id | Trefwoord | Begrip: dialectopgave (plaats) | Toelichting |
---|---|---|---|
33322 | brakkelen | boeren: braqǝlǝ (Klimmen [(slordig werken)] ), knoeien, morsen, bevuilen: Zegswijze: Get oonderèin = voedsel onder elkaar hutselen. bragkele (Gronsveld), met tussenpozen regenen: brakkulu (Itteren) I-6, III-4-4 |