N.IV lagen respectievelijk in de Heerlense wijken Heerlerheide en Heksenberg.
|
5 |
Oranje-Nassau III
|
Heerlen
|
In 1893 werd aan de ,,N.V. Maatschappij tot Exploitatie van Limburgse Steenkolenmijnen, genaamd Oranje Nassau Mijnen" concessie verleend. Concessiehouder was H.C.L.H. Sarolea, die reeds in 1889 vergunning had gekregen voor de aanleg van een spoorlijn van Sittard over Heerlen naar Herzogenrath. De spoorlijn bracht Sarolea in kontakt met de gebroeders Carl en Friedrich Honigmann (MBK I pag. 41). Deze gebroeders waren betrokken bij de concessieaanvraag van 1893, terwijl ze nog zelf de concessie "Carl" aankochten (de latere O.N.II). De O.N.I ving in 1899 aan met een regelmatige produktie, de O.N.II in 1906. In 1917 kwam de O.N.III in exploitatie en van de O.N.IV kwam de schacht in 1923 gereed. Het hoofdkantoor en de O.N.I lagen in Heerlen, de O.N.II was gevestigd te Schaesberg, de O.N.III en O.N.IV lagen respectievelijk in de Heerlense wijken Heerlerheide en Heksenberg.
|
6 |
Oranje-Nassau IV
|
Heerlen
|
In 1893 werd aan de ,,N.V. Maatschappij tot Exploitatie van Limburgse Steenkolenmijnen, genaamd Oranje Nassau Mijnen" concessie verleend. Concessiehouder was H.C.L.H. Sarolea, die reeds in 1889 vergunning had gekregen voor de aanleg van een spoorlijn van Sittard over Heerlen naar Herzogenrath. De spoorlijn bracht Sarolea in kontakt met de gebroeders Carl en Friedrich Honigmann (MBK I pag. 41). Deze gebroeders waren betrokken bij de concessieaanvraag van 1893, terwijl ze nog zelf de concessie "Carl" aankochten (de latere O.N.II). De O.N.I ving in 1899 aan met een regelmatige produktie, de O.N.II in 1906. In 1917 kwam de O.N.III in exploitatie en van de O.N.IV kwam de schacht in 1923 gereed. Het hoofdkantoor en de O.N.I lagen in Heerlen, de O.N.II was gevestigd te Schaesberg, de O.N.III en O.N.IV lagen respectievelijk in de Heerlense wijken Heerlerheide en Heksenberg.
|