id | Trefwoord | Begrip: dialectopgave (plaats) | Toelichting |
---|---|---|---|
24920 | afreddelen | afkalven: ⁄t reddelt af (Jeuk), de berg afrollen: den berg aafreddele (Wellen), də berəch oəfreddələ (Gutshoven), də bärch ōfrädəln (Diepenbeek), də bɛrg oəfrɛddələn (Genk), (glijden) den berg afreddelen (Gorsem), Met stokjes glijden. de berg aafreddele (Hasselt), Zich laten afglijden. afreddelen (Groot-Gelmen) III-1-2, III-4-4 |