20617 |
broodkorst |
korst:
broodkórs (L329p Roermond),
brootkoosj (Q020p Sittard),
bruətkōrst (L215p Blitterswijck, ...
L214a Geysteren,
L217p Meerlo,
L246a Swolgen,
L245b Tienray,
L214p Wanssum),
broadkoosj = de buitenkant van alle gebakken brood
broadkoosj (Q022p Munstergeleen),
De broeëdkaorste staeken m: het gaat hem te goed
broeëdkaorst (L245a Castenray, ...
L211p Leunen,
L209p Merselo,
L216p Oirlo,
L216a Oostrum,
L212a Smakt,
L210p Venray,
L244a Veulen),
laatste buitenste schijf
broêdkors (L269p Blerick),
Syst. Frings Broodkorst: vooral: eerste en laatste deel van brood wanneer het gesneden wordt. Soms: heel de korst aan het brood.
bruu̯ətkōͅ(i̯)st (K316p Heppen),
verzamelfiche, ook materiaal van ZND 01 (a-m vraag 23 a en b zijn samengevoegd.
brōedkorst (K358p Beringen)
III-2-3
|
|